Gebouwd en afgebroken
Ir. H. van Rossum: Ik heb als een Baruch notulenboeken volgeschreven
Hij zat te dommelen in het vliegtuig, terwijl zijn collega-politici een feestje voorbereidden. Toen ir. Henk van Rossum wakker werd, was een deel van de "747" versierd, stond de champagne klaar en kreeg hij te horen dat de koningin hem onderscheiden had. "Een complete verrassing, hoog in de lucht."
De 87-jarige Van Rossum, in zijn actieve leven waterbouwkundige, Kamerlid, ambtsdrager en bestuurslid van vele organisaties in de gereformeerde gezindte, moet er even aan wennen. Een interview? "Ik heb er niet zulke beste ervaringen mee. Vaak komt de interviewer meer in beeld dan de geïnterviewde."
Eenmaal aan het avontuur begonnen, raakt Van Rossum, geboren als boerenzoon in Melissant, steeds meer op dreef. Aan vertelstof -smeuïg opgedist met onvervalst Flakkees accent- geen gebrek. Het eerste gesprek van 2,5 uur krijgt enkele dagen later een vervolg van nog eens 1,5 uur. De tussenliggende tijd gebruikt Van Rossum om te voldoen aan het verzoek zijn levensloop vast te leggen in jaartallen en feiten. Het worden drie handgeschreven A-4'tjes.
Psalm 138
In het rijtje memorabele gebeurtenissen komt een ingrijpende oorlogservaring voor. "Ik studeerde aan de Technische Hogeschool in Delft. Het was 6 februari 1943. We hadden les. Ineens ging de deur van de collegezaal open en kwamen er Duitse soldaten binnen. Alle studenten in de zaal werden gegijzeld, als wraak voor het doodschieten van generaal Seyffardt, een dag eerder. We kwamen in kamp Vught terecht.
Ik heb vaak gedacht: Hier kom ik niet meer levend vandaan, maar de Heere bemoedigde me met Psalm 138:4: "Als ik omringd door tegenspoed, bezwijken moet, schenkt Gij mij leven." Na twee maanden werden we in groepen vrijgelaten. Ik heb geld geleend op het politiebureau in Vught om met de trein naar huis te gaan. Pas in september 1945 kon ik mijn studie hervatten."
Na zijn afstuderen in 1947 werkte Van Rossum als civiel ingenieur bij het Technisch Bureau van de Unie van Waterschapsbonden in Haarlem. Tijdens de watersnoodramp in 1953 werd hij "uitgeleend" aan Zeeland om mee te helpen orde op zaken te stellen en in 1954 werd hij benoemd tot hoofd van de waterbouwkundige afdeling van de Cultuurtechnische Dienst in Utrecht. "Bij alle snel op elkaar volgende functies heb ik het woord uit Spreuken 16 ervaren: "Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de Heere stiert zijn gang.""
Verstandige visie
Negentien jaar, van 1967 tot 1986, zat Van Rossum voor de SGP in de Tweede Kamer. Midden in die periode, in 1979, werd hij onderscheiden. "Ik was op terugreis van een werkbezoek aan Zuid-Korea. Mijn collega-Kamerleden lazen in een vier dagen oude Nederlandse krant aan boord van het vliegtuig dat ik een lintje had gekregen. Mijn vrouw wist er al van, ik nog niet. Ik werd in het vliegtuig toegesproken door Van den Broek, de latere minister van Buitenlandse Zaken."
Bij zijn aantreden in de Kamer werkte Van Rossum samen met ds. H. G. Abma en C. N. van Dis sr. Voor ds. Abma heeft niet iedereen in de SGP-achterban waardering, maar Van Rossum wil geen kwaad woord over hem horen. "Ik heb altijd met veel genoegen met hem samengewerkt. Abma had een verstandige visie op politieke zaken. Ook op de positie van de vrouw. De SGP is met de laatste besluiten hierover precies terechtgekomen op het standpunt dat ds. Abma en anderen al in het begin van de jaren tachtig verdedigden."
In 1980 voerde Van Rossum namens de SGP het woord tijdens het abortusdebat, hoewel ds. Abma fractievoorzitter was. "Dat kwam doordat de SGP een tegenvoorstel had ingediend en Abma dat moest verdedigen achter de regeringstafel. Het regeringsvoorstel werd echter aangenomen en daarmee was abortus gelegaliseerd in ons land. Een droevige dag."
Tijdens een eerder debat over abortus had Van Rossum een positieve ervaring. "Ik was in 1975 op werkbezoek in Willemstad en zat te ontbijten met een Eerste Kamerlid van de VVD, een overtuigd remonstrantse dame. We hadden een indringend gesprek. Bij alle verschil van mening waren we één van gevoelen in zaken van leven en dood. Een jaar later stemde deze VVD-dame tegen het toenmalige abortuswetsvoorstel, waardoor het geen meerderheid in de Eerste Kamer kreeg. Dat was voor mij een blijde dag."
Geharrewar
Ook over de legendarische PvdA-leider Den Uyl weet Van Rossum iets opmerkelijks te verhalen. "Hij vertelde me ooit dat hij als jongetje bij een tante, hier in Zeist, had gelogeerd. Die tante was van de gereformeerde gemeente. Den Uyl ging met haar mee naar de kerk. Helaas was hij in zijn uitlatingen in de Kamer nogal eens antichristelijk."
Het lukte Van Rossum als eerste SGP'er een initiatiefwetsvoorstel door de Kamer te krijgen. Het betrof zijn eigen vakgebied, de waterhuishouding van Nederland.
Een ander wapenfeit in zijn politieke loopbaan is het lidmaatschap van het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer. Het college bestond in 1969 uit zes leden, van wie er vijf uit de grote partijen -destijds KVP, PvdA, VVD, ARP en CHU- kwamen. Het zesde lid was een vertegenwoordiger van de kleine partijen. Van Rossum: "Na geharrewar tussen de grote partijen en D66 werd besloten een vrije verkiezing te houden. Ik werd met een overtuigende meerderheid gekozen, boven het D66-Kamerlid Goudsmit, nota bene een vrouw."
In 1981 werd Van Rossum fractievoorzitter van de SGP. In hetzelfde jaar trad Van der Vlies tot de fractie toe. Vijf jaar later nam hij het roer van Van Rossum over. "Ik heb veel waardering voor Van der Vlies. Sowieso is er verwantschap tussen ons; we hebben allebei een opleiding als civiel ingenieur achter de rug."
Of de nummer twee, Van der Staaij, een goede opvolger voor Van der Vlies is, durft Van Rossum niet zomaar te zeggen. "Van der Staaij is een zeer bekwaam politicus, maar zijn kerkelijke kleur, oud gereformeerd, kan een bezwaar zijn. De SGP verliest op dit moment veel stemmen in PKN-kring. Het is niet uitgesloten dat het hoofdbestuur op zoek gaat naar een bekwame jongeman uit het midden van de kerkelijke achterban om verder stemmenverlies tegen te gaan."
Zwemmen
Hoewel Van Rossum al twintig jaar uit de Kamer is, komt één specifieke uitdrukking van hem, "aangeschoten wild", nog regelmatig terug. "Die woorden rolden uit mijn mond in het debat met minister Van Aardenne van Economische Zaken over de RSV-affaire in 1982. Van Aardenne moest diep door het stof. Ik zei: "Voorzitter, de minister kan wel blijven zitten, maar hij is toch aangeschoten wild, wat van invloed zal zijn op zijn verdere functioneren." Na afloop kwam de hele pers op me af met de vraag wat ik precies met die woorden bedoelde."
De relatie met de eigen achterban heeft Van Rossum altijd als "zeer positief" ervaren, maar hij maakt er wel een kanttekening bij. "Ik hield een keer een spreekbeurt ergens in het land. Tijdens de discussie ging het onder meer over de openstelling van zwembaden op zondag. Uiteraard is de SGP daartegen. Ineens vroeg iemand: "U verzet zich tegen zondagsopenstelling, maar verzet u zich ook tegen zwemmen?" Zulke vragen maak ik dus niet mee."
Als politicus zocht Van Rossum niet zelf de publiciteit. "Ik hield mezelf de woorden uit Jeremia voor: "Zoek geen grote dingen." Als er journalisten bij me kwamen, gaf ik ze natuurlijk antwoord. Ik was de eerste SGP'er die op televisie kwam en ik heb één keer aan een discussieprogramma op tv meegedaan. Over de doodstraf. Het werd een flop. Mijn standpunt werd belachelijk gemaakt. Daarna hoefde het van mij niet meer."
Behalve politicus was Van Rossum een groot deel van zijn leven ambtsdrager in de Gereformeerde Gemeenten. Hij begon in 1950 als diaken in Haarlem. Twee jaar later werd hij ouderling. Na zijn verhuizing naar Zeist, in 1954, werd Van Rossum ook daar ouderling. In 1965 was hij voor het eerst afgevaardigde naar de generale synode. Hij maakte talloze kerkelijke vergaderingen mee. "Overal waar ik als ambtsdrager afgevaardigd was, werd ik direct gekozen tot eerste of tweede scriba. De Heere bepaalde me in Haarlem al bij Baruch die de woorden van Jeremia moest opschrijven. Ik heb als een Baruch notulenboeken volgeschreven."
Niets bestendig
In Haarlem maakte Van Rossum een diepingrijpende gebeurtenis mee. "Mijn eerste vrouw overleed op 5 mei 1949 als gevolg van complicaties bij een galblaasoperatie. We zijn slechts tien maanden getrouwd geweest. Zo'n gebeurtenis tekent je leven. Materieel gezien ben ik niks tekortgekomen, want mijn jongste zus was bereid het huishouden over te nemen. Geestelijk gezien heb ik weken in verschrikkelijke duisternis geleefd. Totdat ik Jeremia 45 las."
Van Rossum pakt de Bijbel en leest voor. "Gij zegt: Wee nu mij, want de Heere heeft droefenis tot mijn smart gedaan; ik ben moede van mijn zuchten en vind geen rust. Zo zult gij tot hem zeggen: Zo zegt de Heere: Zie, wat Ik gebouwd heb, breek Ik af en wat Ik geplant heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse land. En zoudt gij u grote dingen zoeken? Zoek ze niet, want zie, Ik breng een kwaad over alle vlees, spreekt de Heere, maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven, in alle plaatsen, waar gij zult heentrekken." Hij legt de Bijbel weg en zegt ontroerd: "Als de Heere in zo'n belofte meekomt, dan kun je weer verder."
Ook het eerste deel van de tekst heeft Van Rossum op verschillende wijzen aan den lijve ervaren. "Het door God geschonken huwelijk werd door Hem weer afgebroken. Maar ook gemalen waar ik als waterbouwkundig ingenieur aan had meegewerkt, werden later volledig gesloopt. Gebouwd en afgebroken. Niets is bestendig hier beneden."
In 1951 hertrouwde Van Rossum met een nicht van zijn eerste vrouw. Het echtpaar kreeg zeven kinderen. Glimlachend: "We zijn alweer 56 jaar getrouwd, en dat voor een tweede huwelijk."
Gods werk
Van Rossum volgt de politieke en kerkelijke ontwikkelingen nog steeds op de voet. De vorig najaar verschenen biografie over ds. Abma heeft hij gelezen, evenals het boek "Afwachten of verwachten" van dr. Klaas van der Zwaag, over de prediking in de Gereformeerde Gemeenten. Over dat laatste: "Ben ik het daar van kaft tot kaft mee eens? Nee, wel met veel dingen in het boek. Laat het maar tot discussie aanzetten."
Denkend aan de toekomst ziet Van Rossum "soms" uit naar het einde. "Ik heb veel mogen doen in mijn leven, maar het slot is dat we onnutte dienstknechten zijn en blijven. Wat overblijft, ervoer ik bij het lezen van een preek van Ebenezer Erskine over Psalm 144 vers 3: "O Heere, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen dat Gij het acht?" Behouden worden is uitsluitend Gods werk. Soli Deo Gloria."
Dit is het negende en laatste deel in een serie over verleden, heden en toekomst van tachtigplussers.
14 december 1919: Geboren in Melissant.
1932: Klassenfoto. Henk van Rossum staat voor meester Meppelink.
1938: Studie Technische Hogeschool Delft.
6 februari 1943: Gegijzeld door de Duitsers.
17 april 1947: Geslaagd als civiel ingenieur.
1 juli 1948: Eerste huwelijk met Helena Koppelaar.
14 februari 1950: Diaken in gereformeerde gemeente Haarlem.
29 maart 1951: Tweede huwelijk met Neeltje Cornelia van der Palm.
14 november 1952: Geboorte eerste kind: zoon Henk.
2 december 1954: Verhuisd naar Zeist.
1 maart 1967: Kamerlid voor de SGP.
7 juli 1976: Huwelijk eerste dochter: Heleen.
29 april 1979: Pseudo-uitreiking van de Ridderorde van de Nederlandse Leeuw in hoger sferen.
23 juni 1980: Ingebruikneming plaatselijke brug in Irian Jaya, als zendingsdeputaat.
18 december 1980: Aanname abortuswet in de Tweede Kamer.
27 mei 1981: Uitbrengen van de stem bij de Kamerverkiezingen.
21 mei 1982: Met Ruud Lubbers tijdens het debat over de regeringscrisis.
2 juni 1986: Felicitatie met zijn afscheidsspeech in de Tweede Kamer.
2 februari 1989: Met de fiets bij de schuur.
28 april 1992: Uitreiking van het erelidmaatschap van de Bond tegen het vloeken.
2005: Afscheid laatste bestuursfunctie.
29 maart 2006: Met de (schoon)kinderen op de foto wegens het 55-jarig huwelijk.
24 oktober 2006: Bijeenkomst van de vereniging van ex-parlementariërs.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 2007
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 2007
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's