"Het was een worsteling, er was nood"
Kees van Vianen en Luuk Oevermans nemen afscheid van bestuur LCJ
Hij stond aan de wieg van wat later het Landelijk Contact Jeugdvereniginge n binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken ging heten. Vandaag, zo'n 25 jaar later, neemt Kees van Vianen afscheid als voorzitter van het LCJ. En in zijn kielzog neemt hij medebestuurslid Luuk Oevermans mee. "Sommige bijeenkomsten vergeet je nooit meer."
In huize Van Vianen, in het prachtige vestingstadje Nieuwpoort, blikken beiden terug op de tijd die achter ligt. "Er waren avonden", zegt Van Vianen (45), "waarvan ik weet dat de Heere in ons midden was. Waarvan ik weet dat ze tot zegen zijn geweest."
Oevermans (48) stemt met hem in. "Nog goed herinner ik me een bijeenkomst, eind jaren zeventig, hier in de omgeving. Het thema was "Kiest dan heden wie gij dienen zult". Dat maakte diepe indruk op ons. Ik weet van jongeren die nog diezelfde dag al hun grammofoonplaten doormidden braken."
Kanselboodschap
De wortels van het LCJ, een van de twee jeugdbonden binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), liggen in de jaren zeventig. Verontrusting over de koers van wat in 1978 de Christelijke Gereformeerde Jongeren Organisatie (CGJO) ging heten, lag eraan ten grondslag. Het JCGK ontstond, als een soort "informele voorloper" van het LCJ.
Van Vianen: "In 1953 was binnen onze kerken een kanselboodschap afgegeven, die zich toespitste op onder meer de verontrustende ontwikkelingen binnen het jeugdwerk. Verschillende kerkenraden in de regio begonnen zich af te vragen: Wat te doen? Dat resulteerde vanaf 1980 in het JCGK, een halfjaarlijks overleg in Dordrecht."
Wat de "Zeventien van Dordt", zoals het JCGK ook wel genoemd werd, níét wilden, was een organisatie naast de CGJO. Maar de zorgen bleven, werden groter. "Vanaf het moment dat ik betrokken raakte bij het jeugdwerk", zegt Van Vianen, "ben ik altijd op de bondsdagen van de CGJO geweest. Maar steeds meer ging ik me afvragen: Is dit nog christelijk gereformeerd? En het antwoord werd steeds duidelijker: Nee, dat is het niet. Het was de wereld die de agenda bepaalde."
In 1982 maakte het zogenoemde jeugdcontact Noordeloos en omstreken zich los van de CGJO. Het motiveerde die beslissing met de woorden "dat we de dingen niet alleen anders zeggen, maar ook anders bedoelen."
Oevermans: "Die stap is echt niet zomaar gezet. Het is een worsteling geweest. Er was nood, en die is in de kerkelijke weg ook vele malen op tafel gelegd."
Niet altijd gemakkelijk
Om een lang verhaal heel kort te maken: tot 1983 was er het JCGK, het "informele" overleg van de Zeventien van Dordt. In 1984 kwam het tot de oprichting van de Landelijke Commissie Jeugdverenigingen (de LCJ). Elf jaar later werd die naam veranderd in Landelijk Contact Jeugdverenigingen (hét LCJ).
Op dit moment zijn bij het LCJ 58 gemeenten aangesloten, met in totaal 162 jeugdverenigingen (-16 en +16). Eind vorig jaar waren er, aldus het jaarverslag 2005, ruim 3300 jongeren in de leeftijd van 8 tot 25 jaar lid. "En als de fusie met de zondagsscholenbond helemaal rond is, zijn dat er nog een paar duizend meer."
Hét gezicht van het LCJ werd Kees van Vianen - al verdween hij later, met de komst van de jeugdwerkadviseur(s), weer wat meer naar de achtergrond. "Het is allemaal heel snel gegaan", zegt hij. "En ik moet erbij zeggen: ik heb toen niet beseft waar ik aan begon."
Anders had u nee gezegd?
"Het was in elk geval niet altijd even gemakkelijk. Er zaten lastige kanten aan. Er waren bijvoorbeeld kerken die goed wisten wat ze niet wilden. Maar niet goed wat ze dan wél wilden. Ook het contact met de CGJO en met deputaten heb ik meer dan eens als zwaar ervaren."
Vele vrije uren besteedde Van Vianen, in het dagelijks leven manager klantenservice bij Boots Healthcare in Naarden, aan de uitbouw van het jeugdwerk. "Achteraf denk ik wel eens: mijn eigenlijke baan was het LCJ, en ik had een nevenfunctie bij Boots Healthcare."
Veel heeft hij dan ook aan dit bedrijf te danken, zegt hij. "Het is een werelds bedrijf. In twee opzichten: het is top om er te werken, maar het is ook werelds in de zin van: ze weten echt niets van de Bijbel, van het christelijk geloof. En toch gebeurde het wel dat onze secretaresses de concepten van ons Bijbelstudiemateriaal nakeken op fouten."
Versluis
Diep ingrijpend was voor hem, en voor Oevermans niet minder, de plotselinge verdwijning van de eerste jeugdwerkadviseur, Piet Versluis. Zomer 2000 raakte hij vermist in de Oostenrijkse bergen.
Beiden vallen stil op het moment dat zijn naam valt. Van Vianens echtgenote neemt het woord. "Piet was de afgebeden jeugdwerkadviseur. En hij deed het goed, werkte hard. Piet was Kees tot heel grote steun. Hij zou Maarten van Middelkoop, onze tweede jeugdwerkadviseur, gaan inwerken. Maar ze zijn nooit één dag samen geweest."
Van Vianen: "Dit zijn de waaroms van het leven."
Opvolger
Drie jaar geleden was Van Vianen statutair aftredend en niet meer herkiesbaar. Toch mocht hij nog drie jaar aanblijven. "Bij wijze van bonus." In die periode werd het beleidsplan voor de jaren 2004-2006 opgesteld.
Vandaag is het moment om officieel afscheid te nemen dan toch aangebroken. Dat gebeurt tijdens een symposium in Amersfoort. Tegelijk met hem vertrekt ook Oevermans, die meer betrokken was bij het -16-werk.
Van Vianens opvolger is Hendrik Kok uit Sliedrecht. "Een bekwame jongeman, met echt Kokkenbloed." Wie Oevermans zal opvolgen, wordt na vandaag duidelijk.
Jongeren anno 2006 zijn, anders dan veelal wordt beweerd, niet "hongerig" naar "spirituele zaken", zo komt naar voren uit een vorige week gepubliceerd onderzoek van de Kerk van Engeland.
Van Vianen: "Het is niet waar. En als het wel waar is, ligt de oorzaak bij ons. De vreze des Heeren, het is iets groots, fantastisch. En als je daar zelf iets van mag weten, en dat ook uitdraagt, krijg je jongeren, ook anno 2006, stil. Dan luistert, om zo te zeggen, zelfs de grootste heiden. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij, ouderen, de vreze des Heeren vaak voorstellen als was het een moddersloot. Er zit geen leven meer in."
Hij pakt zijn Bijbeltje erbij, slaat het open bij Zondag 19 van de Heidelbergse Catechismus. "Hier, vraag 52. Wat troost u de wederkomst van Christus om te oordelen de levenden en de doden? Antwoord: Dat ik in alle droefenis en vervolging met opgerichten hoofde even Denzelfde Die zich tevoren om mijnentwil -om mijnentwil!- voor Gods gericht gesteld en al den vloek van mij weggenomen heeft"
Zoiets kun je toch niet met droge ogen voorlezen? Zo diep. En als je dat aan jongeren duidelijk maakt, vanuit je eigen beleving, luisteren ze. Zeker weten."
Dát missen jongeren vandaag de dag, zegt de scheidende voorzitter.
En dáárom grijpen ze ook massaal naar, bijvoorbeeld, opwekkingsliederen.
"Ik snap het. Ons wordt een rekening gepresenteerd. Jongeren staan bloot voor evangelische invloeden omdat wij zo weinig echt evangelisch zijn. Evangelisch in de zin van de puriteinen. Want besef je werkelijk wat vraag en antwoord 52 van de catechismus inhouden, dan kun je wel huppelen van zielenvreugd. Maar dat hoor je vandaag de dag heel weinig meer."
Oevermans: "Toch hoor je het nog wel, Kees. Vorig jaar, toen prof. dr. W. H. Velema op het slotappel iets uit zijn eigen leven vertelde, over het ongeluk dat hij had gehad, kon je een speld horen vallen. Omdat het authentiek was, omdat het uit zijn hart kwam."
In hoeverre is het LCJ in de achterliggende jaren opgeschoven in de richting van, laten we zeggen, de CGJO van 25 jaar geleden?
Oevermans: "Zeker is dat de kloof met de CGJO alleen maar groter is geworden."
Van Vianen: "Bij het LCJ zie je ook wel bepaalde verschuivingen. Ook omdat gemeenten zelf verschoven. Maar hun jeugdverenigingen bleven meestal wel aangesloten bij het LCJ. En dus kon het gebeuren dat een vereniging een Bijbelstudie deed aan de hand van een Bijbelstudie op tv. Overigens heeft die vereniging inmiddels afgehaakt."
Oevermans: "Wat is het belangrijk dat er op een jv-avond een diepgaande bespreking is, waar een goede bijbelse leiding aan wordt gegeven."
Van Vianen: "Heel goed merken wij de verschuivingen binnen het onderwijs. Het nieuwe leren. Jongeren krijgen drama, sketches en dergelijke op school. En brengen zulke vormen mee naar de jeugdvereniging. Was het 25 jaar geleden ondenkbaar dat je met behulp van een sketch Bijbelse zaken uitbeeldde, nu zie je dat meer en meer gewoon worden, en niet alleen binnen de 'linkerflank' van het LCJ. Een leraar is vaak meer een coach geworden, en een voorzitter van een jeugdvereniging inmiddels ook."
Zo nu en dan valt vanuit Bewaar het Pandgemeenten kritiek te beluisteren op de invulling van de LCJ-bondsdagen. Blijven de Psalmen wel gezongen worden, bijvoorbeeld?
Van Vianen: "Wij trekken ons die kritiek aan. Er zijn soms elementen waarvan ook ik me afvraag: Had dit niet anders gemoeten? Waarbij ik wel wil benadrukken dat het hier om incidenten gaat.
Tegelijk merk je in je eigen achterban dat bijvoorbeeld de bundel Opwekking steeds breder wordt gebruikt. En vraag je je af waar het heengaat. We zijn ontstaan vanuit zorg, vanuit verontrusting over bepaalde ontwikkelingen. En vergelijkbare ontwikkelingen zie je zich nu in je eigen achterban voltrekken."
De LCJ-voorzitter maakt er melding van in de afscheidsbrief die hij schreef aan de jongeren in de achterban. Zo onderstreept hij daarin hoe belangrijk het is het onderscheid tussen "bekeerd" en "onbekeerd" in het jeugdwerk duidelijk te blijven maken. "Soms heb ik de idee dat dat ook een beetje aan verandering onderhevig is geweest. Soms lijkt het alsof we al lerend samen op de Weg zijn gekomen en de wedergeboorte als een wonder van God niet meer nodig hebben - maar mogelijk vergis ik me daarin?"
En over de belijdenisgeschriften: "We kunnen ze alleen maar tot onze schade dicht laten. Blijven openen dus en je elke jv-avond een stukje eigen maken."
In het negatieve wil Van Vianen echter zeker niet eindigen. "Het is toch prachtig", zegt hij, "als je ziet hoeveel betrokken jongeren er nog zijn, hoeveel er onze avonden en conferenties ook bezoeken. En de verenigingen niet te vergeten."
Jongeren hebben behoefte aan identificatiefiguren. Was u dat?
"Van Vianen: "Nee en ja. Ik zou liegen als ik zei dat het niet zo was. Tegelijk: als ik naar mezelf kijk, nee. Ik hoop dat jongeren zien op Hem. Ik hoop dat ze Christus in mij gezien hebben. Dat ik transparant ben geweest tot op Christus."
Oevermans: "Ik ben er veel in tekortgekomen."
Van Vianen: "En door de genade, Luuk?"
Oevermans: "Ik hoop dat ze op Christus mogen gaan zien. De boodschap blijft onveranderlijk, ook in de toekomst: Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! Want ik ben God, en niemand meer. En dat geeft hoop."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 2006
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 2006
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's