De organist op zijn vingers kijken
In de Willem Hendrik Zwart Hal kunnen concertgangers met musici napraten
Het zit altijd vol in de Willem Hendrik Zwart Hal in Lemelerveld. De concerten op het elektronische Monarke-orgel in deze concerthal trekken een kleine 200 man. Organisator Ad Huetink kan het succes niet verklaren. "Wellicht de ontvangst, het contact met de musici en het feit dat je hier de organisten op de vingers kijkt."
De Grensweg in Lemelerveld voert dwars door de Overijsselse polder. De wereld lijkt hier te bestaan uit gras, bloemen, bomen en boerenbedrijven. Ruisende bladeren en zingende vogels kleuren het panorama in. Ook op het terrein van Huetink Bloembollen BV is het rustig. Toch gaan er op het bedrijf dat Ad Huetink (63) met zijn zoons runt jaarlijks ruim 40 miljoen leliebollen om.
Huetink had aanvankelijk een kalvermesterij, maar koos voor een bloembollenkwekerij. Inmiddels zijn alle kalveren vertrokken en ging de kalverschuur die aan zijn woonhuis grensde tegen de vlakte. Op die plaats verrees een concertzaaltje annex bedrijfsruimte waarin een Monarke-orgel staat, compleet met een echowerk dat boven de kleine galerij tegenover het orgel hangt. Huetink: "De realisering van een droom. Ik zit hier dagelijks twee uur te spelen. Of ik er aan gedacht heb een pijporgel in de zaal neer te zetten? Nooit, ik wilde graag een instrument met veel mogelijkheden en bovendien gaat fors pijporgel boven mijn budget. Nu heb ik vier klavieren en 75 stemmen. Ach, je moet dit instrument niet naast een pijporgel zetten maar afzetten tegen andere elektronische orgels. Ik ben tevreden met dit orgel, vooral de fluiten vind ik fraai. Maar van de klank van de trompetten van het hoofdwerk ben ik niet weg, die klinken nog te elektronisch. Het blijft een zoektocht. Regelmatig wordt er nog iets aan de intonatie veranderd."
Huetink liet Everhard Zwart de dispositie samenstellen. Hij wilde graag een instrument dat raakvlakken had met het Hinsz-orgel van de Bovenkerk in Kampen. "Op dat orgel heb ik les gehad van WiIlem Hendrik Zwart, maar mijn orgel klinkt natuurlijk niet zoals dat in de Bovenkerk - ook omdat ik er een vleugje van het zwelwerk van het Witte-orgel in de Apeldoornse Grote Kerk in wilde hebben."
Asmatische toestanden
De liefde voor het orgel zat er bij Ad Huetink al vroeg in. "Ik vond het als kind geweldig als mijn moeder op het harmonium liederen van Johan de Heer speelde." Huetink kreeg les van schoolmeester Albers en belandde vervolgens bij Cornelis Weijers, organist van de Grote Kerk in Apeldoorn. De smaak van meester en leerling liep nogal uiteen. "Ik had van mijn spaarcenten de bundel met 29 gezangen van Asma gekocht en nam die mee naar les. Of dat boek weg, of jij weg, ik wil hier geen asmatische toestanden, reageerde Weijers."
Huetink voelde zich meer thuis bij Willem Hendrik Zwart, van wie hij vanaf de jaren zeventig les kreeg. "Ik bewonder de muzikaliteit die hij bijvoorbeeld in koraalvoorspelen en in de begeleiding van de samenzang wist te leggen. Ik keek erg tegen hem op, maar hij was iemand die je snel op je gemak stelde. Al snel groeide er vriendschap tussen ons. Toen Zwart zijn eerste hartinfarct kreeg, had ik net mijn tweede hersenvliesontsteking achter de rug. Dat gaf een band. Vanwege die vriendschap heb ik mijn zaal de Willem Hendrik Zwart Hal genoemd."
Het was niet Huetinks bedoeling om er concerten te gaan organiseren. "Ik wilde graag een orgel in een goede zaal om er zelf op te kunnen spelen. Tijdens de open dag in december 2000 kwamen 800 mensen af, van wie er verschillenden vroegen of ik concerten ging organiseren. Dus zijn we op 26 mei 2001 begonnen met een concert door Everhard Zwart. Inmiddels organiseren we minimaal een keer per maand een concert, alle 180 stoelen zijn dan bezet. De meeste bezoekers komen uit de regio, maar er komen ook mensen uit Amsterdam, Gorinchem, Baarle-Naussau, Veendam en Kapelle in Zeeland."
Vingers
Huetink gaf zijn concertserie de naam "Royal Music All In". "Het orgel is een koninklijk instrument en onze concerten zijn voor iedereen bedoeld. Ik nodig daarom zelf de organisten uit. Dit jaar spelen onder anderen Klaas Jan Mulder, André van Vliet, Martin Mans, Wim Magré, Harm Hoeve, Martin Zonnenberg en Everhard Zwart. Daarnaast zijn bijvoorbeeld de trompettisten Arjan en Edith Post en de panfluitisten Noortje van Middelkoop en Liselotte Rokyta te horen."
Een sluitende verklaring voor het succes van de concerten op zijn elektronische orgel heeft Ad Huetink niet. "Concerten met dezelfde musici in kerken in deze omgeving trekken veel minder mensen. Wellicht is het ook de ontvangst, mensen worden bij ons met koffie ontvangen en krijgen na afloop van het concert een hapje en een drankje. Ze hebben dan de mogelijkheid de musici aan te klampen, want die dienen na het concert nog een uur te blijven. Belangrijk voor veel bezoekers is dat ze de organisten op de vingers kunnen kijken."
De programma's van de concerten worden in overleg met Huetink samengesteld. "Er klinkt hier van alles: Bach, Guilmant, Dupré, Widor en Messiaen. Op tweede pinksterdag bezocht ik een concert van Everhard Zwart in Apeldoorn, waarop hij de Eerste Symfonie van Vierne speelde. Een fraai werk, waar echter maar een klein publiek in geïnteresseerd is. Zo'n compositie zou ik in Lemelerveld dus niet programmeren. Of organisten gevraagd wordt een werk van Willem Hendrik Zwart te spelen? Nee, absoluut niet. Zwart zelf zou dat overigens niet prettig gevonden hebben."
Dit is het tweede deel in een drieluik over concertzalen met een elektronisch orgel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 23 juni 2003
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van maandag 23 juni 2003
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's