Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zondvloed was wereldwijde ramp - Regionale gebeurtenis in Nabije Oosten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zondvloed was wereldwijde ramp - Regionale gebeurtenis in Nabije Oosten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. Terry Mortenson en prof. dr. Gijsbert van den Brink gaan op deze pagina in discussie over schepping en evolutie. Deel 3: Was de zondvloed een wereldwijde catastrofe, zoals de Bijbel beschrijft?

Beste Gijsbert,

Een belangrijke reden waarom ik creationist ben, uitga van een jonge aarde en het idee van miljoenen jaren afwijs, is dat Gods Woord leert wat de meeste wetenschappers ontkennen, namelijk dat de zondvloed een wereldwijde catastrofe was.

In de kerkgeschiedenis zijn er vier standpunten over de zondvloed geweest. Het standpunt dat ik aanhang werd tot ongeveer 1800 door vrijwel alle orthodoxe Joden en christenen en door de meeste wetenschappers beleden. Vervolgens, na het ontstaan van de geologische theorie dat de aarde miljoenen jaren oud is, stelden sommigen dat de zondvloed plaatselijk was en beperkt bleef tot de vallei van Mesopotamië. Anderen zeiden dat het een mythe was. Weer anderen beschouwden het als een wereldwijde, rustige overstroming die daardoor geen geologische bewijzen heeft nagelaten.

Ik ken niemand die vandaag de dag dat laatste standpunt aanhangt, want het is absurd. Het andere standpunt, namelijk dat het zondvloedverhaal een mythe is, wijs ik af omdat: ten eerste: Genesis 6 tot 11 een historisch vertellende stijl heeft, net zoals Genesis 12 tot 50, en ten tweede: andere Bijbelschrijvers en Jezus de historiciteit van de zondvloed bevestigen (Jes. 54:9, Ezech. 14:14, 2 Petr. 2:4-9 en 3:3-7, Hebr. 11:7, Matth. 24:37-39). Het idee van een plaatselijke overstroming moet om de volgende redenen worden afgewezen, gebaseerd op Genesis. Ten eerste was de zondvloed niet alleen bedoeld om de zondige mens te treffen, maar ook de landdieren en de vogels buiten de ark, en het aardoppervlak zelf (Gen. 6:5-7, 11-13). Alleen een wereldwijde vloed zou dit bewerkstelligen.

Ten tweede was de ark bedoeld om van ieder soort landdier en van iedere vogel twee vertegenwoordigers te redden, om de aarde na de zondvloed opnieuw te bevolken (Gen. 7:1-4). Als de vloed plaatselijk was geweest, was de ark niet nodig en was de opdracht om deze te bouwen wreed geweest. Noach en zijn familie hadden uit de gevarenzone kunnen wegtrekken. Alleen een wereldwijde overstroming paste bij het doel van de ark.

Ark

Ten derde wijzen de afmetingen van de ark (Genesis 6:15) op de historiciteit van het verslag en op het verwoestende karakter van de vloed. Verschillende onderzoeken, waaronder een Koreaans onderzoek uit 1993, hebben aangetoond dat de ark stabiel en zeewaardig was in de slechtst denkbare omstandigheden.

Ten vierde blijkt het verwoestende en geologisch wezenlijke karakter van de vloed uit de opmerking over de twee bronnen van het water (Gen. 7:11) en over het heen en weer stromen van het terugtrekkende water (Gen. 8:3). Wekenlang onophoudelijke regenbuien zouden grote modderstromen hebben veroorzaakt. De vermelding dat "alle fonteinen van de grote afgrond werden opengebroken" duidt op tektonische uitbarstingen op de oceaanbodem die lang ongelooflijk verwoestende tsunami's veroorzaakten.

Ten vijfde duurde de zondvloed 371 dagen. Een plaatselijke overstroming zou niet zo lang kunnen duren. Ten zesde kwam het water ongeveer 7 meter boven de hoogste bergen van voor de zondvloed (Gen. 7:19-22). Alleen een wereldwijde zondvloed zou alle bergen in heel de wereld kunnen bedekken. Ten zevende kwam de ark op de Ararat terecht, zo hoog dat het 74 dagen duurde voordat Noach nabijgelegen bergen kon zien. Ook dit sluit een plaatselijke overstroming uit.

Ten achtste is Gods opdracht aan dieren en mensen van na de zondvloed (Gen. 8:17; 9:1) alleen zinvol als de vloed wereldwijd was. Want anders vervulden mensen en dieren de rest van de aarde al.

Ten slotte spreekt de belofte die God aan de regenboog verbindt over een zondvloed die de hele aarde verwoestte (Gen. 8:21-22, 9:9-17). De belofte werd gegeven aan Noach en al zijn nakomelingen, aan de dieren en de vogels en al hun nageslacht en aan de aarde zelf. Als de zondvloed plaatselijk was, zou God hebben gelogen. Er zijn sinds Noach veel plaatselijke overstromingen geweest die mensen, dieren en vogels hebben gedood en een deel van de aarde hebben verwoest. En God heeft sindsdien vele keren bepaalde gebieden op aarde vervloekt (Gen. 19:25, Ex. 7-12, Deut. 28:8). Alleen een wereldwijde zondvloed past bij de belofte die God meteen na de zondvloed gaf.

Oordeel

Als de zondvloed geen unieke, historische, wereldwijde catastrofe was, dan inspireerde God een tekst die niet misleidender zou kunnen zijn. Maar als de zondvloed plaatsvond zoals Genesis dit beschrijft, dan zou dit precies het soort complexe geologische verslag van aardlagen en fossielen opleveren dat we vandaag de dag waarnemen.

Er zijn veel bezwaren tegen de zondvloed ingebracht, en de meeste worden behandeld in bijdragen op answersin¡genesis.org en scheppingof¡evolutie.nl.

Jezus zei dat de zondvloed een waarschuwing is voor het wereldwijde oordeel dat zal komen (Matth. 24:37-39). Voor beide oordelen geldt dat we ze tot onze schade negeren of ontkennen.

De auteur is spreker, schrijver en onderzoeker voor Answers in Genesis in Petersburg, Kentucky, VS.


Regionale gebeurtenis in Nabije Oosten

Beste Terry,

Je brief bevestigt de centrale rol die de zondvloed in het jongeaardecreationisme speelt. De zondvloed m¾ét die rol ook wel spelen, omdat de natuurwetenschappelijke gegevens die op een oude aarde wijzen anders moeilijk verklaard kunnen worden. Mijn visie is dat de zondvloed een regionale gebeurtenis in het Nabije Oosten was en geen wereldwijde ramp. Laat me reageren op je argumenten.

Eén: zoals je weet kan het Hebreeuwse woord èrètz zowel "land" als "aarde" betekenen. Dus overal waar in Genesis 6-9 "aarde" staat, kunnen we ook "land" lezen. Waarschijnlijk had de schrijver met "heel het land" het gebied van Mesopotamië in gedachten, dat hij kende als dé mensenwereld. Daarbij zullen de indrukwekkende gebeurtenissen hem tot alomvattende uitdrukkingen gebracht hebben.

Dat gebeurt vaker, ook in de Bijbel. Als Markus schrijft dat "al het Joodse land" tot Johannes de Doper uitging (Mark. 1:5) bedoelt hij ongetwijfeld niet elke afzonderlijke persoon. Als Paulus zegt dat het Evangelie gepredikt is in heel de schepping (Kol. 1:23), dan gebruikt hij een hyperbolische uitdrukking, want letterlijk genomen was dat niet zo. En wanneer hij stelt dat door Christus' gerechtigheid "de genade over alle mensen komt tot rechtvaardiging des levens", neemt alleen een alverzoener dit letterlijk.

Ten tweede, Genesis 6-9 staat in het kader van de heilsgeschiedenis. Het gedeelte laat zien dat zonde de neiging heeft voort te woekeren en de dingen steeds erger te maken. Het gaat van een daad van ongehoorzaamheid (Gen. 3) naar moord (Gen. 4) naar een totale degeneratie van de mens (Gen. 6). Dit blijft niet ongestraft maar heeft enorme, levensvernietigende gevolgen (Gen. 7). Zelfs de rechtvaardige Noach kan uiteindelijk niet de grote uitzondering zijn (Gen. 9:21). Daarom wordt Abraham uitverkoren (Gen. 12). Maar hij noch Israël, noch het Tweestammenrijk, noch het overblijfsel dat uit de Babylonische gevangenschap terugkeert leeft overeenkomstig Gods verbond. Zo roept het hele Oude Testament om de komst van Christus.

Het Bijbelse zondvloedverslag is niet bedoeld om geologische of biologische informatie over te dragen, maar is onderdeel van dit grote Bijbelse verhaal van menselijke verdorvenheid en goddelijke verzoening in Christus. Verder was het bouwen van de ark niet een nodeloze 'wrede opdracht', maar een beproeving van Noachs geloof (Hebr. 11:7).

De derde, vierde en zevende overweging sluiten een regionale overstroming niet uit.

Ten vijfde, dit is een merkwaardig argument. Want een beperkte overstroming van 371 dagen vereist maar een relatief klein wonder vergeleken met het enorme aantal wonderen dat voor een wereldwijde overstroming nodig is. Denk aan de verplaatsing van dieren (inclusief kangoeroes uit Australië, ook als we veronderstellen dat de continenten verbonden waren), de omvang van de ark (die dinosaurussen moest huisvesten en van de reine dieren zeven paren van elke soort!), de voedselketen (dieren in de ark die voor voeding afhankelijk zijn van specifieke planten) en de snelle verspreiding van de soorten na de zondvloed. Dus als God al deze uitzonderlijke wonderen kon laten plaatsvinden, waarom zou Hij een niet-wereldwijde overstroming dan niet een jaar kunnen laten duren?

Zes. Ook Genesis 7:19-23 hanteert hyperbolisch taalgebruik. De passage beschrijft de enorme vernietiging die de megaoverstroming in het Midden-Oosten aanrichtte.

Punt acht. Gods bevel om de aarde te vervullen is nog steeds zinvol als we èrètz als "land" interpreteren in plaats van als "aarde". Het overstroomde gebied moet weer door Noachs nakomelingen worden bewoond.

Ten negende, de regenboog-belofte zegt dat er nooit weer een overstroming zal plaatsvinden die even vernietigend is als de zondvloed. Ik geloof dat deze belofte nog altijd niet is verbroken.

Waarom geloof ik dat de zondvloed niet wereldwijd was? Omdat de meeste deskundigen, ook christenen, concluderen dat de relevante buiten-Bijbelse informatie een wereldwijde overstroming uitsluit. Ik geloof gewoon niet dat al die wetenschappers (waaronder vele christenen) betrokken zijn bij een grote samenzwering tegen God.

Evenmin geloof ik dat God ons doelbewust bedroog door de dingen eruit te laten zien alsof ze gedurende honderdduizenden jaren hun vorm kregen, terwijl ze in werkelijkheid veel jonger zijn. Want wat voor consequenties zou dàt voor ons godsbeeld hebben? Volgens de Nederlandse Geloofsbelijdenis spreken Gods twee boeken -de Bijbel en de geschapen werkelijkheid- elkaar niet tegen. Daarom zijn volwassen christenen niet bang om de buiten-Bijbelse gegevens serieus te nemen. Als alle waarheid Gods waarheid is, hoeven de resultaten van eerlijk wetenschappelijk onderzoek niet te worden gevreesd. Anderzijds, als we om welke redenen dan ook dingen onderdrukken die we (bijna) zeker weten, dan brengen we het christelijk geloof beslist schade toe.

De auteur doceert geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Universiteit Leiden en dogmatiek aan de VU. refdag.nl/darwin.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 mei 2009

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

Zondvloed was wereldwijde ramp - Regionale gebeurtenis in Nabije Oosten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 mei 2009

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's