Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zaaien in het zuiden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zaaien in het zuiden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Een kerk is heel wat waard." De tekst staat op een poster in de hal van de Sint-Agneskerk te Bunde. Binnen branden kaarsen, bij moeder Maria met het Kindeke. Bij het offerblok ligt een gastenboek. De laatste ontboezemingen: "Maria, help mij toch de goede weg te vinden", en "Lieve Moeder Maria, laat alles alstublieft in orde komen. Dank u."

Limburgers zijn nog altijd zeer rooms, vol deugd en goede werken, zegt C. A. van den Boogaart, voorganger van de evangelisatiepost in Bunde (ten noorden van Maastricht). "Maria is de moeder Gods, en dat is natuurlijk Bijbels. Maar als de mensen hier naar de kerk gaan, dan is hun hele hart met Maria vervuld. Als je begint over Jezus Christus, dan is de reactie: "Maria was Zijn moeder." De Mariaverering gaat hier soms zo ver dat sommigen zeggen dat Maria hun verschenen is, in de keuken, of in de tuin. Het heeft dan zelfs iets demonisch, vind ik. Men denkt door Maria tot God te kunnen gaan; zij is medeverlosseres. Dat is afgoderij. Alles ligt aan de voeten van Maria. Ik zie het vaak met innerlijke ontferming aan. Een heel volk stelt zijn vertrouwen op iets anders dan op Jezus Christus. Daar zou je grauw van worden."

Hoe raken ze daar van af? "Door ze over de Heere Jezus te vertellen, vanuit het Woord. Er is geen andere naam onder de hemel gegeven door welke we moeten zalig worden. Dit volk is in theologisch opzicht ernstig onwetend."

In 1993 begon Van den Boogaart met evangelisatiewerk in Zuid-Limburg. "Er was nog helemaal niets. Ik ben begonnen op straat, op de markt, met een stapeltje Levensbronnen in de tas. Ik vroeg de mensen: "Meneer, mevrouw, leest u wel eens in de Bijbel?" Sommigen schrokken daarvan, want de Bijbel lezen, dat mocht vroeger helemaal niet. Dat deed meneer pastoor toch voor hen! Jongeren reageerden onverschilliger: "Dat u me daarvoor van m'n fiets haalt!""

Van den Boogaart begon met Bijbelstudieavonden. Daar kwamen een paar mensen op af. "Ik heb veel gewerkt met de boekjes van Ryle. Ik dacht: Ryle was een bisschop, dat zal de mensen hier wel aanspreken."

In 1994 begon Van den Boogaart met zondagse diensten, eerst in een roomse kerk, later in gemeenschapscentrum De Koel. Inmiddels ziet de evangelist uit naar een andere ruimte: "Het komt wel voor dat er gelijktijdig met onze samenkomsten een paranormale beurs wordt gehouden. Dat wil ik niet meer. Dat geeft maar verwarring. Pas was het weer zo ver. Toen heb ik luid gelezen uit Deuteronomium 18, over het verbod op waarzeggerij: "Want al wie zulks doet, is de Heere een gruwel." Ze moeten het achter de vouwwand hebben kunnen horen."

De diensten in Bunde staan onder verantwoordelijkheid van de Stichting Evangelisatie Bunde en Omstreken. Het doel van het werk is gemeentestichting, zegt de evangelist. De post heet nu Christelijke gemeente Bunde-Meerssen. De diensten worden gemiddeld bezocht door zo'n vijftig mensen. In 2002 werd een tweede (parttime) evangelist benoemd, Johan van Groningen.

In Limburg is veel werk, zegt Van den Boogaart. Maar de inkomsten lopen terug. Enkele maanden geleden zag het bestuur zich genoodzaakt de werkrelatie met Johan van Groningen te beëindigen. Van den Boogaart: "Verpletterend, dat je een evangelist moet wegsturen. Er is zo veel nood, en dan is er geen geld om die nood te lenigen. Dat kan toch niet."

Evangeliseren onder rooms-katholieken is weerbarstig werk, zegt Van den Boogaart. "Mensen zijn zo verstrikt in een systeem dat rooms-katholicisme heet. En toch is het zo de moeite waard. Dat zie ik vooral als je de Heere Jezus aanprijst, tot redding van verloren mensenzielen. Dan moet je hen zondags zien lúísteren! Als je over het wonder van vrije genade spreekt, over het verlossingswerk van Christus Jezus, dat je met heel je roomse hart uit genade gereinigd kunt worden in Zijn bloed."

Tongeren

Net over de grens bij Maastricht ligt Tongeren. In een buitenwijkje staat een tamelijk nieuw gebouw. Een bord in de tuin vermeldt: "De Stem van de Goede Herder; protestantse kerk". Binnen zegt voorganger ds. T. Vanhuysse: "Als je rooms bent, heb je je hele leven gehoord dat je alleen door goede werken zalig kunt worden. En dan komt er plotseling een evangelist in de stad die zegt dat je alleen uit vrije genade zalig wordt. Dat kun je de mensen hier bijna niet aan het verstand krijgen, dat je iedere dag de Heere bedroeft, maar dat de Heere desondanks zulke goddelozen rechtvaardig maakt. Dat wonder is voor rooms-katholieken bijna te groot."

En toch zitten er zondags wel zo'n zestig, zeventig mensen in de kerkzaal. Wat horen ze dan? "Jezus Christus en Dien gekruisigd. Genade alleen. Geloof alleen. De Schrift alleen. Je voelt zo'n boodschap botsen met wat de pastoor altijd heeft gezegd. Luther heeft dat roomse slijk ook altijd met zich meegedragen. Hij zei: Als je mij opensnijdt, dan kom je nog steeds een paap tegen."

Toon Vanhuysse is een echte Vlaming. Hij groeide op in een rooms-katholiek gezin, werd op 26-jarige leeftijd priester. Gaandeweg ging hij twijfelen over de katholieke leer. "Als ik in de biechtstoel mensen hun zonden moest vergeven, dacht ik wel eens: Hoe zou de ene zondaar de ander zijn zonden kunnen vergeven?"

Er rezen twijfels, bij het misoffer, bij het celibaat. "Ik zat er erg mee. Steeds meer ging ik inzien dat al die dogma's niet uit het Woord voortkwamen." Vanhuysse ging zelf de Bijbel lezen. Toen hij 36 jaar was, brak hij met de Rooms-Katholieke Kerk. "Ik liep verloren rond, kon de goede weg niet vinden." Totdat ds. H. J. Hegger, voormalig directeur van de stichting In de Rechte Straat, hem in 1993 vroeg te gaan evangeliseren in Tongeren. En dat deed Vanhuysse. Hij ging van deur tot deur, hield gesprekken, organiseerde lezingen en spreekbeurten. In 1994 werd in Tongeren de eerste zondagse samenkomst gehouden. Er waren twaalf bezoekers.

Vanhuysses eigen zoektocht naar de waarheid heeft hem teruggeworpen op het Woord. "Sola Scriptura. Daarbij heb ik hoge achting voor de Drie Formulieren van Enigheid. Zij zijn voor mij een openbaring geweest, zo rijk, zo Bijbels, zo nodig. Daarop zeg ik: Amen, Heere, dank U wel."

Het groepje kerkgangers groeide. In 1998 verrees aan de Ruttenweg in Tongeren het huidige kerkgebouw. "Allemaal bekostigd door christenen uit Nederland. Buitengewoon! Het is een zegen, dit gebouwtje."

Er zijn pogingen gedaan om de gemeente aansluiting te laten vinden bij andere evangelische gemeenten in België, tot op heden zonder resultaat. De gemeente draagt inmiddels de naam Vlaams Gereformeerde Kerk.

Ds. Hegger bevestigde Vanhuysse in 1999 tot predikant. "Het was nodig dat de sacramenten bediend konden worden. Dat is Bijbels. En roomse mensen zijn daar nu eenmaal gevoelig voor, voor heilige handelingen."

Aan de muren van de kerkzaal hangt een tekst: "Gij zijt het zout der aarde". Een schilderij toont een herder met zijn schapen. Naast de kansel staat een diascherm voor de liturgie van de eredienst. Achter in de zaal staan kasten vol evangelisatiemateriaal. Op kleine tafeltjes liggen losse Bijbelteksten. "Die geef ik mensen mee, met de vraag om ze uit het hoofd te leren. Zo leren ze Bijbels te denken."

Met een brede armzwaai die alle stoelen omvat: "Hier komen niet vele wijzen, niet vele edelen. Velen moeten door de kerk ondersteund worden. Dat gaat hier samen op, evangeliseren en maatschappelijke nood lenigen. De kerk is niet bedoeld om mensen te eten te geven, maar de Heere plaatst zulke mensen wel op mijn weg. Het gaat om het kruis van Christus, maar iemand die honger heeft, sturen wij natuurlijk niet weg."

In het centrum van Tongeren heeft Vanhuysse korte tijd gewerkt met een inloophuis, De Barmhartige Samaritaan. Overlast van drugsverslaafden noopte hem ertoe het huis weer te sluiten. "Waar het Woord verkondigd wordt, komt altijd tegenstand."

Een ander inloophuis zou een zegen zijn, zegt ds. Vanhuysse, "maar dan zou er ook iemand moeten komen die daarvoor meer tijd heeft dan ik."

Ds. Vanhuysse is 65 jaar. Hij hoopt nog een poosje door te gaan. "Als ik zou stoppen, dan weet ik ook niet hoe het met de gemeente verder moet. De gemeente is goedbeschouwd veel te afhankelijk van mij."

Horst

In een voormalig makelaarskantoor aan het Cuppenpedje te Horst (in de Peel) kerkt de hervormde evangelisatie Rehoboth. De Stichting Evangelisatie Limburg, waar de post onder valt, verkeert in zwaar weer. De kerkelijke ontwikkelingen van de laatste jaren en de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland hebben de inkomstenstroom nadelig beïnvloed. Aan lopende verplichtingen kon niet langer worden voldaan. Zelfs moest de arbeidsovereenkomst met evangelist J. A. J. Bals worden beëindigd. Het werk wordt nu met vrijwilligers voortgezet.

Het begin van Rehoboth ligt in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Bestuurslid A. W. van Soest: "Enkele mensen in Horst hadden een levende behoefte aan Gods Woord. In februari 1985 werd een evangelisatieavond gehouden in café Het Österriekske. Spreker was ds. D. J. Budding, destijds predikant te Nederhemert. Daar werd het eerste zaad gezaaid."

Het Dagblad voor Noord-Limburg vond het opmerkelijk genoeg voor een artikel: "Gelderse dominee probeert katholieke zielen te winnen in Horst". Later werden er diensten belegd in een nonnenziekenhuis. De bezoekersaantallen groeiden. Sinds 1988 komt de evangelisatie bijeen aan het Cuppenpedje. Hier vinden alle activiteiten plaats: kerkdiensten, catechese, koffieochtenden en Bijbelavonden.

De eerwaarde heer L. van der Sluijs uit Veenendaal werkte een dag per week in Horst. J. A. J. Bals werd in 1991 de tweede evangelist. Vijftien jaar werkte hij in deze regio. Van Soest: "Hij heeft met veel inzet het Woord verspreid. We betreuren het erg dat we genoodzaakt waren de vaste post van evangelist op te heffen." De bestuursleden Van Soest en C. van Zwienen nemen de meeste werkzaamheden voorlopig over. De zondagse erediensten worden waargenomen door gastpredikanten en kandidaten uit het gehele land.

Van Soest: "We willen zo veel mogelijk op de oude voet voort. Jaren geleden hebben we wel eens gedacht aan de mogelijkheid van gemeentevorming, maar dat is nu helemaal buiten beeld."

In het bestuur participeren zowel mensen uit hervormde gemeenten (PKN) als mensen uit Nederlandse hervormde gemeenten (in h.v.). Van Soest: "Voorgangers vragen we ook uit beide kerken. En de geldstroom komt ook uit beide kerken. Dat is het samenbindende van Rehoboth."

Hoe moet het verder? "De prediking van vrije genade moet voortgang vinden. Het gaat om Zijn werk, Zijn eer, en Zijn Koninkrijk. Het begin van Rehoboth was niet uit mensen, daarom mogen wij het werk nu ook niet naast ons neerleggen."

Een evangelist die fulltime in dienst is, zit er voorlopig niet meer in. Misschien, denkt Van Soest, "kunnen we iemand vinden voor een dag in de week. Misschien zou een kandidaat of een emeritus predikant ons kunnen helpen. De Heere kan deuren openen die voor ons gesloten schijnen te blijven."

Achter de hal ligt de kerkzaal. Rechts voorin staat een elektronisch orgel. Links voorin een historische stenen doopvont. In het midden een kansel, getimmerd door vrijwilligers uit Doornspijk. Hier is plaats voor zo'n vijftig bezoekers. Ze komen, behalve uit Horst zelf, uit Venlo, Helden, Helenaveen en andere plaatsen in de omtrek, van Maasbracht in het zuiden tot Boxmeer in het noorden.

In het vakantieseizoen puilt het uit. Dan wordt de zaal erbij getrokken, om ruimte te bieden aan soms wel 200 mensen. Enkele schippersgezinnen, die op de Maas varen, behoren tot de vaste bezoekers.

Van Soest, uitkijkend over Horst: "Velen voelen de leegte van een leven zonder God. Maar voor roomse mensen blijft de stap naar een protestantse kerkdienst erg groot. De geestelijke nood in Limburg is zeer groot. Daarom mag dit werk niet stoppen."

Verering

In de Sint-Agneskerk te Bunde steekt een dame van middelbare leeftijd een kaars aan bij Maria. Devoot staart ze in het vlammetje.

Waarom doet ze dit? "Dit doe ik", zegt ze, "uit speciale verering van moeder Maria."

En wie is Jezus voor haar? "Jezus was haar Zoon. Zonder moeder geen Zoon. Toch? Zij was toch maar Zijn moeder."

Of Maria haar zalig kan maken? "Dat zou 'k zo gauw niet weten."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 2006

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Zaaien in het zuiden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 2006

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's