Scheepsramp op de kansel
"En alzo is het geschied, dat zij allen behouden aan land gekomen zijn." Overbekende woorden uit Handelingen 28, waarin Lukas de schipbreuk van Paulus beschrijft. Ik heb er in de loop der jaren al verscheidene preken over gehoord. Daarin ontbrak de geestelijke strekking niet. "We moeten allemaal eens schipbreuk lijden, wil het wel zijn voor de eeuwigheid. We zullen eens overboord moeten", was dan de vergeestelijking ervan.
"Jezus is de laatste plank die is overgebleven van onze schipbreuk in Adam", was een veelgebezigde uitdrukking in de preken van oefenaar A. A. van Lieburg (1850-1930) in Rotterdam. Sommige predikers allegoriseerden. De reddingboot, de lading, de mast, de ankers, stof te over om aan dat alles een geestelijke strekking toe te dichten.
Soms gingen zij te ver en fantaseerden, in heilige overtuiging, over vermeende lessen die daarin opgesloten zouden liggen. Dan zag men in de lading de geestelijke ervaringen en bevindingen, in de mast de kruispaal op Golgotha en in de vier ankers de vier evangeliën.
Titanic
De schipbreuk van Paulus had een happy ending - niemand verloor het leven. Dat is vaak anders. Ook al was het op 14 april van dit jaar 95 jaar geleden dat de Titanic verging, velen is deze grote scheepsramp bekend. Op de werf van Harland & Wolff in Belfast, aan de rivier de Lagan, werd op 31 maart 1909 de eerste hand aan dit schip gelegd. Op 10 april 1912 kwam het in de vaart, vier dagen later raakte het om 23.40 uur een ijsberg en in de nacht van maandag 15 april, om 02.20 uur, is het gezonken, waarbij 1517 opvarenden de dood in de golven vonden.
Meteen de zondagochtend na deze vreselijke ramp met het 'onzinkbare' schip hield de toen nog gereformeerde ds. G. Wisse -later hoogleraar in Apeldoorn- een tijdrede in de Burgwalkerk te Kampen. "De Titanic en de ark", onder deze titel verscheen de preek in druk. In het woord vooraf schreef ds. Wisse onder andere: "Aangezocht om de predicatie van j.l. Zondagmorgen in druk te laten verschijnen, heb ik aan dit dringend verzoek gemeend gevolg te moeten geven. () Tevens om u te vermanen, een veilige wijkplaats ter behoudenis te zoeken tegen den dag des grooten gerichts."
Een maand later wenste hij de tweede druk zijn zegen. Hij wees in deze preek op de Arke ter behoudenis, met een verwijzing naar de ark van Noach, "het grootste schip der oude wereld, een reuzenschip, maar gebouwd door het geloof."
Brielsche Kerkhof
Het was niet ongewoon een gelegenheidspreek te houden na een (scheeps)ramp. Ds. G. H. Beekenkamp in Delft hield een later in druk verschenen preek, getiteld "Schipbreuk lijden doch niet vergaan", die hij uitsprak in de evangelisatie te Middelharnis op 24 februari 1910. Dit naar aanleiding van de ramp met de vissersboot Luctor et Emergo. Helaas kwam van de dertien opvarenden niemand boven. Ze zeilden IJmuiden uit op 25 januari en vonden dezelfde dag hun graf in de golven op het Brielsche Kerkhof, een van de gevaarlijkste plaatsen van de Noordzee. Een maand later was er nog steeds niets teruggevonden van bemanning en schip.
"In tegenstelling van wat de dertien ongelukkigen moesten ondervinden, blijft de bekende spreuk waar voor al 's Heeren kinderen in elken strijd des geloofs: Luctor (ik worstel) et emergo (en kom boven)", schreef ds. Beekenkamp. De opbrengst van de gedrukte preek was voor de nagelaten betrekkingen; zes vissers waren getrouwd en lieten vrouw en kinderen achter.
Ook ds. Beekenkamp was niet de eerste die een dergelijke preek hield. Ds. A. P. A. du Cloux preekte over Deuteronomium 32:29 toen De Langstraat, de stoomboot van Capelle, op tweede pinksterdag 28 mei 1860 op het Hollandsch Diep was vergaan. Daarbij kwamen 48 opvarenden om het leven.
Du Cloux vermeldde de namen aan het einde van zijn preek. Negen personen overleefden deze ramp. Vrouw Van der Pas en haar zuigend kindje zijn in de kajuit verdronken, hofmeester H. Verhoeven uit Heusden, een geoefend zwemmer, had zich bijna gered toen hij bedacht dat hij zijn dienstmeisje te hulp moest komen en beiden zonken uitgeput in de diepte weg. Drie zussen en een broer uit het gezin Lucas uit Hooge en Lage Zwaluwe kwamen eveneens in de golven om.
Onder de slachtoffers waren verscheidene jonge leden van de gemeente van Du Cloux. Drie van hen waren onlangs als lidmaat bevestigd, van wie hij niet had gedacht dat zij "ertoe besloten zouden hebben om die dag met de wereld tot een dag van uitspanning te gebruiken."
Scheepsrampen - ze eisten een hoge tol. De Lusitania verging in 1915 met bijna 1200 opvarenden, in 1987 was het de Herald of Free Enterprise voor de kust van Zeebrugge, met 193 doden. En in 1994 verging de Estonia in de Oostzee, waarbij 852 mensen omkwamen. Een gedichtje uit de tijd van de Titanicramp wijst echter op een ander verdrinken:
O diepe zee, o wijde plas
Wat is in uwe golven
Al menig mens bedolven.
Maar toch hóe groot het aantal was
Van hen, die in úw afgrond zinken,
Toch zijn er heel wat meer verdronken
In 't klein jeneverglas.
1912 - Kampen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2007
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2007
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's