Synodepreses in fusie en scheuring
Hij hanteerde de voorzittershamer in een tijd van kerkvereniging en van kerkscheuring. "Ik sta van harte achter de fusie. Nog steeds. De ene Protestantse Kerk is een positief signaal, juist naar hen die aan de rand van het kerkelijk leven staan." De scheuring, vooral de grote scheuring in hervormde kring, raakte hem. "De rechtszaken vond ik verschrikkelijk. Dat je als kerk zo in het nieuws komt, is echt erg."
Jan-Gerd Heetderks (49) is sinds de kerkvereniging van mei 2004 de eerste preses van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Op 19 april kiest de generale synode zijn opvolger en treedt hij terug. "Als ik de voorzittershamer heb overgedragen, ga ik naar huis en dan kom ik vrijdag weer terug voor de afscheidsreceptie."
Zijn werkkamer, op de begane grond van het Protestants Landelijk Dienstencentrum in Utrecht, is klein en sober. Tegen de muur een oude plaat met het opschrift: "Wees een zegen". Verder een bureau, een computer en wat kleine schilderijen aan de muur. Dat is het wel. "Voor representatieve bijeenkomsten wijken we vaak uit naar de kamer van de scriba."
In 2003 werd de Oosterhoutse gemeentepredikant gekozen tot preses van de laatste twee synodes van de Gereformeerde Kerken in Nederland. "Dat was anderhalve week na het overlijden van mijn vrouw. Zij is ruim anderhalf jaar ernstig ziek geweest en ik had in die tijd de regie van m'n leven uit handen gegeven. De verkiezing tot preses op dat moment heb ik gezien als een roeping. Maar als ik niet gekozen was, was het ook goed geweest."
Net voor de kerkvereniging van mei 2004 werd ds. Heetderks gekozen tot de eerste preses van de generale synode van de Protestantse Kerk. "Daar was vooraf over gesproken, of ik dat zou willen. Ik merkte dat het werk mij wel lag en ik heb ingestemd. Het kwam op m'n weg. Ik ga daar helemaal niet vroom over doen, maar zo zag ik het. Natuurlijk heb ik nagedacht over mijn gezin, over de twee kinderen waarvoor ik de zorg heb. Hoe doe je dat goed? Vergaderen rond etenstijd deed ik bij voorkeur niet, dan wilde ik thuis zijn. Op zondagen buiten de eigen gemeente preken, deed ik evenmin. Ik preekte volgens afspraak één keer per maand in Oosterhout en tijdens de andere diensten wilde ik bij mijn kinderen in de kerk zitten. Ook met de vakanties hield ik behoorlijk de vinger aan de pols. Maar of je het dan goed doet?" Hij zwijgt. "Dat weet je altijd pas later."
De in het Duitse Emden opgegroeide predikant gaf de afgelopen jaren "met veel plezier" leiding aan de kerk. "Toen ik begon, had ik twee wensen. In de eerste plaats hoopte ik dat na alle kerkordeperikelen in de triosynode het nu in de protestantse synode echt weer over de inhoud zou gaan. Die wens is uitgekomen. We hebben met elkaar de afgelopen jaren diep doorgesproken over belangrijke zaken. Over de zending, het diaconaat, het jeugdwerk en het ambt van predikant bijvoorbeeld. Daar ben ik blij om.
Een tweede wens van mij was dat we de zaken rond de kerkscheuring in goed onderling overleg zouden kunnen regelen. Ik moet constateren dat dat niet is gelukt. Pas de laatste tijd komt er voorzichtig enig vertrouwen in het optreden van de commissie van bijzondere zorg. Als je ziet welke regelingen er de afgelopen maanden zijn getroffen met hersteld hervormde gemeenten, kun je niet meer volhouden dat de PKN niets doet. En er zullen er nog meer volgen. Het verwijt dat wij geen regelingen willen treffen, is niet terecht gebleken."
Er is de PKN een harde, liefdeloze houding verweten ten opzichte van de Hersteld Hervormde Kerk.
"Ik wil niet zwartepieten. Er is zo veel over de scheuring gezegd. Als ik terugdenk aan de rechtszaken die er gevoerd zijn, bijvoorbeeld over de naam."
Hij laat een lange stilte vallen. "Laat ik het er maar bij houden dat ik het echt vreselijk vond. Vooral dat we als kerken op zo'n negatieve manier in het nieuws kwamen. Al was het wel nodig om helderheid te krijgen."
Hebt u te midden van alle tumult wel eens gedacht: Ik stap op?
"Nee. Ik heb vanaf het allereerst begin met hart en ziel achter de kerkvereniging gestaan. En dat sta ik nog steeds. Ondanks alle pijn die ik ook voel over de scheuring."
Als gereformeerd predikant heeft ds. Heetderks zich, ondanks indringende gesprekken en diepgaande meningsverschillen, door de orthodoxe vleugel in de Protestantse Kerk geaccepteerd gevoeld. "Ik herinner me nog goed dat ik de jaarvergadering van de Gereformeerd Bond heb toegesproken, net na de vereniging in mei 2004. Ik heb toen gezegd dat ik best wel begreep dat ze mij liever helemaal niet als preses hadden gezien. Maar als synodevoorzitter vertegenwoordig je nu eenmaal de kerk. Ik heb respect voor deze mensen, juist omdat ik wist wat er zich in de gemeenten en de gezinnen heeft afgespeeld rond 1 mei 2004. Aan de andere kant heb ik me ook altijd verzet tegen het gevoel dat het de schuld van de synode was. Zo is het niet. Zij die gingen, gingen vrijwillig. Wij wilden het niet."
Bij de viering van het honderdjarig jubileum van de Gereformeerde Bond hebt u in uw felicitatietoespraak de Bond opgeroepen nog eens na te denken over de kwestie van de vrouw in het ambt. Waarom uitgerekend zo'n oproep op die plaats en op dat moment?
"Die opmerking is volgens mij later wat uit haar verband getrokken. Er werd toen door mensen gezegd: Kijk, ds. Heetderks vindt dat de Bond zijn standpunt over de vrouw in het ambt moet herzien. Maar dat heb ik zo helemaal niet gezegd. Ik heb gevraagd of ze het nog eens wilden overwegen omdat ik denk dat een ander standpunt in deze zaak tot heil van de kerk zou kunnen zijn. Dat vind ik nog steeds. Daarbij ben ik ervan overtuigd dat, als je elkaar in de kerk echt serieus neemt, je dan ook juist die dingen ter sprake durft te brengen waarover je het niet met elkaar eens bent."
Evaluatie
Ds. Heetderks was het meest in zijn element wanneer hij de synodevergaderingen leidde. "Dat deed ik graag. Al zeg ik er direct bij dat meer dan 150 synodeleden voor een goede beraadslaging eigenlijk een te groot aantal is. Als we in 2008 de kerkorde gaan evalueren, moeten we ook over het aantal synodeleden spreken. Met de helft van het huidige aantal ben je slagvaardiger, denk ik. Maar ondanks de grote groep trof het me steeds weer dat de sfeer goed was en dat er echt naar elkaar werd geluisterd."
Als preses wilde hij in gesprek gaan met de vleugels binnen de kerk, maar ook met christenen in het buitenland. "Je komt er als voorzitter niet met alleen maar buigen en knikken. Je moet echt willen staan in de breedte van de kerk. En het contact met de kerken buiten de landsgrenzen, ja, dat vond ik geweldig. De wereldkerk, dat trekt me heel erg. Ik ben ook blij dat ik nog wat contacten zal blijven onderhouden op dat gebied."
In 1989 deed ds. Heetderks intrede in Oosterhout. En daar pakt hij na 19 april het werk van gemeentepredikant weer op. "De gemeente heeft mij als het ware uitgeleend aan de landelijke kerk en nu ga ik weer terug. Ik besef dat het voor een gemeente niet ideaal is dat haar predikant zomaar een paar jaar weg is terwijl ze geen vervanger kan beroepen. Nu heeft Oosterhout de luxe van meerdere predikanten, maar anders kan dat echt een probleem zijn. Ook daarover moeten we nadenken, over hoe we dit soort dingen in de kerk willen regelen. En trek dat maar gerust breder. Willen we dat de leden van het moderamen, met uitzondering van preses, vicepreses en scriba, ieder jaar gekozen moeten worden? Is dat niet slecht voor de bestuurlijke continuïteit? Daar moeten we het over hebben."
Tot slot drie stellingen.
1. De kerkvereniging van 2004 heeft zeker niet meer winst dan verlies opgeleverd. Drie kerken verenigden zich en uiteindelijk bleven er -door de scheuring- drie kerken over.
"Nee, dat is niet waar. Ik vind het van grote waarde dat er in onze geseculariseerde samenleving een grote Protestantse Kerk is waar er eerst drie waren. Juist voor mensen die verder van het kerkelijk centrum leven, is dat belangrijk. We hebben als kerk de taak mensen bij het geheim van God en Jezus Christus te brengen. Daar hebben we de handen vol aan."
2. De Protestantse Kerk zal de komende jaren, door de uitstroom van vele tienduizenden leden per jaar, steeds orthodoxer worden.
"Die kans is aanwezig. Maar ik hoop voor alles dat de Protestantse Kerk op zo'n manier kerk zal zijn dat die uitstroom tot stilstand wordt gebracht. Dat vind ik belangrijk."
De Protestantse Kerk moet durven spreken als in eigen gelederen meningen verkondigd worden die in tegenspraak zijn met de Bijbel en de belijdenis.
"Mee eens. Je bent als kerk verplicht het gesprek aan te gaan wanneer de grondslag van de kerk aangetast dreigt te worden. De vraag is wel hoe je dat doet. Mensen verwachten soms dat het moderamen maar even ingrijpt, of zo. Maar dat kan niet. We hebben in onze kerkorde regels opgesteld hoe we met dit soort zaken omgaan. Daar moeten we ons aan houden."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 2007
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 2007
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's