Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkhistorie China telt tal van confrontaties

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkhistorie China telt tal van confrontaties

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zhao woont in een Chinees dorp. Hij is christen. De politie zit hem gedurig dwars. Zijn visie is helder: "De overheid is een kind van de draak." Openbaring 12:4 eist zorgvuldiger exegese. Toch toont de Chinese kerkhistorie inderdaad telkens iets van confrontatie tussen vijandige machten en mensen die de Naam van Christus belijden.

Aaron denkt gematigder over de Chinese overheid dan Zhao. Hij woont in een van de grote steden van China. In de ontmoeting met een westerse bezoeker gebruikt hij liever niet zijn Chinese, maar zijn christelijke naam. "Mijn ouders dienden de afgoden, maar een man uit Singapore gaf mij christelijke lectuur. Ik las die en leerde mijzelf als zondaar kennen. Ik kwam terecht in een huisgemeente. Daar vond ik vrede. In het werk van Jezus Christus, de Gekruisigde."

Aaron is uitgever. Voorheen produceerde hij slechts seculiere lectuur, nu ook christelijke. Over Knox en Calvijn bijvoorbeeld.

Aaron hoort tot de jongere generatie. Hij vindt de tijd van 1970 tot het begin van de jaren 90 de moeilijkste periode. Ouderen vonden de jaren 50 en 60 zwaarder. Daarna ging het volgens hem beter. "Toch hebben wij meer vrijheid en gerechtigheid nodig. Veel mensen delen niet in de voordelen van de economische groei. Maar de regering is niet onze vijand. Ik hoop op vooruitgang, stap voor stap."

Vroeg christendom

Vanouds telt China tal van mensen die voorouders vereren of aanhangers zijn van het boeddhisme, het confucianisme of het taoïsme. Het christendom deed relatief laat intrede in China. En dat gebeurde eigenlijk door in westerse ogen ketterse figuren.

Het concilie van Efeze veroordeelde in 431 Nestorius. Hij maakte te veel scheiding tussen de menselijke en de goddelijke natuur van Christus. Een van zijn aanhangers, Alopèn, reisde in 635 als eerste zendeling naar China.

Mogelijk kwam het christendom al eerder naar China via handelsroutes naar en van Antiochië. Maar dat is nooit bewezen.

Twee eeuwen lang ondervond het christendom weinig hinder. Het zendingswerk deed in meer dan twintig belangrijke steden kerken verrijzen. Maar in het jaar 845 liep het mis. De nieuwe keizer beschouwde vreemde invloeden als negatief. Toen moesten alle buitenlandse religies het ontgelden. Boeddhistische monniken werden gedood. Het christendom raakte in verval. In 987 repatrieerde een monnik naar Europa. Hij vertelde dat er in heel China geen christen meer viel te vinden.

Vanaf 1213 veroverde de Mongool Dzjengis Khan China. Een tolerante sfeer ontstond. De Venetiaanse koopman Marco Polo bezocht China. Kleinzoon Kublai Chan vroeg via Marco Polo de paus om onderwijzers van het christelijk geloof. Hij zond Johannes a Monte Corvino als missionaris. Het concilie van Lyon stuurde later nog twee franciscanen: Giovanni Plano de Carpini en Willem Rubroec. Na de dood van Monte Corvino (1325) en toen de Mongolen hun biezen pakten, ging het opnieuw mis.

Jezuïeten

In de zestiende eeuw trokken jezuïeten naar China. De eerste was de toen ongeveer 30 jaar oude Matteo Ricci. Ricci wist veel van astronomie en geografie. Dat zorgde voor goed contact met lokale geleerden. Hij bestudeerde de klassieke Chinese literatuur. Hij droeg Chinese kleding en respecteerde de gewoonten van de cultuur. Zo kreeg hij toegang tot de academies voor wetenschap. Toen hij in 1610 stierf, waren er vier christelijke centra in China en 2500 christenen.

Ergens midden in het communistische Peking ligt de begraafplaats waar Ricci's gebeente moet rusten. Net als de lichamen van nog tientallen andere zendelingen, áls de graven althans niet zijn geschonden. Je hoeft niet rooms-katholiek te zijn om onder de indruk te komen van het verleden. De begraafplaats is tijdens de zogeheten Boxeropstand een keer verwoest. Christenen heetten immers "jachthonden van het imperialisme."

Het oude kerkhof bevindt zich op het terrein van een soort kaderschool van de Chinese Communistische Partij. Het schoolgebouw lijkt ouder. Vrijwel zeker heeft het voorheen als een soort seminarie gefungeerd.

Vlakbij staat ook een voormalige kerk. Het kruis is eraf gesloopt. De ramen zijn van glas ontdaan en dichtgemetseld. Navraag leert dat het voormalig kerkgebouw inmiddels dient als slaapgelegenheid voor mensen die een baan hebben bij het college.

De begraafplaats oogt als een ietwat welwillend signaal van de atheïstische, Chinese overheid. Ik vraag aan iemand in de buurt hoe dat kan. "Christelijke graven! Nota bene!" Het antwoord is even slim als verbluffend. "Het communisme rekent zending tot het cultureel erfgoed van China."

Met het onderhoud toont China zijn vriendelijke gezicht. Toch heb ik, terwijl ik daar rondloop, het idee dat een man mij vanuit z'n ooghoeken voortdurend in de gaten houdt.

Protestanten

In de negentiende eeuw kwamen protestanten naar China. De London Missionary Society zond er Robert Morrison heen. Hij landde in 1807 in Kanton. Hij begon in 1814 te dopen en was in 1819 klaar met het vertalen van de Bijbel in het Chinees.

Hudson Taylor zette als 21-jarige jongeman in 1854 voet aan land in Sjanghai. De door Taylor in 1866 gestichte China Inland Mission was de grootste zendingsorganisatie in China.

Toen zendeling James Outram Fraser in 1938 stierf, bedroeg het aantal protestantse christenen in zijn werkgebied meer dan een half miljoen.

Vroeg in de twintigste eeuw ging het fout. Economische ellende, antibuitenlandse sentimenten als gevolg van zendingsactiviteiten en bijgeloof van de lagere klassen vormden de voedingsbodem voor de opstand van de Boxers. Het geheime genootschap begon in 1899 zendelingen te terroriseren. Duizenden christenen en 135 zendelingen vonden met hun gezin de dood.

Chiang Kai-sjek was christen. Hij slaagde erin het gezag over China in handen te krijgen. Toen leek het erop dat er in China een doorbraak op komst was ten gunste van het christendom. Maar in 1949 greep het communisme de macht onder leiding van Mao Zedong. Toen begon een zeer moeilijke periode voor Chinese christenen.

Communisme

Een aantal partijbonzen en -volgens velen- hypocriete christenen stelden een zogenaamd christelijk manifest op. Dat moesten alle kerkelijke leiders in 1950 ondertekenen. Wie dat niet deed, kon rekenen op represailles. Er vloeide veel bloed van christenen. Het communisme poogde elke gedachte aan God uit de hoofden van mensen te bannen. Toch blijkt lang na de Vroege Kerk de spreuk bewaarheid te worden dat het bloed van de martelaren het zaad van de kerk is.

In de jaren tachtig bleek er sprake van een breuk met het klassieke, door Mao Zedong gepraktiseerde communisme. De grondwet van 1982 vormt de afsluiting van dat oude, 'linkse' tijdperk. Het is opmerkelijk dat vanaf dat jaar het voor communisten zo typerende begrip klassenstrijd verdween uit de politieke en de juridische vocabulaire van de volksrepubliek. Er was sprake van een vertaling van "de dictatuur van het proletariaat" in de "democratische dictatuur van het volk."

Veel religieuze instellingen waren met de komst van het communisme gesloten. Na de dood van Mao in 1976 scheen er verandering op til. Verlichting. Maar er was sprake van strijd over het leiderschap. Artikel 36 van de nieuwe grondwet spreekt over "vrijheid van godsdienst." Een aantal kerken, tempels en moskeeën ging open. De adder onder het gras is echter dat "sommige rechten bij wet nader zijn geregeld en daardoor beperkt." Dat heet ook godsdienstvrijheid.

De door de staat gecontroleerde kerken dienden er alleen nog voor om onder politieke controle en dwang een nieuw China op te bouwen. De door het Chinese regime toegestane kerk handelt volgens het zogenoemde "drie zelf"-principe. Daarom wordt ook gesproken over de Drie-Zelfkerk. Die principes doen trouwens tamelijk nationalistisch aan. Het gaat om het zichzelf onderhouden, zichzelf besturen en zichzelf verbreiden.

Ergens in het gebied waar James Fraser werkte, ontmoet ik een predikant. Hij is tussen de 70 en de 80 jaar oud. Achttien jaar zat hij gevangen. Hij is ook arts. Hij heeft ondertussen het Amerikaans staatsburgerschap. Daarom kijkt de Chinese overheid uit hem kwaad te doen. Hij was een goed bekende van ds. Charles Chao sr. Hij is bevriend met de bekende ds. Samuel Lamb. "Het leven hier is moeilijk", zegt de predikant. "Maar God doet voor ons alle dingen medewerken ten goede."

Drie niveaus

Er is sprake van drie niveaus van kerk-zijn. De officiële kerk is de Drie Zelfkerk. Dan zijn er al of niet geregistreerde huisgemeenten. Soms krijgen die bezoek van spionnen. Ook is er sprake van volstrekt ondergrondse activiteiten. Bijvoorbeeld via geheime drukkerijen. China is groot. Het is moeilijk een totaal overzicht te verschaffen van de situatie . Dat overzicht in een notendop blijkt niet beschikbaar.

Elke woonplaats is afhankelijk van het plaatselijke Bureau voor Religieuze Zaken. Er bestaan in China gebieden waar mensen tamelijk weinig last hebben van de politie. Maar in andere plaatsen is sprake van ernstige intimidatie. Vooral de oudere huiskerkleiders, die de revolutie meemaakten, moeten niets van de overheid hebben. Zoals de reeds geciteerde ds. Zhao. Christenen die de overheid elke macht of zeggenschap in de kerk ontzeggen, stichten huisgemeenten.

Groei

De christelijke kerk in China groeit tegen de verdrukking in. Tony Lambert vermeldt in zijn boek "China voor Christus" het aantal volwassen dopelingen per jaar van de bekende ds. Samuel Lamb. Het zijn er honderden. Lamb zat veel jaren gevangen. Daardoor trok hij de aandacht van vrijwel de hele wereld. Misschien durven machthebbers hem niet erg meer dwars te zitten. Hij preekt ondanks hoge ouderdom elke zondag voor honderden mensen.

Lamb houdt drie of vier diensten per zondag. Hij doet dat in een huis, op de begane grond. Via beeldschermen op verschillende verdiepingen kunnen de vele bezoekers Lambs preek kunnen volgen.

Doop

In de vijandige Chinese context is de heilige doop binnen de kaders van het christelijk geloof iets bijzonders. Het is in elk geval geen sacrament dat naar gewoonte wordt toegediend en ontvangen, zoals dat vaak gebeurt in West-Europa. Welke betweterige Nederlander durft voor de doop vervolging te trotseren?

Het grootste gedeelte van de groei van het christendom heeft plaats in huisgemeenten. Zij kampen echter met een tekort aan leiderschap en aan structuur. Dat geeft weer een voedingsbodem aan sektarische dwalingen. En het blijkt onmogelijk zonder problemen allerlei gereformeerde boeken bovengronds te drukken. Ik hoorde een ondergrondse drukker zeggen: "Als ik zie naar mijn verantwoordelijkheid als mens, doe ik het niet. Als ik zie op mijn verantwoordelijkheid tegenover God, dan ben ik ertoe bereid."

refdag.nl/actiechina.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 2008

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Kerkhistorie China telt tal van confrontaties

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 2008

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's