"Schrijven is denken, denken en wakker liggen"
Francine Rivers, Joke Verweerd en Jos van Manen Pieters zien wereldwijd groei van christelijke fictie
De wonen aan weerszijden van de oceaan, duizenden mijlen van elkaar gescheiden. Ze hebben elk hun eigen levensverhaal. Toch kunnen Jos van Manen Pieters, Joke Verweerd en Francine Rivers elkaar op heel wat punten begrijpen. Alledrie schrijven ze min of meer psychologische romans, alledrie willen ze levensvragen aan de orde stellen, alledrie zijn ze in christelijke kring erg populair. Hun ontmoeting in Kampen levert dus -ondanks de taalbarrière- vooral veel herkenning op.
In het gebouw van uitgeverij Kok staat de koffie klaar, compleet met de "famous Dutch cream cakes", oftewel slagroomgebakjes. Francine en Rick Rivers zijn nog maar nauwelijks bijgekomen van hun bezoek aan Rijksmuseum en Zaanse Schans, de vorige dag. Tussen Duitsland en Noorwegen hebben ze precies twee dagen om Francines Nederlandse uitgever te ontmoeten, een aantal interviews te geven en Nederland te zien.
Maakt het verschil of je als schrijfster van romans voor een christelijk lezerspubliek in de Verenigde Staten werkt of in Nederland? Uit het gesprek tussen de drie collega-schrijfsters blijkt in elk geval dat Francine Rivers uitspraken durft te doen waarvoor Nederlandse schrijvers soms een beetje allergisch lijken: haar romans bevatten ervaringen uit haar eigen leven, ze wil duidelijk een christelijke boodschap brengen en ze vindt dat een schrijver op het punt van vakmanschap veel kan leren van cursussen en conferenties.
Maar verder zijn er vooral veel punten van overeenkomst. Jos van Manen Pieters heeft veel waardering voor Rivers' roman "Bevrijdende liefde", terwijl die op haar beurt enthousiast is over "The wintergarden" van Joke Verweerd -onlangs op de Amerikaanse markt verschenen- en driftig de titels noteert van de al veel eerder in het Engels verschenen romans van Jos van Manen Pieters. In de toekomst kan het gesprek dus worden voortgezet.
Denken en wakker liggen
Jos van Manen Pieters (71) schreef haar eerste roman, "En de tuinfluiter zingt", toen ze 22 was. Op haar 65e besloot ze met schrijven op te houden: "Ik was bang om te lang door te gaan, ik heb te veel oudere schrijvers de mist in zien gaan, die eerder hadden moeten stoppen. In de jaren daarvoor heb ik dertig romans geschreven, met veel genoegen maar ook wel met veel inspanning. Het is zwaar werk. Negentig procent is geen schrijven, maar denken; denken en wakker liggen."
Francine Rivers (54) is het daar helemaal mee eens. Ze schreef haar eerste boek pas toen haar oudste zoon geboren was, hoewel ze van jongs af aan schrijfster wilde worden. "Ik dacht dat ik op inspiratie moest wachten, op de juiste atmosfeer, maar het is vooral een zaak van heel hard werken." Ze schreef jarenlang bestsellers voor de seculiere markt, totdat ze christen werd. "Vroeger wilde ik vooral veel geld verdienen, en dat lukte ook: van mijn boeken werden in totaal 3,5 miljoen exemplaren verkocht. Maar toen ik christen werd, kon ik de eerste drie jaar niet schrijven. In die tijd begon ik in de Bijbel te lezen, en zo kwam ik bij het bijbelboek Hosea, over de profeet die zijn vrouw telkens weer terugneemt, ook al heeft ze overspel gepleegd. Het brak mijn hart om te ontdekken dat dát de manier is waarop God ons liefheeft. Hosea werd de basis voor het eerste boek dat ik als christen schreef: "Bevrijdende liefde". Het was een soort belijdenis van mijn geloof, voor alle lezers die tot dat moment toe mijn carrière hadden gevolgd. Sindsdien heb ik ongeveer twaalf boeken geschreven: historische romans, eigentijdse romans en bijbelse fictie."
Korte verhalen
Joke Verweerd (47) maakte als kind al liedjes, later schreef ze ook verhalen en brieven, maar ze durfde ze aan niemand te laten zien. Totdat ze kennismaakte met haar schoonfamilie. Vooral haar schoonmoeder, afkomstig uit Indonesië, stimuleerde haar om haar talenten te ontwikkelen. Ze was 29 toen haar eerste poëzie gepubliceerd werd, tien jaar later schreef ze haar eerste roman: "De wintertuin". Inmiddels heeft ze, naast tal van korte verhalen, vier romans op haar naam staan. "Het moeilijke daarvan vind ik dat je zo lang met één persoon op je nek zit. Je moet zo ontzettend veel over zo'n karakter weten... Als je hoofdpersoon verdriet heeft, heb je dat zelf ook, wanneer hij gelukkig is ben jij dat ook. Daarom vind ik een roman veel moeilijker om te schrijven dan een kort verhaal."
Rivers: "O nee, dat denk ik niet. Het schrijven van korte verhalen is een vak apart, een totaal ander ambacht. In een roman kun je lekker doorvertellen, niet elk woord komt er evenveel op aan, je kunt de dingen iets minder strak opzetten. Maar bij een kort verhaal moet dat wel, en bij een gedicht ook. Het moet geweldig zijn om op al die manieren te kunnen schrijven; ik kan dat niet."
Hoe begint u met het schrijven van een roman?
Verweerd: "De meeste boeken starten met een emotie, iets waarmee ik op dat moment worstel. Mijn hoofd verzint daaromheen een fictief verhaal. Het is niet míjn geschiedenis, het is wel mijn emotie. Bij "De wintertuin" gaat het bijvoorbeeld om vergeving. Vergeving moet beginnen in het hart van de gewonde persoon. Als dat zo is kun je echt vergeven, zelfs zonder dat de andere partij sorry zegt. Hoe is dat mogelijk? Op het moment dat ik me dat afvraag, moet ik er een verhaal over schrijven."
Abortus
Rivers: "Soms gebruik ik situaties uit mijn eigen leven als voorbeeld. Meer dan dertig jaar geleden heb ik een abortus ondergaan. Nadat ik christen geworden was, wist ik dat God me die zonde vergeven had, maar ik kon die vergeving in mijn leven niet ervaren. Ik voelde nog steeds pijn, en schaamte. Dus ik begon met mijn onderzoek, ik ging naar een kraamkliniek, ik sloot me aan bij een bijbelstudiegroep die opgezet was om vrouwen te helpen de gevolgen van een abortus te verwerken.
Het was iets wat ik onder ogen moest zien, een plaats moest geven in mijn leven als christen. Ik gebruikte mijn roman om alle verschillende gezichtspunten te presenteren. Waarom zijn mensen voor abortus, waarom zijn ze ertegen? Wat doet het met je leven? Ik bleef elke dag in de Bijbel zoeken, studeren, en uiteindelijk heb ik de vergeving van God echt erváren, ik zou er nu niet over kunnen praten als dat niet zo was.
In feite gebruik ik het schrijven van mijn boeken dus om antwoorden te zoeken op mijn eigen levensvragen. Het is allemaal heel persoonlijk. In "De laatste zondeneter" gaat het over schuld en genade, in "Een stem in de wind" over hoe je getuige kunt zijn ten opzichte van mensen die de Bijbel niet kennen. Ik dacht in het begin dat het genoeg was om over vergeving te vertellen, maar ik ontdekte uiteindelijk dat dat alles te maken had met heiliging, heilig zijn in je denken. Je moet leren anders te denken, om Gods perspectief te vinden door te luisteren naar wat de Schrift zegt, in plaats van je te laten sturen door alles wat mensen denken. Dat betekent: elke dag de Bijbel bestuderen en daarin zoeken naar wat God in vergelijkbare situaties zegt. Uiteindelijk heb je dan het gevoel dat je een richting gewezen wordt."
Boodschap
Van Manen Pieters: "God is veel groter dan mensen in het algemeen denken. Ook kerkmensen zijn dikwijls vreselijk beperkt. Het moet precies gebeuren zoals ze het geleerd hebben, zoals het in de boekjes staat, zoals de buren het vinden. Maar zo werkt het niet - dat is precies wat ik in mijn boeken probeer te laten zien."
Schrijft u ook vanuit persoonlijke ervaring?
Van Manen Pieters: "Wel vanuit persoonlijke emotie, maar toch een gefingeerd verhaal. Daar kan alles van jezelf in, maar ook van wat je om je heen ziet gebeuren. Als je dertig romans schrijft, kun je natuurlijk nooit dertig keer je eigen geschiedenis vertellen. Je moet een enorme fantasie hebben om iedere keer nieuwe situaties en nieuwe karakters te bedenken. Maar in ieder boek zit je eigen levenservaring en emotie verwerkt.
't Is natuurlijk de kunst om het zo te doen dat het mensen aanspreekt, ook mensen die niet bij het Woord van God zijn opgegroeid. Die kunnen vaak van een roman meer begrijpen dan van de Bijbel zelf, omdat de bijbelse gegevens dan naar een situatie vertaald zijn, en mensen zich daarin herkennen."
Rivers: "Daar ben ik het mee eens. Je probeert niet te preken, maar je probeert te laten zien dat God heel reëel is, en dat de christelijke hoop voor iedereen beschikbaar is. Dat probeer je begrijpelijk te verwoorden voor mensen die bijbelonderzoek als een barrière ervaren. Je laat hun de realiteit van God in het dagelijks leven zien, en hopelijk gaan ze dan verder vragen."
Van Manen Pieters: "Je legt niet bewust een boodschap in je boek, maar die komt vanzelf mee. Als je vol humor zit, kun je geen saai boek schrijven, en als je gelooft dat God wat voor je betekent kun je geen boek buiten God om schrijven."
Verweerd: "Er is altijd een moment waarop Joke Verweerd niet weet hoe het verder moet, en de hoofdpersoon evenmin. Dus er moet wel een Redder zijn, Iemand om de zorg en het verdriet aan over te geven waarvoor ik geen oplossing kan bieden. Dat is nooit een moment dat ik plan, het overkomt me."
Realistisch
Rivers: "Christelijke fictie ging vroeger altijd over mensen die bijna volmaakt waren. Ze waren niet realistisch. Heiligen. Geen mensen met echte problemen en zorg, die met beproeving van hun geloof te maken krijgen, die naar antwoorden moeten zoeken. Maar dat is de laatste tien jaar snel aan het veranderen. Schrijvers hebben niet langer de pretentie dat christenen alle antwoorden op zak hebben, ze laten zien dat christenzijn je leven juist niet makkelijker maakt. Ze behandelen nu meer realistische thema's, de kwaliteit van hun boeken stijgt, ze komen in de algemene boekhandel terecht en ze worden gelezen. Mensen kopen veel meer christelijke boeken dan vroeger, in de Verenigde Staten groeit de christelijke markt harder dan de seculiere."
Verweerd: "Ik denk dat ook in Nederland het publiek groeit."
Van Manen Pieters: "In Nederland is de literaire kritiek een beetje snobistisch naar mijn gevoel. De kritieken houden geen gelijke tred met wat het publiek mooi vindt en wil. Wat als literatuur wordt bestempeld, wordt in alle dagbladen besproken, maar er is maar een bepaalde groep mensen die dat op de salontafel wil leggen. De massa leest andere boeken. Bij het publíék is wel degelijk belangstelling voor christelijke romans."
Hebt u adviezen voor beginnende schrijvers?
Verweerd: "Veel boeken lezen, daar krijg je een grote woordenschat van. Maar het is natuurlijk niet zo dat je op een dag kunt besluiten om schrijver te worden. Het zit ín je: je moet erg nieuwsgierig zijn, altijd vragen hebben over de dingen om je heen. En als je het antwoord niet kunt vinden, maak je het. Dat is fictie."
Van Manen Pieters: "En dat is niet iets wat je uit een boekje kunt leren of in een cursus, dat moet je in je hebben en je moet het zelf cultiveren."
Aanmoedigen
Rivers: "Ik zou zeggen dat het een combinatie van die twee dingen is. Ik denk dat het schrijverschap een roeping is, maar de ambachtelijke kant ervan kun je leren. Dus is het helemaal niet gek om les te nemen -net als in ieder ander vak- zodat je bijvoorbeeld leert hoe je structuur in een verhaal aanbrengt. Ik denk ook dat we, als we christelijke schrijvers willen zijn, het Woord van God heel goed moeten kennen. Dat betekent niet zomaar de Bijbel een keertje doorlezen, maar elke dag grondig studeren. Pas daarna kun je het boek gaan schrijven dat je voor ogen staat, het boek dat je zelf zou willen lezen."
Van Manen Pieters: "Het is natuurlijk leuk om contact te hebben met andere schrijvers, bij Schrijverskontakt bijvoorbeeld. Je hebt allemaal dezelfde belangen, je hoort met elkaar een lezing waar je wat van kunt opsteken. Maar ik kan niet zeggen dat dat nou mijn schrijverschap gemaakt heeft. Je moet het toch zelf doen, hoor."
Verweerd: "Bij Schrijvenderwijs proberen we elkaar te begeleiden, maar dat blijf ik erg moeilijk vinden. Hoe ver kun je gaan in je commentaar op andermans stijl? Je moet eerlijk blijven, dus kun je niet altijd zeggen: Wat geweldig! Maar tegelijkertijd wil je mensen ook niet ontmoedigen met je kritiek."
Rivers: "Toch kun je elkaar wel helpen. In de Verenigde Staten hebben we van tijd tot tijd schrijversconferenties met intensieve cursussen, waar je veel van leert. Je moet altijd blijven leren. En verder kun je elkaar ook aanmoedigen. Ik las ooit het manuscript van een schrijver die ik kende, en ik ontdekte dat hij bang was om de kern van de zaak te benaderen. Datzelfde zag ik bij een vriendin, die eigenlijk niet durfde schrijven over de pijn van haar eigen leven. In dergelijke gevallen kun je iemand stimuleren dapper genoeg te zijn om zich bloot te geven. Schrijven is toch ook: niet bang zijn voor wat mensen ervan zouden kunnen denken."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 2001
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 2001
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's