Evangelisch getuigenis als ondertoon
J. G. Fijnvandraat gaat gesprek met cultuur aan, maar laat stemmen aan anderen over
LEEUWARDEN - Naar de stembus zal J. G. Fijnvandraat op 22 januari niet gaan. Dat heeft te maken met zijn afwijzing van de democratie als een onbijbels systeem. Er blijven voor voorgangers van 'de Vergadering' genoeg andere manieren over om het debat in het publieke domein aan te gaan: beurzen, braderieën, markten, of gewoon een praatje met de buurman.
Deelname aan de politiek taboe? Wordt het dan niet erg moeilijk om als christen je stem te laten horen? Dat valt allemaal reuze mee, blijkt na een gesprek met J. G. Fijnvandraat, voorganger bij de Vergadering van Gelovigen in Leeuwarden. De gemeente in de Friese hoofdstad kent zo'n tien voorgangers. Met bijbelstands staan ze op beurzen, met boekenkramen op markten en ook via contacten in de woonomgeving zijn ze vaak in gesprek met niet-christenen, verzekert Fijnvandraat. "Naar mijn overtuiging zullen voorgangers een dergelijke gespreksmogelijkheid niet moeten schuwen, mits het werk tot opbouw van de gemeente maar niet verwaarloosd wordt en aan fatsoensnormen wordt voldaan. Dus geen onordelijk geschreeuw door elkaar, zoals je wel in de media ziet en hoort."
Het zich afzijdig houden van het politieke systeem betekent natuurlijk niet dat de overheid dan onbereikbaar is, zegt Fijnvandraat. "We zouden het voorbeeld moeten volgen van Johannes de Doper. Die zei tegen Herodes dat wat hij deed, niet klopte. Ook de profeten zijn op deze wijze opgetreden, zonder aan de overheid deel te nemen. Het gesprek met politici buiten deze parlementaire context moeten we niet uit de weg gaan. Er bestaat de mogelijkheid zich schriftelijk tot kamerleden en ministers te wenden, bijvoorbeeld bij ethische vraagstukken."
De Leeuwardense voorganger noemt verder het deelnemen aan de wijkvereniging voor plaatselijk belang, aan de milieuvereniging, het bezoeken van asielzoekerscentra om met allochtonen in contact te komen en ze te helpen bij het leren van de Nederlandse taal en bij asielaanvragen; het plaatsnemen in panels voor radio en tv of het discussiëren op websites. Discussies zullen wel een "ondertoon van evangelisch getuigenis" moeten hebben, vindt hij. "Gaat het over normen en waarden, dan is het noodzakelijk naar de Schrift te verwijzen. Dat vraagt om een gedegen uitleg. Wat zegt de Bijbel over huwelijk, echtscheiding, prostitutie, onzedelijk en plat taalgebruik? Hoe moeten we staan tegenover abortus en euthanasie? Wat is de plaats van de burger ten opzichte van de overheid? De Bijbel laat zich ook niet onbetuigd over onze houding ten opzichte van vreemdelingen. Hier kan dan het asielbeleid bij worden betrokken."
In de bijeenkomsten van de Vergadering van Gelovigen gebeurt het wel eens een keer dat de spreker verwijst naar het maatschappelijk gebeuren, vervolgt Fijnvandraat. "Maar in de regel gaat het om schriftuitleg met een praktische toepassing, om het laten horen van een bijbels geluid op een bepaald vlak. Omdat wij meerdere voorgangers hebben, is het gevaar dat ze worden opgeslokt door de activiteiten minder groot dan in kerken met predikanten."
Zelf heeft de voorganger voorheen regelmatig opiniestukken geschreven voor de Leeuwarder Courant. "Ik ging dan in discussie met een atheïst. Die schreef scherp terug, zodat ik dacht: Doe je er wel verstandig aan dit gesprek aan te gaan? Op een bepaald moment ben ik dan ook gestopt."
Fijnvandraat is het eens met prof. F. G. Immink, die gisteren in deze krant zei dat een dominee of voorganger moet weten waarover hij schrijft. "De Bijbel spreekt niet in directe zin over abortus en euthanasie, wel over het feit dat God de autoriteit over het leven heeft. Ik heb ook wel eens lezingen gehouden tegen Sonja de Vries, de 'Jomanda' van Friesland. Daarvoor nam ik haar lectuur door en toetste de plaats die zij aan engelen geeft. In de zaal was een aantal van deze mensen aanwezig. Ze wilden in discussie gaan, maar toen heb ik gezegd: Je kunt een vraag stellen, en niet meer. Ik wilde geen opening geven aan dwaalleer en bovendien organiseerde ik zelf de lezing."
Gaat in een discussie, waarin gesprekspartners per definitie gelijkwaardig zijn, niet het 'tegenover' van de evangelieverkondiging verloren?
Je kunt iemand in een persoonlijk gesprek niet bombarderen met bijbeluitspraken. Je probeert na te gaan waar hij of zij staat. Gelooft hij in God, in een God Die machtig en heilig is? Heeft iemand kerkelijke belangstelling? Is hij wel eens in een kerk geweest? Hoe staat het met de zekerheid van het geloof? En zo ga je verder in het gesprek.
Wat voor lectuur heeft een predikant of voorganger nodig om de eigen tijd te leren kennen? Literair werk, moderne theologie? Of nog iets anders?
Mulisch of Reve lezen gaat mij te ver, er zijn anderen in de Vergadering die dat wel doen, maar ik zie niet in dat dit mijn taak is. Toen ik nog onderwijzer was op de mulo, heb ik wel dit soort boeken doorgenomen, om de jeugd te waarschuwen voor bepaalde literatuurlijsten.
Kuitert heb ik in het verleden ook wel gelezen, maar alleen z'n eerste boek, "Verstaat gij wat gij leest". Ik heb hem toen geschreven, maar kreeg alleen als antwoord: "U is kennelijk een andere opvatting toegedaan dan ik."
Ik wilde weten hoe het komt dat deze man zo'n invloed had in Friesland. Zijn eerste boekje vind ik ontzaggelijk rommelig en zwak, prof. W. H. Velema heeft later ook verstandige dingen tegen deze man geschreven. Toen hij verder ging in zijn opvattingen, heb ik me daar niet meer mee beziggehouden, het eerste was voor mij principieel afwijzend genoeg. Hetzelfde geldt ook voor andere moderne theologen."
Dit is het tweede deel in een serie van vier. Morgen: ds. A. van Heteren, christelijk gereformeerd predikant te Urk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2003
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2003
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's