Van Anne Frank tot de shoah
Jip Wijngaarden geeft glanzende toneelcarrière op voor het beoefenen van bijbelse schilderkunst
Jip Wijngaarden was amper zeventien toen ze in 1982 uit 3000 gegadigden werd gekozen om de hoofdrol te spelen in het toneelstuk "Anne Frank". Een onstuimige carrière als actrice en filmster volgde. Hollywood wenkte. Tegenwoordig woont en werkt Jip in de betrekkelijke anonimiteit van het Franse dorpje Sergy. Ze is kunstschilder. "Ik had het gevoel dat mijn hart een groot gat was waar alles doorheen waaide." In Kampen maakt ze haar rentree met de tentoonstelling "Boulevard des déportés" over de Jodenvervolging.
"Ik heb een natuurtalent voor acteren." Jip Combes-Wijngaarden (38) zegt het op bijna verontschuldigende toon. Toen ze in 1982 meedong naar een rol in "Anne Frank", een theaterproductie van Jeroen Krabbé, deed ze dat op aandringen van haar vader. "Eigenlijk meer voor de grap. Ik had nog nooit op het toneel gestaan."
Ambities in die richting had Jip evenmin. Ze volgde de verkorte Nimeto-opleiding in Utrecht met de bedoeling naar de kunstacademie te gaan. "Al heel jong was ik creatief bezig met tekenen, kleien en schilderen. In die richting wilde ik me verder ontwikkelen."
Het liep anders. Jip verbaasde zichzelf met haar auditie voor "Anne Frank". Niet de beoogde rol als Margot, Annes zus, maar de hoofdrol van Anne kreeg ze toebedeeld. Een wereld ging voor haar open. "Alles was nieuw voor me. Tijdens de eerste try-outs gebeurde het wel eens dat het publiek begon te lachen. Dan hield ik ineens op met acteren en keek de zaal in. Twee seizoenen heb ik in het toneelstuk meegespeeld. Dat was een groot succes. Daarna volgde de verfilming."
Het Dagboek van Anne Frank koesterde Jip in die tijd al een aantal jaren als een kostbare schat. "Ik was ongeveer twaalf jaar oud toen ik tussen oude kranten in de spouwmuur van onze boerderij in Putten een van de eerste drukken van het dagboek vond. Waarschijnlijk diende het papier als isolatiemateriaal. Anne Frank loopt dus als een soort rode draad door mijn leven."
Rebels
Met haar vertolking van de rol van Anne Frank oogstte Jip veel bewondering. Ze kreeg allerlei aanbiedingen om in theaterstukken en films te spelen. Aanbiedingen waar ze gretig op inging. "Onbevangen stortte ik me in het avontuur. Acteren boeide me. Het was spannend, leerzaam ook. De opbouw van een stuk, het neerzetten van karakters, ik vond het allemaal heel interessant." De opleiding in Utrecht maakte Jip niet af.
In deze onstuimige periode was Jip "heel erg rebels." Hoewel ze op een christelijke school zat, wilde ze van het christendom niets weten. "Ik was heel veroordelend, vond christenen hypocriet. Bij het vak Nederlands schreef ik expres een werkstuk over de evolutietheorie. Het godsbeeld dat ik had, was ook verdraaid. Door mijn rol in "Anne Frank" geloofde ik echt dat Jezus een Duitser was met blond haar."
Omdat Jip de dingen graag zelf uitzocht, richtte ze met een paar vrienden toneelgroep De Zaak op. "Het was een soort Sjors-en-de-rebellenclub. Ik hield me bezig met avant-garde, maar speelde ook wel in klassieke stukken. Soms hielp ik mee met het ontwerpen van decors en kostuums. Aanbiedingen om bijvoorbeeld bij het Publieks Theater in Amsterdam te komen, sloeg ik af. Wel accepteerde ik af en toe filmrollen." Negen jaar lang bewoog Jip zich in de wereld van glitter en glamour. Maar gaandeweg sloeg de twijfel toe. "Als idool ben je gemeenschapsgoed, je raakt jezelf kwijt. Ik wist niet wat ik ermee aan moest en begon na te denken. Is dit nou alles? Eer en roem had ik geoogst, maar ik was niet gelukkig. Het leven dat ik leidde was oppervlakkig en leeg. Mijn hart was een groot gat waar alles doorheen waaide."
Hollywood
In 1989 ging Jip naar Frankrijk voor haar aandeel in de productie van de Amerikaan Robert Altman over het leven van Vincent van Gogh. Jip zou de rol van Sien Hoornik spelen. Tijdens de opnames leerde ze de geluidstechnicus Philippe Combes kennen. De vonk sprong over. Een jaar later verhuisde ze naar Parijs om met hem te trouwen. "Intussen wilde Altman me naar Hollywood halen. Hij was dol op m'n spel. Maar het werd me allemaal te veel. Ik was op, wilde niets meer. Philippe was op eenzelfde punt in zijn leven aangekomen. Allebei waren we op zoek naar de zin van het leven."
Houvast vonden beiden ten slotte in het Woord van God, de God van Israël. Jip ervaarde het als een "thuiskomen." Ze liet zich dopen en sloot zich aan bij een christelijke gemeente in Frankrijk.
De overgang naar het christendom betekende voor Jip een radicale breuk met het verleden. "Gevoelsmatig wist ik dat het nieuwe leven me alles zou kosten. En dat heeft het ook, want de basis deugde niet. Mensen om me heen verklaarden me voor gek dat ik Hollywood en andere aanbiedingen liet schieten voor iets wat je niet kunt zien. Ik was blij dat ik in Frankrijk zat. Het is erg moeilijk om zulke zaken uit te leggen. En misschien heb ik toen wel te radicaal nee gezegd tegen bepaalde zaken. Het heeft me jaren gekost om mezelf weer op te bouwen en een nieuw evenwicht te vinden."
Beschermd
In dat proces van zoeken en tasten, bidden en bijbellezen pakte Jip haar oude liefde, het schilderen, weer op. "In tegenstelling tot acteren is dat een eenzaam vak dat veel doorzettingsvermogen vereist. Maar ik voelde dat daarin mijn bestemming lag. Als ik schilder, ben ik mezelf, dan hoef ik geen toneel te spelen en op mijn tenen te lopen om te voldoen aan het verwachtingspatroon van anderen. Schilderen is een creatief proces dat ik beschermd kan uitoefenen. Op toneel leg je vaak iets van jezelf bloot wat niet voor anderen is bestemd. Daar hield ik steeds vaker een naar gevoel aan over."
Jip is autodidact, maar houdt van lezen en leren. Daarom volgt ze een cursus modeltekenen aan de kunstacademie van Genève. "Dat geeft een goede basis voor het schilderen." Minstens zo belangrijk voor haar werk is echter de studie Hebreeuws in het Joods Leerhuis in diezelfde stad. "Daardoor kan ik de Bijbel in de grondtaal lezen. Dat levert zo veel verrassende inzichten op dat ik er gepassioneerd van word. Al lezend komen er beelden bij me op die ik in schilderijen probeer weer te geven. Ik houd van figuratief werk, want ik merk dat ik verhalen vertel. Dat is nog een erfenis van het toneel, denk ik. Soms maak ik gewoon voor mezelf iets abstracts, maar dan blijkt er toch altijd iets herkenbaars in te sluipen. Mij intrigeert heel sterk hoe ik een bepaalde emotie kan overbrengen. Niet dat ik heel bewust een boodschap in mijn schilderijen stop, dat is mij te rationeel. Het overkomt me gewoon een beetje."
Jip vindt het dan ook geen enkel probleem wanneer mensen heel andere dingen in haar schilderijen 'lezen' dan ze er zelf in legde. "Ik beschouw dat juist als een groot compliment. Zo leeft een schilderij verder in het creatieve proces dat ontstaat tussen de kijker en het product van de maker. Ooit maakte ik een schilderijtje voor de nabestaanden van slachtoffers van een aanslag in Israël. Een vrouw die het zag zei tegen me: "Het spreekt van leven door de dood heen." Dat bedoelde ik er niet in eerste instantie mee te zeggen, al zat dat aspect er wel in. Die vrouw trok de boodschap naar zich toe en vond er troost in. Dat vind ik mooi."
Joods
Jips schilderijen zijn vaak gebaseerd op beelden uit het Oude Testament. Door haar rol in "Anne Frank" voelde ze zich al jong betrokken op het volk Israël. "Bovendien zag mijn vader er heel Joods uit. Vaak dachten mensen dat we een Joods gezin waren. Ik heb ook veel Joodse vrienden en kennissen. Daardoor heb ik me altijd met Israël vereenzelvigd."
Toch zijn er in Jips schilderijen wel degelijk verwijzingen naar de beloofde Messias, de Jeshua uit het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld in "Jacobs droom". De ladder is vervangen door een boekrol met daarop in het Hebreeuws de woorden uit Spreuken 30:2-4. Daar staat onder meer: "Wie is ten hemel opgeklommen en nedergedaald?" en "Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons?" Jip: "Ik wil niet te veel uitlegger zijn. Mensen die zoeken zullen zulke elementen zeker vinden. Wie in mijn schilderijen niet meer dan een leuk plaatje ziet, heb ik ook niets te vertellen."
Omdat Jip zo intensief met het volk Israël bezig was, nodigde de gemeente Kampen haar uit om rond 4 en 5 mei de jaarlijkse expositie in te richten in de voormalige synagoge rond het thema de "De shoah", de vernietiging van het Joodse volk. "Ik was blij met die uitnodiging", zegt Jip. "In de tijd dat ik Anne Frank op het toneel speelde, was ik intensief bezig met de holocaust. Door de hectiek van die tijd en omdat ik zo jong was, kon ik deze verschrikkelijke gebeurtenis geen plaats geven. Ik merkte dat ik met deze expositie dingen kon afmaken en een periode kon afsluiten. Nog steeds kan ik het verschrikkelijke gebeuren niet begrijpen, maar zo is het goed. We mogen niet vergeten dat de holocaust eerst God is aangedaan. Israël is immers Zijn volk."
De tentoonstelling "Boulevard des déportés" is tot en met 31 mei te zien in de voormalige synagoge van Kampen, IJsselkade 33. Informatie: 038-3317417.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 5 mei 2003
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 5 mei 2003
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's