Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bethlehem, nog geen stad van vrede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bethlehem, nog geen stad van vrede

Palestijnen hopen dat toeristen voor meer dan alleen de Geboortekerk komen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerst. De Geboortekerk in Bethlehem staat in deze perio¡de van het jaar in het centrum van de belangstelling. Het Kerstevangelie klinkt er, maar van vrede is nog geen sprake.

Morgen trekt de Latijnse patriarch van Jeruzalem in een feestelijke processie naar de basiliek om de geboorte te herdenken. Palestijnse scoutgroepen vergezellen hem.

De Armeens-orthodoxe en Grieks-orthodoxe kerken beheren de Geboortekerk. De St.-Catharina pal ernaast is het eigendom van de franciscanen. Daar zal komende nacht een mis worden gehouden. Mensen overal ter wereld volgen die dienst op de televisie.

Grot

De Geboortekerk is oud. Keizer Constantijn (ca. 274-337) besloot bij een heuvelrug een kerk te laten bouwen. Dat gebeurde nadat plaatselijke christenen zeiden dat de geboortegrot zich daar bevond. Keizer Justinus I liet de kerk in de vijfde eeuw herbouwen. Dat gebouw staat er nog steeds.

Dagelijks bezoeken duizenden pelgrims van over de hele wereld de basiliek. In de onderaardse gedeelten is het vaak dringen. Er bevindt zich behalve de zogeheten geboortegrot ook de grot waar de kerkvader Hiëronymus vanaf 390 werkte aan de vertaling van de Bijbel in het Latijn, de Vulgata.

Veel bezoekers van Bethlehem zullen deze dagen genoegen -moeten- nemen met een bezoek aan het Kribbeplein voor de kerk. De gemeente Bethlehem heeft daar feestverlichting aangebracht. Palestijnse en buitenlandse koren brengen er van vanmiddag vier uur tot vanavond tien uur kerstliederen ten gehore.

Burgemeester dr. Victor Batarseh, een rooms-katholiek christen, verwacht met Kerst 10.000 tot 15.000 bezoekers. Tussen Bethlehem en Jeruzalem rijden speciale bussen waarmee ze gratis worden vervoerd.

Christelijke minderheid

Bethlehem kent een christelijke minderheid. Volgens een schatting van het Palestijnse Centraal Bureau voor Statistiek telde de stad halverwege 2006 29.930 inwoners. In 1998 bestond de bevolking voor 67 procent uit moslims en voor 33 procent uit christenen. In 2005 zou het aantal christenen teruggelopen zijn tot een vijfde deel. Volgens burgemeester Batarseh zijn in de afgelopen vijf jaar 250 tot 300 christelijke gezinnen uit de stad vertrokken.

Enkele christenen hebben de afgelopen jaren gemeld dat de druk van de moslims op hen toeneemt. Officiële woordvoerders geven toe dat er zich problemen voordoen, maar ze voegen eraan toe dat de relaties over het algemeen goed zijn.

De reisrestricties spelen ook mee bij de afname van het aantal christenen in Bethlehem. Uit een in 2006 uitgevoerd opinie¡onderzoek onder christenen door het Palestijns Centrum voor Research en Culturele Dialoog bleek dat 78 procent van de ondervraagden de christelijke emigratie wijt aan de door Israël opgelegde reisrestricties. Het reizen tussen bijvoorbeeld Jeruzalem en Bethlehem is soms moeilijk. Reizigers moeten de muur passeren die Israël aanlegde na de golf van terreur in 2002 en 2003.

Negentig procent van de christenen in Bethlehem heeft moslimvrienden, aldus het onderzoek uit 2006. En meer dan 73 procent van de ondervraagden was van mening dat de Palestijnse Autoriteit het christelijk erfgoed met respect behandelt.

De Palestijnse Autoriteit heeft overigens bepaald dat de burgemeester en de meerderheid van de gemeenteraad in Bethlehem christenen moet zijn. Van de overige 'vrije' zetels won Hamas bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2005 overigens de meerderheid.

Voor de stad is toerisme een belangrijke bron van inkomsten. De burgemeester schat dat de hotels in Bethlehem gezamenlijk 4500 tot 5000 bedden hebben.


"Iedereen is hier veilig"

Bethlehem wordt rond Kerst goed bewaakt. Daarvoor is brigadegeneraal Suleiman Omran samen met zijn mannen verantwoordelijk. Omran is de hoogste baas van de Palestijnse veiligheidstroepen in Bethlehem en omstreken.

De brigadegeneraal is goed opgeleid. Hij ontving zijn training in China en Palestijnse revolutionaire bases in Libanon. Voordat hij tot veiligheidscommandant van Bethlehem werd benoemd, was hij commandant van Jenin. "Daar moest ik gezag en orde opleggen. Ik slaagde daarin."

Chaos en anarchie in de Palestijnse steden behoren tot het verleden. "De Palestijnse veiligheidstroepen hebben een enorme inspanning verricht om de controle over de situatie te krijgen. Sommige van onze mannen werden gedood toen ze rechtsorde wilden herstellen. Vele anderen raakten gewond. Sommigen zijn gehandicapt geraakt. We hebben ook illegale wapens in beslag genomen. De Israëliërs weten heel goed dat zij niet konden doen wat wij nu doen en dat we zo de stabiliteit hebben teruggebracht."

Omrans mannen ontvangen hun training in buurland Jordanië -van Jordaniërs en de Amerikanen-, in de Palestijnse gebieden en in andere landen zoals Algerije. De politiemannen krijgen ook les over wetten en regels. Verder geven mensen van het Rode Kruis, mensenrechtenorganisaties en de media les.

Het grootste probleem vindt Omran de verdeling van de Westelijke Jordaanoever in A-, B- en C-gebieden. De A-gebieden, zoals Bethlehem, bevinden zich onder veiligheids- en burgercontrole van de Palestijnse Autoriteit, in de B-gebieden zijn de Palestijnen verantwoordelijk voor de civiele zaken en de Israëliërs voor de veiligheid, en de C-gebieden bevinden zich helemaal onder Israëlische controle.

Om van het ene A-gebied naar het andere A-gebied te rijden, moet er overleg worden gepleegd met de Israëliërs. "Als iemand de wet overtreedt, vlucht hij naar gebied B of C. Hij zit daar en lacht naar ons."

Israëlische troepen vallen met grote regelmaat A-gebieden binnen. In 2009 telde Omran 240 gevallen waarbij Israël optrad zonder de Palestijnse troepen eerst op de hoogte te hebben gesteld, zoals is afgesproken. "Verder zijn ze 204 keren binnengekomen na ons te hebben geïnformeerd." Als de Israëlische militairen komen, trekken de Palestijnse troepen zich terug om te voorkomen dat er zich een botsing voordoet.

Een woordvoerder van het Israëlische leger zegt dat er onder Palestijnen nog "extreem hoge motivatie" bestaat om terreuraanslagen tegen Israëliërs te plegen. Het principe en de missie van het leger is om te voorkomen dat dit daadwerkelijk gebeurt, aldus de woordvoerder.

De Palestijnse troepen treden volgens hem slechts tegen terroristen op als ze daar zelf belang bij hebben. En indien noodzakelijk en mogelijk -wat de woordvoerder betreft in de meeste gevallen- worden de Palestijnse troepen van een Israëlische inval op de hoogte gesteld.

Israël verbiedt zijn burgers de A-gebieden te betreden, maar wat Omran betreft zijn ze welkom. "Ik kreeg recent een telefoontje van mijn mannen dat er een groepje Israëliërs in de stad was. Ze vroegen mij wat ze moesten doen. Ik zei: Laat hen met rust en laat hen op straat rondslenteren, als toeristen. Ze zijn welkom. Onze enige missie is iedereen die hier komt te beschermen. Wij Palestijnse troepen maken geen onderscheid in religie of identiteit. Iedereen die dit gebied binnenkomt is veilig."

Israël hecht groot belang aan de toegang van christenen tot Bethlehem, zegt de woordvoerder van het Israëlische leger. Arabische Israëliërs mogen Bethlehem bezoeken zonder eerst toestemming te vragen. Palestijnse christenen op de Westoever hebben tijdens de vakantie toestemming Israël te bezoeken.

Wie bij de Palestijnse veiligheidstroepen wil, dient 18 tot 20 jaar oud te zijn. Christenen echter mogen ook toetreden als ze 21 of 22 jaar zijn. De minimumlengte voor de mannen is 1,75 meter, maar bij christenen kijkt Omran niet zo precies. Deze uitzonderingen zijn bedoeld om het aantal christenen onder zijn manschappen te vergroten. Dat zich toch maar weinig christenen melden, wijt Omran aan de betere kansen die zij elders hebben. Bovendien moeten ze genoegen nemen met een gemiddelde salaris van niet meer dan 500 dollar.

Omran is toch positief. "Ik beschouw de Israëliërs als vredespartners", zegt de generaal, die tijdens het gesprek diverse malen zware kritiek op Israël heeft geuit. "We hebben hetzelfde land, hetzelfde gebied, hetzelfde water. We kijken vooruit, naar hoop en vrede. En laten we het verleden met al zijn pijn achter ons laten."

Terug op de toeristenkaart

Tweeënhalf jaar geleden begon dr. Khulud Daibes aan een inspannende job. Ze trad toe als minister tot het kabinet van Mahmud Abbas. Sindsdien leidt ze het ministerie van Toerisme. De belangrijkste uitdaging waarvoor ze staat is het toerisme naar de Palestijnse gebieden verder te bevorderen.

De rooms-katholieke bewindsvrouw werd geboren in Bethlehem. Ze woonde twaalf jaar in Duitsland. Aan de universiteit van Hannover behaalde ze een doctoraat in "architecturale conservatie."

Samen met vele Palestijnen keerde ze in 1994 terug. Ze waren optimistisch over het Oslovredesproces en wilden hun bijdrage leveren aan de opbouw van de Palestijnse staat. Vijftien jaar lang werkte Daibes aan de renovatie van oude historische gebouwen in Bethlehem. Rond de eeuwwisseling kreeg het centrum van het geboortestadje van Christus een grondige opknapbeurt. "Ik geloof dat het behouden van het rijke architecturale erfgoed een van de manieren is om de culturele identiteit van Palestina en de Palestijnen te handhaven", zegt Daibes.

Toeristen hebben slechts korte tijd van de verfraaiing van Bethlehem genoten. In het najaar van 2000 brak de al-Aqsa-intifada uit. Vanwege het zware geweld bleven de toeristen weg. De crisis hield aan tot 2007.

De afgelopen twee jaren waren bijzonder goed. In 2008 werden er in de Palestijnse gebieden 600.000 overnachtingen geboekt. Investeerders steken geld in nieuwe hotelkamers; het doel is dat er midden volgend jaar duizend bij komen.

Het ministerie probeert de touroperators ertoe te bewegen meer tijd aan de Palestijnse kant door te brengen. "Veel van onze bezoekers blijven hier slechts een paar uur. Ze bezoeken alleen de Geboortekerk. Ze laten 5 procent van de winst hier en 95 procent in Israël. Dat is een oneerlijke verdeling", zegt de minister.

Verreweg het grootste deel van de toeristen komt om de heilige plaatsen te bekijken. Maar wat de minister betreft, blijft het daar niet bij. Palestijnse christenen hebben hun geloofsgenoten uit het buitenland wat te vertellen. "Christenen zouden ook moeten kijken naar wat wij noemen de levende stenen. Dat zijn de christenen in dit gebied. Ze zouden moeten proberen de politieke context te begrijpen. Dit conflict duurt nu al tientallen jaren. Voor velen is het moeilijk geworden om het te snappen." Voor wie het nog niet had begrepen, voegt ze eraan toe: "Het belangrijkste probleem is de bezetting."

In 2008 legde haar ministerie de nadruk op het toerisme naar Bethlehem, Jericho en Oost-Jeruzalem. Dit jaar zijn de steden Jenin en Nablus daaraan toegevoegd. Het ministerie is bezig in Nablus en Tulkarm archeologische plaatsen op te knappen. Verder is het de bedoeling dat meer Palestijnse steden musea krijgen.

In 2010 ligt de nadruk op Jericho. De stad viert dan zijn 10.000-jarig bestaan. Verder is er extra aandacht voor de Jordaanvallei, die een groot potentieel heeft voor cultureel en ecologisch toerisme. Israëlische en Palestijnse functionarissen praten erover welke archeologische plaatsen precies onder Israëlisch of Palestijns bestuur moeten komen.

Toerisme kan volgens minister Daibes bijdragen aan vrede in dit gedeelte van de wereld. "Ik hoop dat het Heilige Land in de toekomst voor iedereen open is. Om ervan te genieten en om samen te werken."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 2009

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Bethlehem, nog geen stad van vrede

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 2009

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's