Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een seconde, die eeuwigheid wil worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een seconde, die eeuwigheid wil worden

Dr. J. W. G. Meissner: Geluk is verbonden aan de verwachting van Gods Koninkrijk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens het schrijven van zijn proefschrift ervoer J. W. G. Meissner de momenten van diep geluk. "Ik werd zo meegenomen in mijn studie, dat ik tijd en ruimte vergat." De psychiater-filosoof grijpt spontaan op die ervaringen terug als het gaat over de vragen naar geluk en onze moderne samenleving. Hij moest een levensles leren: "Geluk komt van buiten, maar is veel alledaagser dan je denkt. Het is een seconde, die eeuwigheid wil worden."

Meissner promoveerde in 2003 op een studie naar de betekenis van de Zwitserse psychiater Alphonse Maeder. In zijn werk riep deze collega-psychiaters op om patiënten christelijk-pastoraal te benaderen. "Het is leerzaam je te verdiepen in Maeders zoektocht naar heil en geluk. Het is prachtig hoe Maeder uiteindelijk uitkomt bij de Bergrede: "Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen." Oftewel: Gelukkig zij die in afwachting zijn van het Koninkrijk en daardoor de armoede hebben ervaren van de richting die eigen geest hen wijst. Die notie van geluk keert in heel de Schrift terug."

De opkomst van het modernisme in de achttiende eeuw was fnuikend voor het juiste zicht op geluk, zegt Meissner. "De opvatting dat je geluk kan beleven aan iets wat nog staat te gebeuren, ging verloren. Zo stelde iemand als Descartes dat dingen er alleen zijn krachtens hun verleden. Ware kennis van zaken kan alleen worden bereikt als de bestaande wetenschap voortdurend door middel van analyses wordt verbeterd en aangevuld. Er was dus geen plaats meer voor de eerder breed gedragen gedachte dat de mens een bepaalde bestemming heeft, bijvoorbeeld in Gods Koninkrijk dat op hem toekomt. De modernist kan daar niks mee. Wat moet hij nog met God?"

Onderdeel van de moderne tijd, zo ontdekte Meissner verder, was de verwoede inzet van genotsmiddelen, die moeten helpen het geluk aan te wakkeren. "Tot mijn verbazing sijpelt deze misvatting omtrent geluk ook naar binnen in delen van de gereformeerde traditie", zegt Meissner. "Laatst kreeg ik een verslag onder ogen van een jeugdkerkdienst in een gereformeerd-vrijgemaakte kerk. De zaal was verduisterd, er was flitsverlichting aangebracht. Er werd een sfeer gecreëerd die jongeren buiten zinnen moest brengen. Het riep bij mij het beeld op van de hogedrukpan. Ik vind het een onzalige manier om de gelukzaligheid af te dwingen. Liever verkeer ik in een kale kerk, voor de overgave aan wat God Zelf door de kracht van de Heilige Geest naar mij toebrengt."

Verbeeldingskracht

Over het postmodernisme, dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw opkwam, was Meissner aanvankelijk enthousiaster. "Deze stroming heeft bijgedragen aan een beter verstaan van geluk. De psychiater tikt op het boek "Flow. Psychologie van de optimale ervaring" van de filosoof Mihaly Csikszentmihalyi. Vandaag de dag zien veel psychologen en psychiaters dit als het standaardboek over geluk. "Csikszentmihalyi adviseert zijn lezers doelen te stellen, op te gaan in activiteit, aandacht te hebben voor wat er gebeurt en te genieten van de directe ervaring. Als je dat op je laat inwerken, kom je bijna uit bij de tekst: "Nabij u is het Woord.""

Maar wat is dan die bijdrage van de postmoderne denktrant aan het juiste verstaan van geluk?

"Het postmodernisme heeft iets teruggehaald wat door de modernisten was weggeroofd, namelijk de notie dat geluk niet kan worden afgedwongen en veel alledaagser is dan je denkt. Daarbij is het opmerkelijk dat een aantal vertegenwoordigers van het postmodernisme ervoor heeft gepleit dat de samenleving weer godsdienstig wordt. Tom Wolfe bijvoorbeeld, ook wel de tsaar van de tijdgeest genoemd, schetst in een van zijn stukken een visioen waarbij de mens wordt opgeduwd uit het moeras en weer grond onder de voeten krijgt. Noem het God, zegt Wolfe, laat de mens weer godsdienstig mogen worden."

Maar in het postmodernisme heeft iedereen zijn eigen waarheid. Hoe vind je daarin dan een hechte basis voor je geluk?

"Het is inderdaad zo dat de postmodernist te veel leeft op de kaart van de verbeeldingskracht. Dat is te beperkt; verbeeldingskracht is maar een van de menselijke functies. Postmodernisme is eigenlijk: geloven dat de werkelijkheid werkt als taal en beeld. Maar dat is heel iets anders dan willen leven uit de kracht van het geloof in Gods beloften, in de nabijheid van Zijn Woord.

Ook in de kerken valt het mij op hoeveel predikanten verslingerd zijn geraakt aan het narrative, het verhalende, het vertellende. Terwijl preken toch veel meer is dan het prikkelen van de verbeeldingskracht. Denkkracht mag niet worden ingewisseld voor verbeeldingskracht. Houd ze naast elkaar. Leef uit de kracht van het geloof en houd het gewoon."

Wat gelukkig zijn inhoudt, ervoer Meissner tijdens het schrijven van zijn proefschrift. "Ik werd zo meegenomen in mijn studie, dat ik tijd en ruimte vergat." Ook het moment waarop hem spontaan een melodie te binnen schoot voor een gevonden liedtekst, was er een van geluk, zegt Meissner. "Het was een nieuwe melodie voor een oude liedtekst in het Latijn van mijn Leidse studentenvereniging. In één keer was die melodie er. Net of er iets oeverloos gebeurde. Na het maken voelde ik: Er is me iets te beurt gevallen. Dit verzin ik niet zelf, dit valt me toe."

Als psychiater wordt u geacht bij te dragen aan het geluk van mensen. Hoe doet u dat?

"Wat ik probeer, is patiënten op eenvoudige wijze vertroosting uit het Woord te laten putten. Ik nodig ze uit de Bijbel te lezen als het Woord dat God Zelf tot hen persoonlijk spreekt. De mens is geschapen door God. Daarin ligt zijn zin en zijn geluk: gericht zijn op God tot eer en lof van Hem. Er zijn kerken waar eindeloos wordt gevraagd: Hoe zeker ken jij die dingen die je zegt te kennen? Dat is een herhaling van de descartiaanse probleemstelling over ware kennis. We moeten de geloofstaal niet vervuilen met filosofische dilemma's. Dat creëert een oneigenlijke distantie tussen jou en de te kennen Persoon.

Ik heb patiënten wel eens een kopie meegegeven van een brief die Luther ooit schreef aan zijn kapper. Die had aan Luther gevraagd: Hoe moet ik bidden? Luther schrijft dan hoe hij voorafgaand aan zijn gebed uit de Bijbel las en vervolgens de bijbellezing als het ware terugbad. Hij noemde die dingen die hij tijdens de bijbellezing voor zichzelf had leren verstaan.

Ik wil voor mijn patiënten zijn als een van de knechten van Naäman de Syriër. Naäman weigerde zich zevenmaal in het riviertje de Jordaan onder te dompelen. Maar zijn knechten zeiden: Doe toch maar eenvoudig wat Elisa zegt."

Dit is het derde deel in een serie van vijf artikelen. Volgende week maandag de vierde aflevering, over consumentisme.


Johannes Wilhelm Georg Meissner groeide op in het dorpje Ens in de Noordoostpolder. Na het behalen van zijn gymnasiumdiploma studeerde hij geneeskunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Vanaf het kandidaatsexamen geneeskunde studeerde hij tevens filosofie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Onder prof. dr. Marten Kuilman specialiseerde hij zich aan de Psychiatrische Universiteitskliniek van Utrecht tot psychiater. In 1993 trad de gereformeerd-vrijgemaakte Meissner in dienst van het Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis (GPZ). Op 1 januari 1999 stapte hij over naar het Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis St. Franciscushof te Raalte. Sinds 1 januari 2004 is Meissner als psychiater werkzaam in het Psychiatrisch Diensten Centrum Kampen van Zwolse Poort. Tevens voert hij een pastorale psychiatrische praktijk aan huis. Meissner, 45 jaar, gehuwd en vader van vier kinderen, promoveerde in 2003 op een dissertatie over Alphonse Maeder en diens pastorale psychiatrie, met als titel "Van hulp en heil".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 maart 2005

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Een seconde, die eeuwigheid wil worden

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 maart 2005

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's