Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Historicus met christelijke scoop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Historicus met christelijke scoop

Nieuwe VCH-voorzitter Beatrice Jansen wil ogen openen voor betekenis van godsdienst

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Vereniging van Christenhistorici (VCH) heeft een nieuwe voorzitter. De club bestaat inmiddels vijftien jaar en kennelijk is het dan tijd voor een dame: de bijna gepromoveerde historicus Beatrice Jansen-de Graaf (1976) neemt het roer van prof. dr. George Harinck over. Ze brengt enthousiasme en intelligentie mee, wil vooral vakhistoricus zijn en in de universitaire geschiedbeoefening aandacht voor "de verwaarloosde factor" van godsdienst vragen.

In de vijftien jaar dat de VCH nu bestaat, is er een duidelijke ontwikkeling te bespeuren. Niet zozeer getalsmatig: het ledental blijft constant op 400, en op de jaarlijkse VCH-dag stapt er een vaste kern van zo'n 25 over de drempel. De ontwikkeling is meer inhoudelijk. Toen Beatrice Jansen-de Graaf zich in 1998 na haar studie bij de VCH aansloot, was het een "club van respectabele mannen" die zich vooral met Abraham Kuyper en Groen van Prinsterer bezighielden. "Er ging een wereld voor me open."

Onbekende namen voor een christelijke historicus?

"Ik had me in hun werk en denken nooit verdiept. Ben in Utrecht opgeleid, een vrij eigentijdse en linkse universiteit met veel aandacht voor het communisme, de sociaal-democratie en buitenlandse geschiedenis. Niemand hield zich met het christendom of christelijke geschiedbeoefening bezig. Toen ik me bij de VCH aansloot, had ik het gevoel dat ik me in mijn eigen achtergrond moest gaan verdiepen. Hoewel ik in een hervormd gezin ben opgegroeid, had ik nog nooit goed over de christelijke traditie nagedacht.

Tijdens mijn studie heb ik niet veel van de VCH gemerkt. Ik dacht op de reformatorische studentenvereniging CSFR wel over de verhouding geloof en wetenschap na, maar het was pas na mijn studie dat de historicus en voormalig VCH-voorzitter dr. Roel Kuiper mij echt op de VCH attendeerde. Ik ben toen redacteur van het VCH-blad Transparant geworden."

Zes jaar later bent u voorzitter. De VCH staat aan het begin van een nieuwe periode?

"Ja en nee. Nee: ik ga in de voetsporen van de vorige voorzitter, prof. dr. George Harinck. En ja: ik breng een eigen insteek mee. Afgelopen zomer heb ik met Roel Kuiper en enkele andere VCH-leden gebrainstormd over de vereniging: wat ze was, wat ze is en hoe ze moet worden. We waren het erover eens dat er wat meer elan moet komen. Binnen de VCH kun je drie perioden en stromingen onderscheiden. In de beginperiode van de VCH is er veel tijd en aandacht besteed aan de vraag hoe je het christelijk geloof en geschiedschrijving verenigt. Kun je de geschiedenis duiden en moet dat zoals Groen van Prinsterer en Kuyper dat deden?

Een andere insteek binnen de VCH is de bestudering van de eigen geschiedenis: het protestantisme in het algemeen en de christelijke zuil in Nederland in het bijzonder.

Ikzelf vertegenwoordig een lijn die aandacht wil vragen voor de waarde van godsdienst als autonome factor in de maatschappij. Ik probeer dat zelf aan de universiteit tijdens discussies en colleges in te brengen en dat zou de VCH ook moeten doen, meer dan tot nu toe gebeurt.

De maatschappij is daarvoor ontvankelijker dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. In de begintijd van de vereniging hadden veel VCH'ers het gevoel christen te zijn in een klimaat dat het einde van het christendom verkondigde. Nu is de situatie heel anders. Door internationale ontwikkelingen en een figuur als Pim Fortuyn is er meer zicht gekomen op het feit dat godsdienst een drijvende kracht in de geschiedenis is. De VCH zou de ogen moeten openen voor de betekenis van kerk en godsdienst. Bij veel historici ontbreekt nog steeds het besef dat mensen ook irrationeel handelen. Dat kunnen wij als christenhistorici inbrengen, en de nu gangbare geschiedschrijving completeren met nieuwe vragen."

De vraag naar Gods hand in de geschiedenis is passé?

"Het is een vraag die nog steeds in de vereniging leeft en die waardevol is, maar waarmee ik niet vertrouwd ben. Het was een belangrijk thema voor Ewald Mackay en Roel Kuiper. Maar ik heb nog nooit een goed voorbeeld van een geschiedkundig artikel of boek gezien waarin een historicus dat praktiseert.

Ik zie geschiedwetenschap als vakmanschap. Een historicus onderzoekt feiten en ontwikkelingen, legt verbanden, maar hij kan niet achter de feiten kijken. Ik kan in mijn methode niet laten zien dat ik christen ben. Je kunt wel je bronnen selecteren. De val van de Muur zie ik bijvoorbeeld als een ingrijpen van God, maar dat zal ik als historicus niet zeggen. Ik kan bijvoorbeeld wel een uitspraak van een DDR-predikant invoeren die zegt dat hij Gods hand waarneemt.

Je zou aan het werk van een christenhistoricus wel moeten kunnen merken dat hij een ander mens- en wereldbeeld heeft. Hij is geen vooruitgangsgelo vige en geen cultuurrelativist, maar weet dat de mens tot het kwade geneigd is en ook dat er bekering mogelijk is. Dat bepaalt zijn visie op de Tweede Wereldoorlog, op het communisme, op de sociaal-democratie enzovoort. Ik zal mijn studenten er alert op proberen te maken dat elke auteur een bepaalde vooronderstelling heeft.

Uiteindelijk heb ik dus geen christelijk verklaringsmodel, wel een christelijke scoop en verwachtingshorizon."

Hoe gaat u uw ambities concretiseren?

"We gaan een boekenreeks opzetten. De serie die ooit bij uitgeverij Groen in Heerenveen liep, moest worden gestopt. Met een recent gekregen legaat van 25.000 euro willen we een nieuwe reeks starten. Dat worden geen gebundelde artikelen, maar monografieën. Roel Kuiper zal met anderen de redactie vormen.

Verder willen we wetenschapscommissies opzetten. Aan elke universiteit zitten christelijke docenten en promovendi. Die zouden mensen om zich heen kunnen verzamelen en van tijd tot tijd bijvoorbeeld een seminar kunnen organiseren. Ik wil dat in Utrecht starten, een ander doet dat in Groningen of aan de VU in Amsterdam. Maar we moeten niet alleen in de wereld van de wetenschap actief zijn. Ook hogescholen en middelbare scholen willen we graag bedienen.

We willen aansluiten bij thema's die in het maatschappelijke debat opduiken. Als iemand moslims gaat vergelijken met de SGP, dan moet de VCH van zich laten horen en een bijdrage aan het gesprek van vandaag leveren."

En het gewone publiek?

"Geschiedenis is bij het algemene publiek weer in. Mensen gaan bijvoorbeeld en masse naar de Nacht van de Geschiedenis. Wij willen ook een beetje entertainment gaan bieden. Geen Nacht van de Geschiedenis, maar wel iets laagdrempeligs. We moeten bijvoorbeeld niet alleen jaarvergaderingen organiseren, maar een meer informele aanpak kiezen: een soort historisch café met een paar goede lezingen en een informele setting.

Social history, met aandacht voor de geschiedenis van de eigen traditie en voor de eigen achterban, is belangrijk. Je moet de eigen traditie niet bezweren, maar wel begrijpen dat je in een bepaalde traditie bent opgegroeid. Daarvoor willen we aandacht vragen, bijvoorbeeld via de website. Hopelijk komt daar interactie op gang."

Op de manier van het Historisch Nieuwsblad?

"Het Historisch Nieuwsblad is een soort Algemeen Dagblad geworden, met korte soundbites en een MTV-achtige aanpak. Dat zal Transparant nooit bieden. Dat willen we niet. Je ziet wel dat het historisch besef ook in christelijke kring afkalft. We zullen actief onder de nieuwe generatie moeten gaan werven. Elk jaar zijn er meer geschiedenisstudenten en onder hen bevinden zich altijd christenen."

die de VCH niet kennen.

"Opvallend genoeg willen veel christelijke studenten in hun vak niet weten dat ze christen zijn. De VCH is dus inderdaad niet in beeld, daar kijken ze een beetje op neer. Daar moet verandering in komen."

KADER

Beatrice Jansen

Drs. Beatrice Jansen-de Graaf (1976) studeerde geschiedenis en Duits in Utrecht en Bonn. Ze schreef een scriptie over de revolutie in de DDR en de rol die de kerken daarin hebben gespeeld. Begin december verdedigt ze aan de Universiteit Utrecht haar proefschrift over een vergelijkbaar thema: "Over de muur. De DDR, de Nederlandse kerken en de vredesbeweging". Sinds deze zomer is ze docent-onderzoeker bij de projectgroep politieke geschiedenis en internationale betrekkingen van de Universiteit Utrecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 15 november 2004

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Historicus met christelijke scoop

Bekijk de hele uitgave van maandag 15 november 2004

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's