Godefridus Udemans en de slavernij
De Unesco heeft het jaar 2004 uitgeroepen als jaar, gewijd aan de herdenking van de slavernij. In Nederland is het vooral Zeeland geweest, dat zich heeft beziggehouden met de slavenhandel. Reders uit Middelburg en Vlissingen hebben een belangrijk aandeel gehad in de slavernij. Het aantal slaven dat zij tussen 1620 en 1820 lieten transporteren van Afrika naar Zuid-Amerika wordt op tweehonderdduizend geschat. Met allerlei activiteiten wordt het jaar van het Zeeuwse Slavernijverleden vorm gegeven. In Zeeland was in de zeventiende en de achttiende eeuw ook kritiek te horen op deze vorm van mensenhandel. De predikant, die daar zich het meest expliciet over heeft uitgelaten, was ds. Godefridus Udemans.
De wieg van Godefridus Cornelisz. stond in Bergen op Zoom. Zijn geboortejaar is niet precies bel< end. Het l< an 1581 of 1 582 zijn geweest. Zijn vader en grootvader waren kuipers.Vader Cornelis Hendricks was een gezien man en bracht het tot onder meer burgemeester. Godefridus nam later de familienaam Udemans aan. Hij ging theologie studeren, vermoedelijk in Leiden. Het Latijn beheerste hij uitstekend. Hij was goed thuis in de klassieke schrijvers en de kerkvaders. Daarnaast kende hij Hebreeuws, Grieks, Frans en Engels.
De talentvolle jongeman deed al op jeugdige leeftijd zijn eerste preek voor de classis Tholen en Bergen op Zoom in 1599. De broeders hoorden met verwondering naar deze talentvolle jongeman en dankten God voor de gaven waarmee Godefridus was bedeeld. Het was de gemeente van Haamstede en Burgh, toen nog gecombineerd, die nog hetzelfde jaar een beroep op hem uitbracht.
Met vaste hand leidde Udemans de gemeente door de problemen die er waren.Wekelijks kwam de kerkenraad bijeen.Was er niets bijzonders te verhandelen, dan werd de kerkorde doorgenomen en oude kerkenraadsnotulen opnieuw gelezen. Op die wijze kwamen vroegere besluiten in herinnering.Tenslotte wisselden de broeders van gedachten over de gehouden preken. Zo konden ze met vrucht de stof omzetten in hun werk onder de gemeenteleden.
Nadere Reformatie
Godsvrucht in de praktijk van alle dag brengen, dat was een van de kenmerken van ds. Udemans en geestverwante collega's. Deze beweging wordt ook wel de Nadere Reformatie genoemd. Na de Reformatie was een verdere verdieping noodzakelijk. De kerk, de overheid en het volk moesten zich gebonden weten aan Gods Woord. In die weg kon sprake zijn van een waar geloof. De talenten van de nog jonge predikant bleven niet onopgemerkt. In 1602 mocht Zierikzee een derde predikant beroepen waarvoor de keus op dominee Udemans viel.Van alles deed de gemeente van Haamstede en Burgh eraan om haar predikant te behouden en dat was de reden dat het tot 1604 duurde voordat hij intrede deed in Zieril< zee. Daar had ds. Udemans een veel omvangrijker arbeidsveld, maar hij kwam er ook tot volle ontplooiing.
In 1618/1619 was ds. Udemans een van de Zeeuwse afgevaardigden naar de synode van Dordrecht. Hij had er een werl< zaam aandeel want naast de theologie was hij ook bekwaam in het kerkrecht.
Bekendheid kreeg ds. Udemans vooral door zijn publicaties. Zo schreef hij een verhandeling over het Hooglied van Salomo. De daarin opgenomen vertaling van dit boek werd later gebruikt voor het vertalen van de Bijbel, de zogenaamde Statenvertaling.Vooral de kanttekeningen daarin gaan terug op het werk van Udemans. Na een werl< zaam leven overleed de Zieril< zeese predikant in 1649.
Slavernij
Ds. Udemans had belangstelling voor de koopvaardij en visserij. Mede omdat de economie van Zieril< zee steunde op deze twee activiteiten. Ds. Udemans wilde voor hen die hierin hun werk vonden ook herder en leraar zijn. Een van de werken, die daaruit voortkwam, was het boek Geestelyck roer van 't coopmansschip. Het is een uitvoerige verhandeling waarin ds. Udemans allerlei kwesties aan de orde stelde, die in relatie staan met de vaart en handel op Indiƫ.Vooral de ethische kant van de economie belichtte hij en probeerde aan de hand van de Bijbel antwoorden te geven op moeilijke vragen.
Ook over de slavernij probeerde hij met voorzichtigheid zijn mening te formuleren. De Zeeuwen deden in de tijd van ds. Udemans nog maar in beperkte mate aan slavenhandel.Veel meer was dat het geval met Spanje en Portugal, die deze handel op grote schaal bedreven. Udemans vond de slavernij een 'swaer stuck'. Daarom gaf hij zijn mening in de vorm van een aantal weloverwogen stellingen. Slechts het kopen en houden van heidense slaven achtte hij geoorloofd. Ze moesten evenwel goed behandeld worden. Indien ze overgingen tot het Christelijk geloof, moesten ze na zeven jaar worden vrijgelaten. Alle overige vormen van slavernij wees hij af, in het bijzonder de slavenhandel zoals bedreven door Spanje en Portugal. Met nadruk wees Udemans erop dat er behalve lichamelijke slavernij ook geestelijke slavernij is. De zonde maakt de mens geestelijk tot een slaaf waarvan alleen verlossing mogelijk is door het werk van Gods Zoon, Jezus Christus. Ook ds. Bernardus Smijtegelt, predikant in Middelburg, wees de slavenhandel op grond van Gods Woord af. Smijtegelt had grote belangstelling voor het staatkundige en maatschappelijke leven van zijn tijd en mede daarom ging hij niet stilzwijgend aan de slavenhandel voorbij. In zijn catechismusverklaring is te lezen dat hij deze handel als 'grove diverye' bestempelde.'Ach! Mogten die menschen die zo verkogt, vervoert en dikwijls daarom vermoort worden eens spreken: zouden ze niet zeggen als eertijds Joseph: Ik ben dieffelijk ontstoolen uit mijn land. Gen. XL: 15'.
H. Uil
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 2004
De Banier | 24 Pagina's