Toilet spoelen met regen

Woest jaagt de wind over het oostelijke deel van de luchthaven Schiphol. Landende vliegtuigen hebben zichtbaar moeite om op koers te blijven. Af en toe klettert een felle hagelbui tegen de ramen van het gloednieuwe kantoorgebouw van de luchtvaartmaatschappijen Martinair en Transavia.

Het pand op Schiphol-Oost is nog niet in gebruik, maar werd drie weken geleden al wel officieel aan opdrachtgever Schiphol Real Estate opgeleverd. Binnen een jaar zette bouwbedrijf De Vries en Verburg uit Stolwijk hier het duurzaamste kantoorgebouw van Nederland neer - een project van een slordige 20 miljoen euro. Binnenkort verwacht de firma een tweetal duurzaamheidscertificeringen die nog niet eerder in Nederland werden verstrekt.

Vanbuiten is er van die duurzaamheid niet al te veel te zien. Behalve dan het woud aan zonnepanelen dat zich op een deel van het pand bevindt. En natuurlijk het sedumdak aan de zuidzijde. Deze plantjes hebben een dubbele functie: ze nemen CO2 op en filteren fijnstof.

Het grootste deel van de duurzaamheid zit echter in het pand. Zichtbaar zijn bijvoorbeeld de voorzieningen voor een grijswatersysteem, dat het hemelwater van de daken opvangt. Daar worden vervolgens de toiletten weer mee doorgespoeld.

Maar het grootste deel van de voorzieningen is onzichtbaar. Neem het warmte- en koudeopslagsysteem, dat via slangen die in het beton zijn verwerkt warm en koud water door de vloeren pompt - al naar gelang de behoefte. Neem de duizenden kunststof bollen die in de vloeren zijn aangebracht, waardoor de hoeveelheid beton met meer dan 30 procent kon worden verminderd.

Bij een duurzaam pand hoort ook een duurzame manier van bouwen, zeker als een bedrijf voor certificering in aanmerking wil komen, legt projectleider Evert Hogendoorn uit. "Je krijgt een hele lijst met voorwaarden waaraan je moet voldoen. Dat varieert van het creëren van parkeerplaatsen voor milieuvriendelijke "green cars" tot het bouwen in de buurt van een halte voor het openbaar vervoer."

Niet aan alle eisen uit het van oorsprong Amerikaanse certificeringssysteem kon worden voldaan. Hogendoorn: "Volgens deze voorwaarden mag je niet onder de zeespiegel bouwen. De opdrachtgever heeft moeten praten als Brugman om de Amerikanen ervan te overtuigen dat dat hier heel gebruikelijk is en dat de kans op een dijkdoorbraak minimaal is."

De eisen die aan de manier van bouwen worden gesteld, gaan ver. Zo mocht het bouwbedrijf geen vluchtige stoffen gebruiken. Daardoor moesten onder andere speciale kit- en lijmsoorten worden toegepast. De bouwmaterialen moesten binnen een straal van 800 kilometer rond de bouwplaats worden betrokken, om zo de belasting voor het milieu tot een minimum te beperken.

Ruim 95 procent van het afval is gescheiden afgevoerd, aldus uitvoerder Wout de Jong. Om het bouwterrein schoon te houden, werden onder dieseltanks en andere vervuilers speciale bakken geplaatst om afval op te vangen.

Een van de belangrijkste punten van aandacht was het stofvrij houden van de bouwlocatie. De Vries en Verburg legde rond het in aanbouw zijnde pand stelconplaten neer, zodat de af en aan rijdende voertuigen geen stof zouden opwerpen.

Maar ook in het pand zelf werden de nodige maatregelen getroffen om stof buiten de deur te houden. Hogendoorn: "We hebben alle ventilatiekanalen en leidingen afgeplakt. En er waren gedurende de afbouw twee mannen dagelijks continu aan het stofzuigen."

Voor de 250 werklui die voor deze klus werden ingezet, waren al deze beperkingen niet altijd even prettig, vertelt technisch directeur Henk Aantjes. "Het belemmerde hen toch wel behoorlijk in hun manier van werken. Je moest er echt voort- durend bovenop zitten. Ik begrijp dat ook: de gemiddelde timmerman heeft het duurzaamheidsideaal nu eenmaal niet altijd tussen de oren zitten."

Dat ideaal koestert het management van De Vries en Verburg duidelijk wel, legt Aantjes uit. "We zijn er uiteindelijk allemaal bij gebaat dat we op een duurzame manier met deze aardbol omgaan. Niet voor niets luidt de centrale slogan in ons bedrijfsplan "duurzaam en zorgzaam". Maatschappelijke ontwikkelingen en een christelijke visie op duurzaamheid komen hier samen."

Wat was er dan eerder: die maatschappelijke ontwikkeling of die christelijke visie?

"Vanuit je identiteit voel je je juist door dit soort maatschappelijke ontwikkelingen aangesproken en pak je die vanuit je christelijke visie op. Wij hebben binnen ons bedrijf een speciale werkgroep in het leven geroepen die onze nieuwe doelstellingen met betrekking tot duurzaamheid voor de toekomst gaat formuleren."

Wordt deze manier van bouwen de trend?

"Absoluut. De eisen -ook vanuit de overheid- worden wat dat betreft ook steeds strenger. Wellicht is met dit pand een nieuwe standaard neergezet."

Wegen de extra kosten van duurzaam bouwen op tegen de voordelen?

Hogendoorn: "Deskundigen schatten in dat de extra investeringen over een periode van vijftien tot twintig jaar kunnen worden terugverdiend. Daarbij moet je onderscheid maken tussen een investering zoals in een zonnepaneel, die op termijn geld oplevert, en een investering zoals in een groendak, die eigenlijk alleen maar geld kost maar wel de CO2-uitstoot vermindert."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen