Heimwee naar het Kevertje vol bijbels
Anne van der Bijl: We hebben nu te maken met een veel gevaarlijker vijand, de islam
De Volkswagen Kever, vele jaren lang het beeldmerk van de stichting, siert nog altijd het kantoorterrein. Herinnering aan een niet eens zo ver verleden. Talloze malen passeerde het wagentje, beladen met Bijbels, het IJzeren Gordijn. "Intern hebben we het nog regelmatig over de goeie ouwe tijd van het communisme." In gesprek met Anne van der Bijl en Jenö Sebök over vijftig jaar Open Doors.
De ontmoeting heeft plaats in het vroegere kantoor van de stichting - toen nog Kruistochten geheten. Groot is het gebouw, een vertimmerd kruidenierswarenmagazijn achter Van der Bijls woning in Harderwijk, niet. "En toch", zegt de inmiddels 76-jarige oprichter van de organisatie, "hier, in dit vertrek, gebeurde het allemaal."
Een brede armzwaai. "Hier zaten de medewerkers, bijna op elkaars bovenlip. Buiten op het pad stonden de caravans, de bestelbusjes. Met dubbele wanden. De ruimte hierachter fungeerde als appartement voor de teams uit Rusland. En voor op straat stond dan zo af en toe een grote vrachtwagen van Van Gend & Loos, met van die grote kisten vol Russian Bibles. Ja, mooie tijd was dat."
Zwarte lijst
Praten met Van der Bijl over de tijd vóór de Wende is vooral luisteren, naar soms adembenemende verhalen. "Wat er in de communistische wereld gebeurde", zegt hij, "wist niemand in de jaren vijftig. Zelf zat ik in die tijd op een school voor wereldwijde evangelisatie, in Glasgow. Ik wilde evangelist worden, de zending in. Ik was soldaat geweest in Indonesië, en nu wilde ik échte vrede gaan brengen. Maar die school, het was eigenlijk een school voor halvewereldevangelisatie. Want nooit hoorden we iets over enig communistisch land. Dat er achter het IJzeren Gordijn duizenden christenen woonden, die wreed vervolgd werden, wisten we niet."
Geleidelijk aan kreeg hij er iets meer zicht op, slaagde hij er zelfs in een bezoek aan Warschau te brengen. "Toen ging er een wereld voor mij open."
Het werd het begin van een langdurige relatie met de vervolgde christenheid. Van der Bijl: "Terug in Nederland vroegen ze me te spreken in de Zuiderkapel in Haarlem. Dat was in 1955. Alleen, ze zetten het ook in de krant: "Anne van der Bijl gaat iets vertellen over christenen achter het IJzeren Gordijn". Hadden ze nooit moeten doen. Want op de avond zelf stond er een hele groep communisten voor de kerk. Een delegatie uit Amsterdam. Ik heb toch mijn verhaal maar gedaan. Dat wil zeggen: ik ben gaan evangeliseren, hield een soort preek, met drie zinnetjes over de kerk in de communistische wereld. Want meer wist ik er niet van!
Na afloop kwamen ze naar me toe en zeiden: "Van der Bijl, je weet er niks van." Ik zeg: "Hoe kan ik het ook weten? Je kunt er niet komen." Toen zeiden ze: "Als wij nu je tweede reis eens organiseren en financieren." Nou, dat zijn ogenblikken waarop je alleen maar ja kunt zeggen. Dus mijn volgende reis was een paar weken later, naar Tsjechoslowakije. Zeer georganiseerd en zeer bespied."
Toch zag hij kans een kijkje achter de façade te nemen. "Op een gegeven moment stonden we met de bus voor het stoplicht, midden in Praag. Ik sprong eruit, rende weg en die dag sprak ik in vijf kerken. De communisten in paniek! Overal hebben ze me gezocht. Toen ik 's avonds laat de zaal weer binnenkwam waar ze zaten, waren ze woedend. Ik kwam op de zwarte lijst terecht."
West-Berlijn
De terugreis naar Holland, per trein, voerde door Berlijn. "Oost-Berlijn, vervolgens West-Berlijn. En dáár wilde ik zijn. Maar ik werd natuurlijk goed in de gaten gehouden. In West-Berlijn stopte de trein. Ik had ervoor gezorgd dat ik bij de deur zat waar de conducteur stond. Ik zat op mijn koffer. En juist op het moment dat de trein weer ging rijden, sprong ik eruit. De trein reed weg, en ik was vrij. Ik bad: "Heer, ik wil vanavond in een groot vluchtelingenkamp spreken." En dat gebeurde. Ik wilde weten waarom mensen vluchten. Hoe komt iemand zo ver om álles achter te laten?"
Het was de tijd dat ook Nederlanders als de predikante Bé Ruys -die Tulpe, in Stasi-jargon- in West-Berlijn actief waren. "Ik meed haar", zegt Van der Bijl. "Zij was bevriend met het communistische regime." Fel: "En dat kan niet. Je kúnt als christen niet sympathiek staan ten opzichte van een regime dat systematisch christenen vervolgt. Om die reden ben ik contacten met de Wereldraad van Kerken ook altijd uit de weg gegaan.
Hoewel, later sprak ik een predikant uit Moskou, die wél de vergaderingen van de wereldraad bijwoonde. Ik vroeg hem: "Waarom ga je daar naartoe?" Hij begon bijna te huilen. Hij zei: "Voor mij is dat de enige kans om andere christenen te ontmoeten." Op zulke momenten moet je je eigen vooroordelen wel eens even onder de loep nemen."
Wonderen
Gaandeweg kreeg het werk van Van der Bijl landelijke bekendheid. Een "broeder" schonk hem een Volkswagen Kever, om nóg meer Bijbels naar de communistische wereld te kunnen smokkelen. Het ding werd wereldberoemd.
Er zijn in die tijd wonderen gebeurd, zegt hij. "Al moeten we ook eerlijk zeggen dat het met verschillende teams goed misgegaan is."
"Soms gebeurden er inderdaad bijzondere dingen", zegt Sebök. "Ik was net bij Open Doors begonnen toen het hoofd van de garage naar me toe kwam. Hij liet me een caravan zien die net terug was uit Moskou. "Zie je er iets bijzonders aan?" vroeg hij. Ik zeg: "Hij is smerig, maar verder, nee."
Toen wreef hij wat vuil weg. Wat bleek: overal zaten heel kleine gaatjes, in elk geval achttien. Het echtpaar dat met de caravan had gereden, was bij de grens bij Brest tegengehouden. Een van de douanemensen had hen aan de praat gehouden. Daardoor hadden ze niet in de gaten dat ondertussen een ander met een boor de caravanwand inspecteerde, om te kijken of er mogelijk Bijbels in verborgen waren. Zonder resultaat, want ze mochten gewoon verder rijden. Mét honderden Bijbels! Want in de wanden zaten wel degelijk Bijbels, maar de douaneman had precies daar geboord waar niets zat. Ja, zulke dingen gebeurden."
Gebed
Na de val van de Berlijnse Muur, in 1989, verschoof het front. China, Noord-Korea, de islamitische wereld werd het nieuwe werkterrein van de stichting. De naam Kruistochten werd gewijzigd in Open Doors (open deuren).
Inmiddels was ook het voormalige kruidenierswarenmagazijn in Harderwijk verlaten. Anno 2005 fungeert een ruimbemeten pand tussen Harderwijk en Ermelo als het hoofdkantoor van de internationale organisatie - met 23 kantoren wereldwijd. Haar achterban -het Open Doors-blad valt bij zo'n 50.000 mensen op de mat- komt uit de breedte van kerkelijk Nederland. "Ruwweg gezegd komen er evenveel mensen uit de evangelische als uit de traditionele kerken", weet Sebök.
Van der Bijl: "Voor iemand in China die gemarteld wordt, maakt het echt niet uit of er voor hem gebeden wordt door een gereformeerd iemand of door iemand van het Leger des Heils. Hij kent al die kerken niet eens. Maar hij heeft wel gebed nodig."
Goeie ouwe tijd
"We denken nog wel eens met heimwee terug aan de tijd van het communisme", zegt Van der Bijl. Sebök: "Intern hebben we het regelmatig over de goeie ouwe tijd van het communisme."
Van der Bijl: "Toen wist je wie de vijand was: een ideologisch systeem. Nu hebben we te maken met een veel gevaarlijker vijand. Een godsdienst. De islam. Al zeg ik er meteen bij: Wij benaderen moslims niet als vijanden. Wij zien de islamitische wereld als zendingsveld. Ik zoek er mijn broeders, de verdrukte christenen."
Toch is de nummer 1 op de Open Doors-ranglijst christenvervolging een communistisch land: Noord-Korea.
"Ik ben het daar ook niet mee eens. Saudi-Arabië had van mij op nummer 1 mogen blijven staan. Noord-Korea is een aflopende zaak. De islam niet. Zie Saudi-Arabië. Of Irak, waar christenen het nu moeilijker hebben dan in de tijd van Saddam. Zie ook Afghanistan. Het land heeft inmiddels een nieuwe constitutie, een nieuwe vlag ook. Op die vlag staan nu ook de woorden: "En Mohammed is zijn profeet." Net zoals in Saudi-Arabië. Wat betekent dat? Dat je niet meer over Jezus mag preken!"
"Ik beschouw de islam als een zeer groot probleem", zegt de Open Doors-oprichter. "Het zou het eindtijdprobleem kunnen zijn. De islam heeft de kenmerken van de valse profeet uit Openbaring. Maar het klimaat is op dit moment nog niet zo dat je dat openlijk kunt zeggen. Kijk, met het communisme was geen compromis mogelijk. Maar nu zoeken velen de dialoog, de trialoog. Omwille van de lieve vrede."
Sebök, nuancerend: "Toch had je in de tijd van het communisme ook christenen die de dialoog, het compromis zochten. De Christenen voor het Socialisme bijvoorbeeld.
Wat je vaak ziet is dat christenen uit angst alvast de vijand maar omarmen - en daarmee hun grondslagen verloochenen. Dat zag je toen, en dat zie je nu weer. Veel christenen zeggen: Het valt allemaal wel mee. Uiteindelijk zijn alle godsdiensten gelijk.
Overigens is de islam in mijn ogen niet het grootste gevaar dat ons bedreigt. Ik zie het secularisme als een nog groter gevaar. Nederland wordt, als we niet uitkijken, een soort politiestaat. Uit reactie op de opkomst van de islam."
"Ik ben pessimistisch", zegt Van der Bijl. "Wat we in Nederland nodig hebben, zijn weerbare christenen. Mensen -ik zeg het vaker- komen soms bij me en zeggen dan: "Anne, nu is er weer een kerk moskee geworden!" Dan zeg ik altijd: Als die kerk nog vol christenen had gezeten, was dat niet gebeurd. Dáár ligt het probleem. Bij ons. Het probleem zijn niet de moslims, niet de seculieren. Wíj verdedigen Jezus niet, wij verdedigen God niet. Wat we in Nederland nodig hebben, is een reformatie. Geen opwekking, maar een reformatie."
Wat als Anne van der Bijl straks stopt? Betekent dat het einde van Open Doors?
Sebök: "Nee. Althans, niet in Nederland. Misschien wel in Amerika. Daar staat Anne sinds hij het boek "God's smugglers" schreef, op een enorm voetstuk. De stichting heet daar Open Doors with brother Andrew."
"Heb ik trouwens nooit gewild", tekent de laatste aan. "Het is zo gelopen. Ooit kwam hier een bus vol Amerikanen in de straat. Ik was in de tuin bezig. Ze riepen: "Is brother Andrew ook thuis?" Ik zeg nee. En toen gingen ze weer. Ik heb ze nagezwaaid."
Kleur bekennen
Langzamerhand is hij zijn werkzaamheden aan het afbouwen, zegt hij. "Ik zit nu in de boekenschrijverij. We zijn aan een tweede boek bezig, over vervolging onder de islam. En in dat boek gaan we meer kleur bekennen. Daarin gaan we beschrijven wat de islam echt inhoudt. Dat zal niet iedereen ons in dank afnemen. Het zij zo."
Sebök: "Op dit moment zijn we ook bezig met het schrijven van een weerbaarheidshandboek. Daarmee werken we in andere landen ook. Hoe gedraag je je op het moment dat je vervolgd gaat worden? Ons streven is om het eerste deel van dat boek op de jubileumdag, 8 oktober, te kunnen presenteren. En we merken nu al dat er veel belangstelling voor is."
Hét dieptepunt in de achterliggende vijftig jaar?
Van der Bijl: "Ik weet het niet. Het is altijd op en neer geweest. Maar ik zou veel meer hoogtepunten dan dieptepunten kunnen noemen."
Sebök: "Als ik dan toch iets mag noemen Achteraf denk ik wel eens: Hebben we ons na de Wende misschien toch niet te vroeg teruggetrokken uit het Oostblok, uit de Sovjet-Unie? Als je nu ziet hoeveel christenen in die landen de kerk weer verlaten! Tijdens de verdrukking waren het echte christenen. Maar ze konden niet tegen de verleidingen van het Westen. En daar hebben wij ze nooit op voorbereid. Achteraf zie ik dat als een tekort."
Van der Bijl: "Nee, ook zij konden niet tegen de verleidingen op. En wij ook niet. Een dosis vervolging zou voor ons geen kwaad kunnen. Reformatie is nodig. We moeten ons mentaal gaan voorbereiden op vervolging."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 2005
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 2005
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's