Architect doet stap naar burger
Staatssecretaris Remkes wil beloften uit Nationaal Akkoord Wonen waarmaken
In het in juli gesloten Nationaal Akkoord Wonen, dat de kerntitel "Mensen, wensen, wonen" meekreeg, belooft staatssecretaris Remkes meer keuzevrijheid voor de burger met betrekking tot wonen. Om de ontwerper dichter bij de burger te brengen, schreef de kunstcommissie van het Internationaal Perscentrum Nieuwspoort met steun van het ministerie van VROM een open prijsvraag uit voor jonge architecten. De opdracht was een kwalitatief hoogwaardig, vrijstaand en betaalbaar huis te ontwerpen. Deze week werd de prijs (5000 gulden) uitgereikt aan Arjan Duin.
Volgens directeur-generaal van Volkshuisvesting, Leo Kokhuis, is het ontwerpen van een individueel woonhuis voor de meeste architectenbureaus een ondergeschoven kindje. Zij houden zich bezig met grote projecten. Daarbij komt dat slechts een enkele burger zich het ontwerp van een droomhuis kan permitteren. Maar de roep om meer keuzevrijheid groeit. Burgers willen meer dan massale Vinex-locaties, en de overheid is bereid hun tegemoet te komen.
"Onze woningbouw", zegt prof. ir. Carl Weeber bij de uitreiking van de prijs voor het mooiste droomhuis, "komt al zo'n honderd jaar vanuit instituten tot stand. Anderen bedenken hoe en waar Nederlanders gaan wonen. Woningbouwverenigingen, projectontwikkelaars, de overheid, noem maar op. Het individu staat daarbuiten. We mogen ons daarom gelukkig prijzen dat de woningbouw op een keerpunt staat. Burgers moeten inspraak hebben als het om hun eigen huis gaat. Het probleem is dat jonge architecten nog altijd in dat institutiedenken zijn opgeleid. De prijsvraag om een creatief vrijstaand en betaalbaar huis te ontwerpen, is dan ook bedoeld om het directe contact met de burger te bevorderen."
Weeber stelt meteen ironisch vast dat juist bij deze opdracht geen sprake was van een opdrachtgever, wat het voor de ontwerpers aanzienlijk moeilijker maakte.
Dienstbaar zijn
De belangstelling voor de prijsvraag was groot. Zo'n honderd jonge architecten meldden zich aan, uiteindelijk waren er dertig deelnemers. Op een open website mocht het publiek meekiezen voor het winnende ontwerp. De site werd door meer dan 10.000 mensen bezocht. "Een bewijs dat de belangstelling voor individueel opdrachtgeverschap groot is", vindt Weeber.
Hoewel de ontwerpen een redelijk niveau hebben, is er nog geen echt goed plan. "Enerzijds is er de uitdaging om iets bijzonders te ontwerpen, waarbij schoonheid en kunstzinnigheid een grote rol spelen. De architect moet het gevoel hebben dat hij dit huis bedacht heeft. Anderzijds moet hij dienstbaar zijn. Ook de bewoner moet het gevoel hebben dat het zijn huis is en dat hij daar een aandeel in heeft gehad."
Volgens Weeber is Arjan Duin uit Venlo er het best in geslaagd aan deze voorwaarden te voldoen. In zijn ontwerp, dat de komische titel "Huisje boompje beestje" kreeg, heeft Duin volgens het juryrapport "zonder enige terughoudendheid de woonidealen van 'de gemiddelde Nederlander' als uitgangspunt genomen. Dit heeft geleid tot een huis met een eenvoudige, herkenbare vorm." Weeber zegt dat het vooral aantrekkelijk is vanwege de simpelheid. "Het heeft iets van een bungalow waar verder aan gebouwd wordt. Een bereikbaar alternatief voor veel mensen."
Arjan Duin is zichzelf bewust van de kloof tussen de architect en de burger. "Veel architecten willen hun eigen droomhuis bouwen", beaamt hij. "Dat is voor bijna niemand betaalbaar." Voor hem lag de nadruk dan ook niet op het "exclusief", maar op "praktisch en betaalbaar."
Minimumhuis
"Schoonheid staat voor mij meer onderaan. Als je iets buitenissigs ontwerpt wat niet functioneel is, heeft het geen zin. Een ambachtelijk, goedgebouwd huis is voor mij het belangrijkst. Een dak dat niet lekt. Goed materiaal. Ramen en deuren die soepel open- en dichtgaan. Ik ben in eerste instantie geen kunstenaar, ik oefen een ruimtelijk technisch beroep uit."
Het bijzondere van Duins ontwerp is dat het basisontwerp niet meer dan 2 ton kost. "Je moet de grond er natuurlijk bijrekenen. Als je het huis in Groningen of midden in Rotterdam neerzet, kan er inderdaad een verschil van een paar ton tussen zitten. Mijn opzet was een basaal en goed minimumhuis te ontwerpen, dat vervolgens later uitgebouwd kan worden. Het eerste deel is dan gecontroleerd en het tweede deel kan naar eigen idee in fases verlopen.
Je begint meestal met zijn tweeën, dan heb je niet zo veel ruimte nodig. Stap voor stap kun je dan je huis vergroten. Eigenlijk moet het mogelijk zijn voor burgers om voor mijn part met oude planken verder uit te bouwen. Dan kom je weer uit bij alle voorschriften van de overheid. Als die zich soepel opstelt bij het verlenen van vergunningen, kan wonen veel goedkoper en effectiever. Je moet natuurlijk rekening houden met het ethische aspect, maar als je vrij woont en niemand heeft last van een uitbouw achter in je tuin, moet je je eigen ideeën kunnen volgen."
Duin geeft toe dat veel mensen de architect zien als iemand in een hooggeplaatst bolwerk. "Heel jammer. Nu gaan ze vaak aan de slag met amateurs die wel even een tekeningetje voor een nieuwe keuken maken. Daarbij mis je de inventiviteit van de architect, die is opgeleid om "alles eruit te halen wat erin zit" en dus veel meer mogelijkheden heeft. Je kunt met kleine ruimten soms verrassende dingen doen. Bovendien vermeerdert een goede verbouwing de waarde van je huis. Een ontwerp kost geld, maar dat kost een verbouwing sowieso."
Nachtmerrie
"Wegdromen in de gestructureerde marche", is de titel die de in New York wonende Maarten Janssen aan zijn ontwerp meegaf. Hij won met zijn kloeke, grotendeels houten huis de tweede prijs vanwege "de helderheid van de plattegrond en de open uitstraling." De jury noemt zijn ontwerp "simpel en aanpasbaar, terwijl het toch een chique uitstraling heeft." Het ontwerp heeft een plat dak en "wel overdadig veel balkons, waardoor het huis de indruk maakt vooral in een warm land op zijn plaats te zijn."
Ronald Janssen uit Amsterdam ("Nee, geen familie van Maarten") won met een metalen woonhuis van drie verdiepingen de derde prijs. De jury was verrast door deze inzending en noemt het ontwerp "een architectonisch pareltje met grote esthetische kracht." Zeggingskracht en vindingrijkheid scoorden hoog.
Leuk voor de winnaars is dat de gemeente Heemskerk drie vrije kavels beschikbaar stelt. Dit betekent dat op korte termijn met de bouw van de drie prijswinnende ontwerpen begonnen kan worden. Bovendien zijn alle inzendingen gebundeld tot de zojuist verschenen en fraai uitgevoerde fullcolour paperback "Droomhuizen".
Opmerkelijk daarin is een uitspraak van rijksbouwmeester Jo Coenen, die een kritische kanttekening plaatst bij het bouwen van een droomhuis beneden de 450.000 gulden. Hij acht dit onmogelijk als de grondkosten erbij komen. En een ruim perceel is voorwaarde. "Hoe beleef je de ruimtelijkheid van een huis? Voornamelijk door het uitzicht. Als je op vijf meter afstand van het raam op een schutting stuit, is elk riant gevoel verdwenen. Een compact rijtje droomhuizen slaat om in het tegendeel van de bedoelingen. Dat wordt geen droom, maar een nachtmerrie." Voor Coenen staat dan ook vast dat er een kloof bestaat tussen droomhuis en budgettaire werkelijkheid.
Mede n.a.v. "Droomhuizen", uitg. V&K Publishing/Kunstcommissie Nieuwspoort, 2001; ISBN 90 74265 22 7; paperback; 39,90.
Volgende week zaterdag verschijnt een aansluitend artikel over de expositie "Gewild wonen in Almere".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 september 2001
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 september 2001
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's