Zoeken naar "het goede" in de ander
Anna Terruwe maakte het christelijke geloof vruchtbaar voor de psychiatrie
Vlak voor haar overlijden op 92-jarige leeftijd eerder dit jaar kwam onder redactie van prof. dr. Herman Vekeman een dik boek uit over de bevestigingsleer en frustratieneurose van Anna Terruwe, psychiater in rooms-katholieke kring, maar ook bekend ver daarbuiten.
Vekeman bundelde maar liefst 23 opstellen van Terruwe zelf en negentien van anderen die achtergronden belichten of met toepassingen komen voor andere domeinen dan dat van de psychiatrische hulpverlening. Sommige bijdragen zouden niet misstaan als wetenschappelijk artikel en hebben een pittig niveau. Andere stukken zijn wat meer uit de losse pols geschreven en laten zich gemakkelijker lezen.
Onder de auteurs bevinden zich bekende namen als mevrouw M. Gardeniers-Berendsen, lid van de Raad van State, Bob Goudswaard, emeritus hoogleraar aan de VU, Ernst Hirsch Ballin, ook lid van de Raad van State en hoogleraar in Tilburg en Klaas De Jonge, lange tijd voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Vekeman opent met een uitvoerige verantwoording waarin hij de rode draad van het boek uit de doeken doet, en met een "bibliografie van dr. Anna A. A. Terruwe over de jaren 1945-2003."
Thomas van Aquino
J. van Wieringen geeft in zijn bijdrage "Twee visies op geestelijke bevrijding bij Thomas van Aquino in de geschriften van Anna Terruwe" een nauwkeurige schets van het leven van Anna Terruwe. Zij werd geboren in 1911 te Vierlingsbeek. Na het gymnasium volgde zij een artsenstudie in Utrecht en specialiseerde zij zich tot psychiater in Vught en Nijmegen. In laatstgenoemde plaats vestigde zij zich op loopafstand van de Katholieke Universiteit als praktiserend zenuwarts. Als rechtgeaarde rooms-katholieke nam ze volop kennis van het Thomisme, de wijsbegeerte van Thomas van Aquino (1225-1274), dat aan het einde van de negentiende eeuw op uitdrukkelijk advies van 'Rome' moest gelden als fundament van wetenschap en theologie.
Het is niet voor niets dat een standbeeld van deze theoloog en wijsgeer uitkijkt op de parkeerplaats bij de aula van de (sinds kort zo geheten) Radboud Universiteit in Nijmegen, zoals een borstbeeld van Abraham Kuyper dat doet op het spreekgestoelte in de aula van de Vrije Universiteit te Amsterdam.
In 1949 promoveerde Terruwe op het proefschrift "De neurose in het licht van de rationele psychologie" bij prof. dr. P. Calon, hoogleraar psychologie aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. In de jaren vijftig van de vorige eeuw hielp zij veel geestelijken die kampten met seksuele problemen. Dat was in die tijd nogal verdacht. Rome stelde een onderzoek in en deed haar boeken in de ban. Bisschop Mutsaerts van Den Bosch kwam met een verbod op het consulteren van een vrouwelijke zenuwarts door priesters.
In de ban
In 1965 werd Terruwe, als een van de weinigen wier werk in de ban gedaan was, gerehabiliteerd. Er zouden zelfs sporen van haar werk terug te vinden zijn in Pauselijke encyclieken. Gaandeweg kreeg haar gedachtegoed niet alleen betekenis voor de psychiatrische hulpverlening, maar ook voor de politiek en het onderwijs. Bijvoorbeeld haar opvatting dat leiders van de volken elkaar meer zouden moeten bevestigen, zodat zij minder oorlogen met elkaar zouden hoeven voeren. Dat haar leer het eigenlijke vakgebied ver te buiten gaat, mag blijken uit de niet-psychiatrische bijdragen in dit dikke boek.
De bevestigingsleer en frustratieneurose hadden een belangrijke plaats in de denkbeelden van Terruwe. Bevestiging is een zoektocht naar het goede in de ander en dit de ander onder de aandacht brengen, om zo bij de ander de zwakke punten te helpen versterken. Bevestiging is herstel van de waardigheid van de ander als mens. Frustratieneurose is de neurose die voortkomt uit verwaarlozing in de jeugd, anders dan de neurose waarvan Freud vond dat ze voortkomt uit verdrongen seksuele spanningen. Bevestiging in geval van frustratieneurose kan mensen helpen te bepalen waartoe zij bestaan, wanneer zij door verwaarlozing of beschadiging in hun jeugd het besef daarvan ontberen. Bevestiging compenseert dat tekort.
Veel van wat Terruwe te berde gebracht heeft, is op een of andere wijze terug te vinden in de theorievorming binnen de psychische hulpverlening. Haar werk is leerzaam, omdat het toont hoe een christelijke psychiater het christelijke geloof vruchtbaar maakt voor de psychiatrie. Dat is bepaald geen overbodige luxe waar veel psychiatrische theorie rechtstreeks in verband gebracht kan worden met actieve verdringing van pastorale zorg.
Stoommachine
Vaak gaat men in tegen de weg van de Heere door de mens te boetseren naar het beeld van zijn voornaamste instrumenten, versterkers van een bepaalde menselijke functie. Doorgaans levert dit weinig verheffende mensbeelden op. Freud vergaapte zich aan de stoommachine. Vandaag aan de dag vertonen mensen ineens veel gelijkenis met hun computers. Dit staat wel ver weg van de zinvolle christelijke noties dat de mens geschapen is naar het beeld van God, een gevallen zondaar is, door het verzoeningswerk van Jezus Christus mag opstaan uit zijn geestelijke dood en ook al in dit leven mag genieten van de gezondheidsbevorderende opstandingkracht van Hem Die daarmee immers de dood heeft gedood.
De wijze waarop Terruwe haar werk heeft opgebouwd, toont krachtige rooms-katholieke trekken. Het rooms-katholicisme heeft veel christelijke leerstelligheden al vóór de Reformatie veilig proberen te stellen met behulp van de filosofie, en met name de Griekse filosofie, waardoor veel geloofswaarheden een filosofisch gewaad zijn gaan dragen. Thomas van Aquino heeft geloofswaarheden ingepakt in wijsgerig jargon van Aristoteles. Het lastige daarvan is dat Aristoteles vaak met twee woorden over een aspect van de werkelijkheid sprak, maar waarvan slechts één woord echt interessant was voor de beschrijving van de christelijke leer. Het andere -minder zuivere- woord was echter niet los verkrijgbaar, en kwam automatisch met het goede woord mee. Een mooi alledaags voorbeeld is het begrippenpaar vorm en inhoud, waarvan inhoud het meest tot de verbeelding spreekt omdat die er wel toe zou doen, terwijl dat met vorm niet of minder aan de orde zou zijn. Toch is het volstrekt zinloos om inhoud en vorm te ontkoppelen. Het zou echter beter zijn om beide termen niet te hanteren.
Het goede
Voor de beoordeling van het werk van Terruwe is onderkenning van deze typische filosofische vertekeningen van de christelijke waarheid over de mens van groot belang, omdat men anders het christelijke karakter gemakkelijk over het hoofd zou kunnen zien. Zo zou de omschrijving van "bevestiging" als zoektocht naar het goede in de ander, gemakkelijk reformatorisch verzet kunnen oproepen omdat het niet voor de hand ligt om in christelijk opzicht van het goede in de mens te spreken. Met het oog op de typische geloofsachtergrond zou "het goede in de ander" het beste vertaald kunnen worden met "de bestemming van de ander". Dat klinkt al weer heel wat beter.
"Bevestiging - erfdeel en opdracht" is een fraai boek dat tal van doorkijkjes biedt met betrekking tot het ontstaan van het pastorale psychiatrische werk van Terruwe en de toepassingen ervan op tal van andere levensterreinen dan de psychiatrie.
N.a.v. "Bevestiging, erfdeel en opdracht. Anna Terruwe - bevinding en perspectief", door H. Vekeman (red.); uitg. Damon, Budel, 2004; ISBN 90 5573 524 8; 448 blz.; 19,90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 november 2004
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 november 2004
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's