Een opleving van kerk en vroomheid
Godsdienstige beleving puriteinen spreekt alle tijden en kerken aan
Een hernieuwde opleving van kerk en vroomheid. Dat is het wat de Engelse beweging van het puritanisme kan brengen. Zaterdag wordt in Gouda een handboek over het puritanisme gepresenteerd dat ingaat op geschiedenis, theologie en invloed van de puriteinen. Dr. R. Bisschop, prof. dr. W. van 't Spijker en dr. W. J. op 't Hof namen ieder voor zich een deel voor hun rekening. De beweging der puriteinen raakte in Engeland buiten de kerk terecht, maar hun accent op de persoonlijke vroomheid beïnvloedde de kerken wereldwijd.
De term puriteinen omvat een breed begrip. Het begin van de beweging is duidelijk gericht op hervorming van de kerk. De puriteinen beoogden een zuivering (vandaar hun, oorspronkelijk als scheldwoord bedoelde, naam) van kerk en liturgie. Dat streven mislukte en de puriteinen kwamen grotendeels buiten de officiële staatskerk terecht. Het puritanisme wordt vooral een vroomheidsbeweging, een verschuiving naar een meer ingekeerde beleving, aldus Van 't Spijker.
Tussen Nadere Reformatie en puritanisme zien de drie auteurs nauwelijks verschillen. In beide gevallen gaat het volgens hen om een uitingsvorm van piëtisme. Bij het puritanisme is dat Angelsaksisch ingekleurd en is deze beweging vooral ook een internationale beweging, zelfs "de eerste eigen gestalte van gereformeerde vroomheid", zegt dr. Op 't Hof. "Bij puritanisme en Nadere Reformatie gaat het om analoge bewegingen, beide begonnen als kerkelijke hervormingsbeweging, maar uiteindelijk teruggeworpen op de vroomheid. Je zou kunnen zeggen dat de Nadere Reformat ie met het puritanisme is meegelift", aldus de hervormde predikant uit Nederhemert.
Prof. Van 't Spijker ziet bij het puritanisme een verschuiving van rechtvaardiging naar heiliging, ook een verschuiving van geloof naar ervaring.
"Niet een verinnerlijking", voegt dr. Op 't Hof eraan toe, maar toch wel "gethematiseerd." Hij verwerpt de bekende these van dr. C. Graafland dat er in de nareformatorische tijd sprake is van een beweging naar subjectivering. "Dat is veel te geprononceerd. Ik plaats de beweging meer in de historische context en zie vooral een legitieme ontwikkeling. Wel zie ik in de achttiende eeuw -dat oordeel zullen sommigen niet fijn vinden- dat het puritanisme een subcultuur wordt en dat er een stuk gezapigheid ontstaat. Dan worden de banden met de officiële kerk steeds minder."
Vastgelopen
Dr. Bisschop vindt het typerend voor de puriteinen dat ze het verzet tegen de misstanden in de kerk niet opgaven nadat zij in de zestiende eeuw in Engeland als het ware buiten de kerkelijke orde verklaard waren, maar dat er een ondergrondse ecclesiologische beweging ontstond. "Men gaf de strijd om een zuivere kerk niet zomaar op. Een klein deel van de bevindelijke puriteinen trok de consequenties en nam afscheid van de staatskerk. Een ander deel bleef binnen de Anglicaanse Kerk en streefde vanuit die positie naar heiliging van het kerkelijke en het volksleven. Deze verscheidenheid heeft ook haar goede kanten. Je ziet dat die buitenkerkelijke vroomheid van het puritanisme iets wordt dat alle tijden aanspreekt."
Dr. Op 't Hof: "Toch moeten we voorzichtig zijn. Er is altijd oog voor het innerlijk geweest, maar na het stuklopen van de beweging binnen de kerk was men gedwongen buiten de kerk de vroomheid vol te houden."
Dr. Bisschop: "Dat is zo, maar in sommige gevallen sloeg dat separatistische puritanisme wel door in een te sterk accent op subjectivisme."
Prof. Van 't Spijker: "Komt er dan ook niet een andere benadering van de theologie naar voren? Bij Amesius krijg je toch een ander geloofsbegrip. Dat blijft het probleem van het puritanisme: hoe voorkom je dat de subjectiviteit doorslaat."
Heeft de puriteinse visie op het verbond hier geen correcties aangebracht?
Prof. Van 't Spijker: "Daarover is binnen het puritanisme altijd verschillend gedacht. Je ziet bij hen net zo veel aanhangers van twee als van drie verbonden. Er is er in ieder geval geen herrie over, zoals in Nederland. Je ziet wel later, bij de Schotse verbondsleer, dat men er niet aan ontkomen is om de scholastiek te gebruiken, door allerlei onderscheidingen te maken die oorspronkelijk niet gangbaar waren."
Dr. Op 't Hof: "Het verbond ging op allerlei manieren functioneren, niet alleen individueel, maar ook kerkelijk en politiek. Het verbond is veel minder kerkscheidend geweest dan in Nederland. Maar als het gaat om het kenmerkende bij de puriteinen, zie ik vooral de verhouding tussen Wet en Evangelie als centraal gegeven. Maar niet dat schematiserende dat er later soms van is gemaakt. Perkins kent zeven verschillende bekeringsschema's. Waar het echt op aankomt, is dat we bij Christus komen en Hem kennen."
Dr. Bisschop: "Er is wel verschillend gedacht over de vraag wat er aan het verbond voorafgaat. Dan zijn de puriteinen heel divers. Ik denk bijvoorbeeld aan het preparationisme. De ene puritein beklemtoont sterker dan de andere dat ieder die de genademiddelen biddend gebruikt, daardoor ook de zegen van Gods genade zal ontvangen. Maar dát die middelen gebruikt moeten worden, staat buiten kijf. Zo kan ook de persoonlijke verbondssluiting in de ene situatie fungeren als een middel waardoor God Zijn genade wil schenken aan hen die Hem zoeken, terwijl in een andere visie deze verbondssluiting meer dient om reeds ontvangen genade te versterken."
Dr. Op 't Hof: "De puriteinen hebben de onvoorwaardelijke beloften geleerd. Er was wel een voorwaarde, maar die is door God zelf gewerkt. De puriteinen waren erg afsnijdend. Aan de ene kant predikten zij honderd procent Wet en dat de mens geheel verdoemelijk is. Ze hanteerden daarbij toch ook de chronologische volgorde van Wet en Evangelie: eerst de Wet en daarna in het Evangelie de onvoorwaardelijke belofte. Wij zijn geneigd om vijftig procent Wet en vijftig procent Evangelie te prediken, maar voor de puriteinen is het twee keer honderd procent."
Prof. Van 't Spijker: "Predikers als de Erskines hebben tegenover het wetticisme en moralisme een onvoorwaardelijke belofteprediking gebracht. De meeste puriteinen zijn niet systematisch geschoold. Zij hanteren een bepaald patroon van prediking. Het is meer een verklaring van een doctrina, met grote nadruk op de toepassing."
Dr. Op 't Hof: "Het grootste deel is zelfs toepassing. Maar daar zie je de puriteinen ook in het hart. Het is zo bijbels, dogmatisch evenwichtig, met als voornaamste doel dat mensen tot geloof in Christus komen."
Wanneer komt het puritanisme tot een hoogtepunt en wie zijn de laatste vertegenwoordigers?
Prof. Van 't Spijker: "De Westminster synode is een hoogtepunt geweest. Daarna ging de beweging toch vervloeien."
Dr. Op 't Hof: "Het puritanisme is een historische beweging, dus met de zeventiende eeuw heb je het wel gehad. Daarna zijn er uitlopers, maar het is de vraag of je die tot het puritanisme kunt rekenen."
Prof. Van 't Spijker: "Puritanisme is als een olievlek in een grote vijver. Het kan verschillende gestalten aannemen."
Is het puritanisme als een opwekking binnen de kerk te beschouwen?
Dr. Op 't Hof: "Daar heb ik toch moeite mee. Er is heel weinig onderzoek gedaan naar de levensgeschiedenis van de puriteinen zelf. Maar wat je ervan ziet, is dat het geen triomfverhalen zijn. Bij de meeste predikanten was het toch ploegen op rotsen."
Prof. Van 't Spijker: "Als je spreekt over opwekking, dan was het meer randverschijnsel, zoals dat naar voren kwam bij de Quakers en de Tremblers."
Dr. Op 't Hof: "Opwekkingen vinden wel later plaats, in Schotland. Daar zie je iets van het massale van de beweging van de Geest."
Het zijn vooral de Schotten die tegenwoordig populair zijn, maar dan behorend tot de laatpuriteinse traditie. Is dat verklaarbaar?
Prof. Van 't Spijker: "Dat komt doordat ze zo eenvoudig zijn, warm en hartelijk in de nodiging."
Dr. Op 't Hof: "Het heeft wel iets bedenkelijks als veel mensen tegenwoordig het juk van de dogmatiek willen afwerpen, waardoor de belangstelling voor deze schrijvers misschien toch niet meer dan een tijdelijke aandacht is. Je ziet die belangstelling ook bij evangelischen, omdat ze op zoek zijn naar vastheid."
Dr. Bisschop: "Ik weet niet of het een uitstervende belangstelling is. De grote verdeeldheid binnen de gereformeerde gezindte, waarbij elke kerk haar eigen accenten legt, heeft tot gevolg dat men zich per definitie niet meer door de ander -die immers niet binnen het eigen kerkverband vertoeft- laat corrigeren. Dan blijkt juist de waarde van de puriteinen en de nadere reformatoren. In hen vindt men iets wat de kerkelijke verdeeldheid overstijgt."
Dr. Op 't Hof: "Er is meer dan Gray, McCheyne, Ryle en Packer."
Prof. Van 't Spijker: "Wij pretenderen in onze theologische bezinning ook gereformeerd te zijn. Dat betekent dat we elkaar niet alleen vinden op het vlak van de ervaring, maar dat er ook een substantiële gereformeerde overtuiging moet zijn die de ervaring draagt."
Dr. Op 't Hof: "Wat mij opvalt, is dat men zich vooral richt op de evangelische passages, en de zogenaamd wettische laat liggen. Dan gaat alles vervagen en is de tucht ook niet meer aanwezig. Het gaat de puriteinen niet alleen om de kennis van Christus, maar ook hoe je het leven inricht. Op dat punt kun je de puriteinen goed actualiseren, bijvoorbeeld hoe zij de huisgodsdienst in praktijk brachten."
Soms wordt er met gemengde gevoelens gekeken naar bepaalde puriteinse schrijvers, zoals de Erskines. Ze zouden misbruikt worden ten behoeve van het gelijk van de eigen parochie.
Prof. Van 't Spijker: "Als men bang is voor de Erskines, heeft men toch wel erg veel hoogte- of erg veel dieptevrees."
Dr. Op 't Hof: "Je treft bij hen het echt puriteinse gedachtegoed aan. De Erskines kunnen soms onbekommerd Wet en Evangelie als het ware omdraaien. Dan is het te vergelijken met een fuik, die heel breed begint, maar die op het eind heel nauw wordt. Vooral het laatste stuk wordt erg smal."
Prof. Van 't Spijker: "U raakt hier een heel aangelegen punt. Het ging het puritanisme niet om de ziel alleen, maar om de gehele breedte van het leven."
Legden de puriteinen niet steeds meer de nadruk op het zelfonderzoek?
Prof. Van 't Spijker: "Ook dat is een vraag die door de historische context is bepaald. In de Reformatie hoor je het eenvoudig: Ik ben een kind van God. Dat is een totaal andere benadering dan wanneer de kerken vollopen en men constateert dat het leven niet altijd deugt."
Dr. Op 't Hof: "Het zelfonderzoek is veel meer gethematiseerd. Maar ook Calvijn zei al dat er nauwelijks een op de tien gemeenteleden echt christen is."
Prof. Van 't Spijker: "Nou, nou, dat zullen wij niet zo direct meer zeggen."
Mede n.a.v. "Het puritanisme. Geschiedenis, theologie en invloed", door prof. dr. W. van 't Spijker, dr. R. Bisschop en dr. W. J. op 't Hof; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2001; 416 blz.; 69,90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2001
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2001
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's