Een tanker klem in de Bocht van Bath
VLISSINGEN - Niet minder dan 161 calamiteiten met schepen op de Zeeuwse wateren maakte Piet van der Vlies in twintig jaar mee. Nou ja, eigenlijk 160, want één geval betrof een gestrand vliegtuig. Gisteren presenteerde de oud-calamiteitencoördinator van Rijkswaterstaat in het Vlissingense maritiem muZEEum een boek over 80 van die incidenten. 't Is een stukje geschiedschrijving, maar wat uiterlijk betreft heeft het werk meer weg van een jongensboek.
De omslag zuigt de lezer meteen naar binnen. Vanaf een grote rode tanker stijgen enorme rookwolken op. Bij bestudering van het boek wordt al gauw duidelijk dat het de Federal St. Laurent betreft, die op 29 september 1985 in de Bocht van Bath op de Westerschelde in aanvaring kwam met de Bonny. Het laatste schip heeft een groot gat in de romp.
P. A. van der Vlies, dan twee jaar in dienst als calamiteitencoördinator bij Rijkswaterstaat directie Zeeland, wordt opgepiept. Het is niet de eerste keer dat de nauwe vaargeul van de Westerschelde tussen Rilland-Bath en het Verdronken Land van Saeftinghe het toneel is van een ernstige aanvaring. En 't zal zeker niet de laatste keer zijn.
"De Bocht van Bath is een van de plaatsen waar relatief veel ongelukken zijn gebeurd", zegt Van der Vlies. "Het is daar erg nauw. Dan hoef je maar één verkeerde manoeuvre te maken en het is gebeurd." Andere beruchte plaatsen zijn volgens de wrakkenexpert de Westerschelde bij Terneuzen en het stuk bij Hansweert. "Bij beide plaatsen zijn sluizen. Daardoor kruisen de schepen elkaar, en dat vormt een extra risicofactor. Zeker in de jaren tachtig, toen de apparatuur nog niet zo goed was, kon dat bij mist behoorlijk problematisch zijn."
Het werkterrein van Van der Vlies, die zijn functie als calamiteitencoördinator van 1983 tot vorig jaar bekleedde, betrof het hele rayon Zeeland van Rijkswaterstaat. Verreweg het meeste werk was er op de Westerschelde, de drukke vaarroute tussen de Noordzee en het Belgische Antwerpen. Grote olietankers zijn een dagelijks terugkerend schouwspel op de Zeeuwse zeearm. Van der Vlies verdiende er zijn sporen en leerde als geen ander de vaargeulen en soms verraderlijke stromingen in de Schelde kennen.
"In de loop der jaren heeft hij zich weten te bevestigen als de specialist no. 1 van de wrakkenruimingen op de Westerschelde", zegt directeur Marc Stordiau van het Belgische bedrijf Deme in zijn voorwoord bij het boek. Volgens hem is Van der Vlies geen "bureel-deskundige: Piet staat op het dek, hij kijkt dagelijks naar de werken en hij weet al wat op de Schelde en op zee gebeurt."
De schrijver haalt zijn schouders eens op. Van der Vlies is geen man van woorden, maar van daden. Dat blijkt ook in zijn boek. Geen ellenlange verhalen, maar slechts summiere bijschriften en krantenartikelen van weleer geven wat informatie bij de foto's die Van der Vlies van iedere calamiteit maakte. "Ik weet er veel te veel van", zegt Van der Vlies. "Als ik artikelen had moeten schrijven, zouden het technische verhalen zijn geworden. Bovendien had ik dan niet alles kunnen zeggen." Hij wijst op een artikel uit de Provinciale Zeeuwse Courant uit januari 1994. "Aanvaring brengt Rijkswaterstaat in verlegenheid", kopt de krant naar aanleiding van het door een tanker overvaren binnenvaartschip Rianca. "Als medewerker van Rijkswaterstaat kun je dat natuurlijk niet schrijven."
De totstandkoming van het boek ziet Van der Vlies als een stuk vastlegging van de feiten. "En waar het mij ook erg om ging: als mensen naar de foto's kijken, zullen ze zich weer alles herinneren omdat ze het hebben gezien. Misschien waren ze daar op vakantie of woonden ze in de buurt. Er zijn zo veel Zeeuwen met een maritieme achtergrond."
Voor Van der Vlies zijn er vijf, zes ongevallen die veel indruk op hem hebben gemaakt. "Daar vielen dodelijke slachtoffers. Dat treft je het meest." Eén keer maakte de gepensioneerde wrakkenman van nabij een grote scheepsramp mee, toen vlak voor de kust van het Belgische Zeebrugge de veerboot Herald of Free Enterprise verging. Bijna 200 opvarenden verloren het leven. "Wij werden betrokken bij de berging van het schip. Daar zaten toen nog slachtoffers in."
In de jaren tachtig en negentig gebeurden er meer ongevallen dan tegenwoordig, is de ervaring van Van der Vlies. "De veiligheid van de scheepvaart was toen nog lang niet zo groot als nu. Met bijvoorbeeld moderne radartechnieken is nu een veel betere plaatsbepaling mogelijk. Verder zijn ook de schepen zelf sterker geworden. Tegenwoordig zijn de meeste dubbelwandig. En Rijkswaterstaat is strenger geworden in de richting van schepen die in slechte staat zijn. In de jaren tachtig hadden we er wel eens een dat bijna doormidden brak. Die gevallen zie je niet meer. De Zeeuwse wateren zijn veiliger geworden." En dan is er altijd de uitzondering die de regel bevestigt. Het laatste ongeval dat Van der Vlies behandelde, betrof een frontale aanvaring tussen twee kanjers van autocarriers, in augustus vorig jaar bij de Bocht van Bath. "Dat was een uniek geval. Ik hoor nog het enorme gekraak waarmee ze uit elkaar werden getrokken."
Het boek "20 jaar calamiteiten in de Zeeuwse wateren" door P. A. van der Vlies is uitgegeven door De Vries Communicatie Centrum in Zierikzee. Het boek is alleen verkrijgbaar in het Vlissingse maritiem muZEEum, www.muzeeum.nl.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's