Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De stoommachine van Freud

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De stoommachine van Freud

Dr. Hans Meissner uiterst kritisch over psychoanalyse

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Honderdvijftig jaar na zijn geboorte zien velen in hem een geniale pionier. Anderen vinden hem een wetenschappelijke fraudeur, of een groot schrijver. Voor dr. Hans Meissner uit Kampen is Sigmund Freud een atheïstisch materialist die in zijn fixatie op de seksuele aandrift helemaal is doorgeslagen. "Freud overschatte zichzelf enorm."

In zijn proefschrift komt de naam van Freud tientallen malen voor. Dr. Hans Meissner, werkzaam in het Psychiatrisch Diensten Centrum Kampen van Zwolse Poort, promoveerde in 2003 op de psychiatrie van de Zwitser Alphonse Maeder (1882-1971). Een niet zo bekende naam onder leken, maar iemand van groot belang voor de christelijke psychiatrie, zegt Meissner. "Je zou Maeder kunnen zien als de grote tegenhanger van Freud. Ze hebben veel met elkaar in contact gestaan, tot het uiteindelijk tot een breuk kwam. Maeder, werkzaam in Zürich, vond dat de Weense zenuwarts veel te veel de nadruk legde op de betekenis van iemands persoonlijke verleden voor zijn psychisch functioneren. Hij stelde dat je juist ook de toekomst mee moest laten wegen. Ten langen leste werd dit bij Maeder een godsdienstige zaak: de toekomst van Jezus Christus."

Een andere belangrijke tegenhanger van Freud is de intussen bijna 92-jarige metableticus Jan Hendrik van den Berg. Als jonge student zat Meissner bij hem in de collegebanken. Een geweldige ervaring was dat, blikt de Kampense psychiater terug. "Er zaten daar in Leiden zelfs een handjevol emeritus hoogleraren naar Van den Berg te luisteren. Deze charismatische hoogleraar had er heel scherp oog voor dat bij Freud het wegredeneren van godsdienst de boventoon voert. Freud was een pure materialist, hij sloeg helemaal door."

Wat moet de gemiddelde Nederlander van Freud weten?

"Er zijn een paar trefwoorden. Freud ziet zo ongeveer alles onder het gezichtspunt van de seksuele drift die tot bevrediging moet komen. In dit verband speelt het begrip "onderbewuste" een belangrijke rol. Het onderbewuste zijn de vooral seksuele driften, die volgens Freud het handelen van de mens bepalen. Hij noemt dit onderbewuste het "Es".

Dan is er het "Ich", de eigenlijke persoon, zeg maar onze presentatie naar de buitenwereld toe. En ten derde onderscheidt hij het "Uber-Ich", het geweten van de mens. Het Uber-Ich zijn de normen die anderen ons hebben aangeleerd, normen die ons voorschrijven hoe we met het "Es" moeten omgaan."

Freud was een vijand van het christelijk geloof, een militant atheïst die geloof beschouwde als niet meer dan illusie. Wat vindt u zijn gevaarlijkste opvatting?

"Dat hij vanuit zijn psychische theorie opklimt naar het godsdienstige. Volgens hem ligt de oorsprong van de godsdienst in menselijke verlangens. Zijn visie op dromen en illusies brengt hij over op het religieuze beleven. Godsdienst, zegt Freud, is droom, fantasie.

Daarmee maakt hij zichzelf een makkelijke prooi voor critici. Je kunt namelijk gewoon zeggen: die stap van het psychische naar het religieuze maak ik niet mee. Veel te kort door de bocht. Freud draafde door, hij overschatte zichzelf enorm."

Zijn er desondanks inzichten over godsdienst die christenen van hem kunnen overnemen?

"Nee, ik geloof niet dat ik iets op dit vlak zou vinden wat nuttig is. 'k Zou hem op dit punt gewoon vergeten. Wel is het goed te beseffen dat de godsdienstpsychologie sterk door Freud is beïnvloed."

Toch hoor je ook onder christenen praten over de verhouding tussen het beeld dat kinderen van hun vader hebben en hun latere godsbeeld. Een freudiaans inzicht.

"Ik zou heel voorzichtig zijn. Het ligt voor de hand hier een verband tussen te zien, maar hoe hard kun je het maken? Ik houd me liever aan Calvijn, die zegt: zelfkennis volgt op godskennis. Wees kritisch, laten we ons onder de bediening van Gods Woord, en dus van Gods Geest stellen.

Natuurlijk kunnen er blokkades in het verleden zijn door het beeld dat kinderen van hun ouders hebben. Maar ik ben beducht voor populaire psychologie in de trant van: mijn vader is streng, dus is mijn godsbeeld -ik gebruik die term trouwens liever niet- streng. Je raakt makkelijk verzeild in determinisme. God is zo veelomvattender, zo veel rijker. Zelfs al zouden mijn vader en mijn moeder me verlaten, staat in de Bijbel, is God mij nabij."

De vroomheidsbewegingen van piëtisme en puritanisme hechten grote waarde aan nauwgezet zelfonderzoek. Onderzoekers zien een lijn lopen naar de moderne zelfanalyse á la Freud.

"Het lijkt erop dat in het zelfonderzoek van de piëtisten en in de moderne zelfanalyse dezelfde dingen aan de orde zijn. Maar houd goed de verschillende domeinen in het oog. Freuds zelfanalyse is het tegenbeeld van die van het piëtisme. Freud vergelijkt het psychisch functioneren van de mens met de belangrijkste vondst van zijn tijd, de stoommachine. Kijk maar naar de termen die hij gebruikt: energieën, druk, ventileren - ze zijn diep in ons taalgebruik doorgedrongen. Zelfonderzoek is dan jezelf analyseren en beschrijven in termen van deze stoommachine. Piëtisten weten dat we als mens geschapen zijn naar Gods beeld. Zelfonderzoek is aan de hand van Gods Woord nagaan wat God over jou zegt."Freud wordt medeverantwoordelijk gehouden voor de seksuele revolutie van de jaren zestig.

"Ja, er loopt een regelrechte lijn tussen die twee. En ook op dit punt keert het stoommachinetaalgebruik in allerlei discussies terug. Bijvoorbeeld over het celibaat. Het kan toch niet bestaan dat je aan onthouding doet? De stoommachine moet ontladen, je moet net zo lang zoeken tot je het hebt. Oppassen voor ontploffing, heet het dan. Het model is normatief geworden."

Waarin ziet u Freuds betekenis voor de dagelijkse praktijk als psychiater?

"Freud heeft een domein ontsloten dat een van de vele domeinen is. Praktisch gezien kun je weinig meer met zijn theorie. Hij overdrijft enorm door alles te herleiden tot seksuele aandrang. Als theorie is de theorie dubieus door ontoetsbaarheid en sterk verzonnen gevalsbeschrijvingen ter onderbouwing. Het is zelfs vreselijk uitkijken om niet zomaar allerlei trauma's bij patiënten te veronderstellen, die ze in hun verleden zouden hebben opgelopen. Daar zijn al veel brokken van gekomen. Trauma's zijn alleen trauma's als ze al bekend waren. Een trauma kan nooit op de sofa ontstaan.

Tegenwoordig wordt de psychiatrische praktijk gekenmerkt door een veel grotere nuchterheid. Het geheugen van mensen is niet zo betrouwbaar, weten we nu. Zeker, het kan nuttig zijn ervaringen in een verder verleden eens door te nemen. Maar er zijn vervolgens veel meer therapeutische methoden onder de zon."


Freud in een notendop

Geboren: 6 mei 1856 te Freiberg, Tsjechië.

Gestorven: 23 september 1939 te Londen, Groot-Brittannië.

Opleiding: In 1873 begint hij zijn studie medicijnen; bezoekt tevens de filosofiecolleges van Franz Brentano. Vanaf 1885 studeert hij in Parijs en komt in contact met de Franse psychiater Jean Charcot, die werkt met hypnose.

Geïnspireerd door: Joseph Breuer, die stelt dat bepaalde gedragsstoornissen, zoals hysterie, verband houden met belangrijke vergeten gebeurtenissen; Pierre Janet, die stelt dat de vaak irrationele m anier waarop mensen denken te maken hebben met ervaringen die zich als idee-fixe in de geest hebben vastgezet. Janet beschuldigde Freud van plagiaat.

Belangrijke uitspraak: "Het overgrote deel van de symbolen in de droomwereld zijn seksuele symbolen."

Hoofdthema's in zijn werk: Freud geloofde dat de meeste symptomen van afwijkend gedrag via het geheugen terug te voeren zijn op seksuele ervaringen. Aan de hand van dromen werkte hij zijn theorie uit. Pijnlijke gebeurtenissen worden in dromen alsnog verwerkt, als daartoe in het verleden geen plaats was. Niet-geaccepteerde verlangens die naar het onderbewuste zijn gedrukt, worden door de droom "gesublimeerd" tot symbolen die wel geaccepteerd zijn.

Hoofdwerken: "Traumdeuting" (1909); "Totem und Tabu" (1912-1913); "Das Unbehagen in der Kultur" (1930); "Weibliche Sexualität" (1931).

Inspireerde: Carl Gustav Jung, Max Adler, Herbert Marcuse, Jacques Lacan.

Freudiaanse verspreking: een verspreking waarbij iemand zich per abuis uitspreekt over wat hij eigenlijk niet wil zeggen, maar die wel inzicht geeft in wat er zich -misschien onbewust of ontkend- in zijn geest afspeelt.

Bron: "Filosofen lexicon", Veen Magazines, Diemen 2003, blz. 78-79.


"Zijn stijl sleept je mee"

Freud is eigenlijk geen wetenschapper, maar een kunstenaar, zegt Lesley Chamberlain, auteur van het zojuist bij uitgeverij Atlas verschenen "De verborgen kunstenaar. Het schrijversleven van Sigmund Freud". Daarin stelt hij dat de Weense zenuwarts iemand was "die zijn eigen creativiteit niet wilde erkennen, omdat deze te nauw samenhing met genot en losbandigheid. Freud heeft zijn eigen artistieke verlangens onderdrukt."

Volgens Chamberlain had "een belangrijk deel van zijn boek "De droomduiding" ("Traumdeutung"), in een ander jasje gestoken de modernistische roman "Kijk eens wat ik kan!" kunnen worden. In die vorm zou het boek Freud een reputatie hebben gegeven die beter bij zijn verdiensten past."

Vertaler Wilfred Oranje heeft in Nederland de meeste ervaring met het overzetten van Freuds werk. Zaterdag werd het eerste deel van een elfdelige nieuwe Freudeditie gepresenteerd tijdens het Freudfestival in Leiden. Achtduizend pagina's, die in het najaar in de boekhandel zullen liggen.

Volgens Oranje is Freuds stijl een belangrijke factor geweest in de veroveringstocht van de psychoanalyse na 1900. "Veel mensen die helemaal niks hadden met medicijnen of met psychiatrie, die dat maar vies of eng vonden, werden er door zijn stijl als het ware ingeluisd", zei hij vrijdag in de Volkskrant.

Bij de serie verschijnt een afzonderlijk register van citaten, metaforen en vergelijkingen. Oranje: "Stel, een lezer vraagt zich af wat Freud zegt over jaloezie tussen broers en zussen. Als het goed is vind je dat allemaal terug. () Voor je het weet zit je te lezen, en lees je ook nog door als het allang niet meer gaat over broers en zussen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 8 mei 2006

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

De stoommachine van Freud

Bekijk de hele uitgave van maandag 8 mei 2006

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's