Een bevlogen prediker in de IJmond
Ds. Van Slooten viert 25-jarig ambtsjubileum
IJMUIDEN - Ooit typeerde een goede bekende hem als een reformatorische opwekkingsprediker. Daarin kan ds. U. W. van Slooten zich wel vinden. De predikant, die gisteren 25 jaar geleden in hervormd Hagestein bevestigd werd, verlangt dan ook sterk naar een revival. "Wij organiseren dat niet. Alleen de Heilige Geest kan zoiets bewerkstelligen."
Tijdens zijn theologische studie in Utrecht raakte hij geboeid door de Engelse en Schotse kerkgeschiedenis, onder andere doordat hij een scriptie schreef over de leer van de Heilige Geest bij John Owen. Nog steeds is ds. Van Slooten op de puriteinen georiënteerd. Een wand met boeken van onder meer McCheyne, de Erskines, Lloyd-Jones, McGrath en Packer getuigt daarvan. Bij de wekelijkse preekvoorbereiding komt deze meditatieve lectuur de predikant vaak goed van pas.
Het missionaire boeit hem. "Ik herken me wel in mannen als Whitefield en Edwards. Die hadden dat ook: een warme, bijbelse prediking met een appèl op het hart. Iedereen moet mee."
Op de kansel is hij druk, bevlogen, bewogen en soms geëmotioneerd. "Preken is een hartelijke nodiging, de deur van Gods heil royaal openzetten, Christus verkondigen, warm en enthousiast."
Sinds mei 2002 is ds. Van Slooten verbonden aan de hervormde gemeente van IJmuiden-West. De cultuur is er anders dan in het Gelderse Heerde, zijn vorige gemeente. In de PKN-classis Haarlem is de predikant de enige die zich rekent tot de Gereformeerde Bond. Dat is soms eenzaam. Toch weet de "open bonder", zoals iemand hem ooit typeerde, zich op zijn plaats in de Noord-Hollandse streekgemeente. "Omdat God me er riep. En omdat ik me verantwoordelijk weet voor de hele kerk."
Ulbo Wigerius van Slooten -zijn namen verraden de Friese achtergrond van de familie- groeide op in een hervormd gezin in Amersfoort. Al vroeg was er het verlangen om de Heere God te dienen. Maar toen iedereen vond dat hij theologie moest gaan studeren, koos Bob voor de studie sociale geografie aan de Utrechtse universiteit. Binnen een jaar liep hij echter vast, vanwege de evolutionistische uitgangspunten van het vak. "God heeft me laten doodlopen in de sociale geografie." Na een periode van militaire dienst koos Van Slooten alsnog voor de theologische studie. "Nu was het mijn eigen keus."
Tijdens de studie in Utrecht kwam er veel op hem af. "Ik ben dankbaar dat ik het geloof heb behouden", aldus de predikant. "Onder andere de colleges van professor Graafland en het lidmaatschap van de studentenvereniging Voetius hielpen om vast te houden aan de gereformeerde belijdenis."
Na zijn kandidaatsexamen in 1976 ging Van Slooten aan de slag als IZB-evangelist in Ridderkerk, waar hij vooral een taak had als toeruster van gemeenteleden. Vervolgens werd het Zuid-Hollandse dorp Hagestein in 1979 zijn eerste predikantsplaats. "Een goede gemeente om de eerste schreden te zetten in het ambtelijk werk, omringd door kerkenraadsbroeders die gewend waren met jonge predikanten om te gaan."
Met zijn tweede gemeente, Renswoude, heeft de predikant nog altijd een bijzondere band. "We hebben daar iets van de vrucht op het zaaiwerk mogen zien. Een intensivering van het gemeenteleven in de breedte en de diepte." Na ruim zes jaar verhuisde het gezin in 1990 naar Bergschenhoek, in Zuid-Holland -"een grote gemeente met veel kringwerk en aandacht voor gemeenteopbouw"-, om vervolgens in 1995 in het Noord-Veluwse Heerde terecht te komen.
In het seculiere Noord-Holland heeft ds. Van Slooten de laatste jaren gemerkt hoe belangrijk het is om het gereformeerde gedachtegoed te vertalen naar hedendaagse mensen. "In deze omgeving kun je er niet van uitgaan dat mensen de lading van begrippen als gerechtigheid, zonde en genade, rechtvaardiging en heiliging direct oppikken. Ik merk dat ik steeds meer deze bijbelse begrippen in de verkondiging ga uitleggen. Dat is een grote opgave, maar de geweldige betekenis van de gereformeerde theologie is het waard."
De predikant, zelf niet zo'n beleidsmaker of vergadertype, is ervan overtuigd dat een herder en leraar zich moet concentreren op wat echt belangrijk is: prediking en pastoraat. "Dat zijn de beide brandpunten van het predikantswerk." Pastoraat houdt voor hem in dat een herder in zijn aandacht voor de gemeente een afspiegeling is van de zorg van de Goede Herder: "Het Woord van God in de persoonlijke situatie van de schapen brengen en toepassen. Daar gaat zegen van uit."
Ondanks 25 jaar ervaring is het ambtelijk werk nog steeds geen routineklus geworden, zegt ds. Van Slooten. "Ik ervaar altijd nog een stukje gezonde spanning als ik de kansel opga. Ook rouw- en trouwdiensten zijn voor mij nooit vanzelfsprekend geworden. Zo zal ik voor elke gelegenheid een nieuwe meditatie maken. Een van mijn leermeesters, dr. H. Jonker, waarschuwde er vroeger al voor dat je als predikant nooit een IJzeren Hein mag worden."
Dan is het predikantschap een zware taak, erkent de predikant. Toch mag er ook een bepaalde onbezorgdheid zijn. "Op de manier zoals Luther dat had. Als die eens een avond thuisbleef bij Käthe, zei hij: Gods werk gaat toch wel door."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 2004
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 2004
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's