"Kuitert verandert geloof in psychologie"
Dr. E. P. Meijering plaatst kanttekeningen bij theologische ontwikkeling emeritus hoogleraar
ZOETERMEER - Kuitert verandert het christendom in een religie van het eeuwige hier en nu. De religie gaat bij hem op in de ethiek, vindt dr. E. P. Meijering. "Door geloof enkel als verbeelding te zien, is het geloof zonder inhoud geworden en vervangen door psychologie."
De remonstrantse emeritus predikant Meijering was van 1976 tot 2001 lector in de theologiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden. In zijn laatstverschenen boek, "Wat verbeelden we ons wel?!"(uitg. Meinema, Zoetermeer), maakt hij de lezer deelgenoot van "enkele overwegingen bij Harry Kuitert." Kuiterts levenswerk houdt hij in deze publicatie tegen het licht.
Kuitert, emeritus hoogleraar theologie aan de Vrije Universiteit, brak in de afgelopen jaren met de gedachte dat God een werkelijkheid buiten ons is, een God "tegenover" ons, een God, Die is en Die handelt. Hij ging steeds verder in deze ontwikkeling. Zijn laatste boek, "Hetzelfde anders zien. Het christelijk geloof als verbeelding", markeert een duidelijk eindpunt. "Voor Kuitert is alles waarover de christelijke geloofstaal spreekt verbeelding, en die is door hem gezuiverd van iedere voorstelling die betrekking zou hebben op een realiteit buiten ons mensen en onze wereld. Er kan nu eigenlijk niets meer voor de bijl gaan", schrijft Meijering.
De oud-lector spreekt er zijn verbazing over uit dat Kuitert het nodig vindt om nu uitvoerig allerlei voorstellingen te bestrijden waarvan hij zo'n tien jaar geleden nog even uitvoerig betoogde dat ze tot het wezen van het geloof behoren. Hij noemt onder meer het door Kuitert gehanteerde verschil tussen (politiek) welzijn en (geestelijk) heil, waarvan het laatste bestaat in vergeving van zonden en eeuwig leven bij God.
Het voornaamste bezwaar van Meijering tegen Kuiterts visie is dat bij hem geloof niet langer geloof is in God Die is en Die handelt. Feitelijk is het geloof zonder inhoud geworden, een geloof in de mogelijkheden om je te laten aanspreken door beelden van de omringende werkelijkheid. "Hiermee is niet alleen theologie, maar eigenlijk ook geloof vervangen door psychologie. Wat Kuitert aanbiedt, zijn kortstondige subjectieve ervaringen die worden opgeroepen door termen uit de christelijke traditie, maar waaraan buiten de mens geen realiteit beantwoordt. Zo kan er eeuwigheid in de tijd oplichten, maar er is geen hoop op eeuwigheid na de tijd."
Hij geeft Kuitert toe dat we in wetenschappelijke zin geen betrouwbare informatie hebben over Jezus en dat we van Jezus alleen weten via de beelden die Zijn volgelingen van Hem hebben gemaakt. Maar de beelden verwijzen wel naar een realiteit, de Opgestane, Die de beslissende openbaring van God aan ons mensen is. "In de opstandingsverhalen zit zeker een stuk verbeelding in de zin van uitbeelding, maar ook informatie in de zin van getuigenissen omtrent verschijningen."
Kuitert is volgens Meijering geëindigd in pure menselijkheid: religie gaat bij hem op in ethiek. Van de troost van een eeuwig leven wil Kuitert niet weten. De mens is immers een eindig wezen, dat vrede moet hebben met zijn eindigheid en niet naar een aanvulling moet verlangen. Meijering: "Mijn hoofdbezwaar hiertegen is dat dit een veel te optimistische, en daarom uiteindelijk onbarmhartige, kijk op de mens is. Als we hier niet mogen gelóven dat God, die ons te boven gaat, zal rechttrekken wat rechtgetrokken moet worden, dan staan we als gelovigen en kerken met lege handen. Onze verbeelding helpt hier niet verder. Daarmee zijn we op onszelf aangewezen."
Meijering trekt van leer tegen moderne preken over medemenselijkheid en communicatie waarin God zou "oplichten." Hij noemt het "slaapverwekkende, moralistische verhalen", waarmee de mens ongetroost naar huis gaat. Hij gelooft er niets van dat dit medemenselijk denken de kerk redt, integendeel: "Een kerk die niet langer expliciet over God wil spreken, die is als kerk niet langer relevant."
Meijering beschouwt zichzelf niet als fundamentalist, maar kiest tegenover Kuitert toch voor de fundamentalistische orthodoxie. Al gelooft hij zelf niet dat alles wat in de Bijbel staat historisch is. De fundamentalisten werpen met hun "bijbelgeloof" volgens hem "onnodige en ongewenste belemmeringen" op voor het christelijk geloof. "Maar de reden waarom ik mij uiteindelijk wat mijn geloof betreft met hen meer verwant voel dan met Kuitert is, dat zij in ieder geval hetzelfde voorwerp van geloof hebben als ik: God zoals Hij zich in Jezus Christus openbaart, God die in ruimte en tijd handelt naar zijn welbehagen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 2006
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 2006
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's